Table of Contents
Kermissen zijn traditioneel een ontmoetingsplaats voor jong en oud. Omdat kermisattracties steeds hoger, sneller en uitdagender worden, is het belangrijk dat de vooropgestelde veiligheidseisen gevolgd worden om de veiligheid van de gebruikers en omstaanders te garanderen.
De uitbaters van kermistoestellen zijn hiervoor verantwoordelijk.
Een kermistoestel is:
- een niet-permanente installatie, aangedreven door een niet-menselijke energiebron,
- voor het voortbewegen van personen,
- ter vermaak en/of ontspanning van de consument.
Voorbeelden van kermistoestellen zijn: het reuzenrad, schommels, draaimolens, autoscooters of de zogenoemde ‘botsautootjes’, de ‘rups’, …
Kermisattracties worden in twee categorieën ingedeeld:
- kermistoestellen van type A:
Dit zijn kermistoestellen waarbij de voortbewogen persoon een snelheid bereikt van meer dan 10 m/s of een hoogte bereikt van meer dan 5m boven het terrein. - kermistoestellen van type B:
Dit zijn alle kermistoestellen die niet van het type A zijn.
Reglementering
Een kermistoestel mag enkel in gebruik genomen worden indien het voldoet aan de algemene veiligheidsvoorschriften die opgelegd worden door het Wetboek economisch recht, boek IX betreffende de veiligheid van producten en diensten.
De eisen van deze wet worden aangevuld en verder uitgewerkt in het koninklijk besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen.
Verduidelijking van het koninklijk besluit van 18 juni 2003 (PDF, 71.15 KB) betreffende de uitbating van kermistoestellen
Voorwaarden voor het in gebruik nemen en uitbaten van kermistoestellen
Een kermistoestel mag uitgebaat worden als het aan de veiligheidsverplichtingen voldoet. Hiervoor moeten de volgende stappen worden gevolgd:
-
een risicoanalyse uitvoeren;
-
preventieve maatregelen opstellen;
-
deze preventieve maatregelen toepassen door de uitbater tijdens de opstelling en uitbating van het toestel;
-
een grondige opstellingsinspectie uitvoeren vóór het toegankelijk maken van het kermistoestel voor het publiek;
-
ten minste eenmaal per jaar een een onderhoudsinspectie uitvoeren;
-
ten minste eenmaal per drie jaar of om de tien jaar, afhankelijk van het type van het kermistoestel, een nazicht uitvoeren
Afhankelijk van de aard van de controle en het type kermisattractie, worden risicoanalyse en controles uitgevoerd door de uitbater zelf, een technisch competent persoon, een onafhankelijk organisme of een geaccrediteerd organisme .
Lijst van geaccrediteerde organismen (PDF, 88.05 KB)
De vereisten waaraan deze personen of organismen moeten voldoen zijn opgesomd in de bijlage van het koninklijk besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen.
Waarschuwingen en opschriften met betrekking tot het veilige gebruik van de kermisattractie voor de consument moeten in leesbare tekst en in de talen van het taalgebied waar het toestel opgesteld staat, aangebracht worden. Dit moet bovendien op een zichtbare en opvallende plaats gebeuren.
Bordjes met waarschuwingen zoals “gebruik op eigen risico” (of gelijkaardige vermeldingen) zijn niet toegelaten.
Officieel standpunt van de FOD Economie over het gebruik van kranen voor het hijsen van mensen tijdens ontspanningsevenementen (PDF, 41.2 KB)
Risicoanalyse
Het doel van een risicoanalyse is het kunnen aantonen dat alle gevaren zijn geïdentificeerd, dat de daaruit voortvloeiende risico's zijn beoordeeld en op welke manier een niet aanvaardbaar risico aanvaardbaar werd gemaakt door middel van preventiemaatregelen.
Op de webpagina “Risicoanalyse van diensten: welke elementen moeten aanwezig zijn?” verduidelijkt de FOD Economie wat een risicoanalyse zou moeten zijn, alsook de inhoud ervan en welke elementen er in aanwezig moeten zijn.