Om iedereen van elektriciteit te voorzien, moet de elektriciteit die in de elektriciteitscentrales wordt opgewekt via een net van elektrische verbindingen (bovengrondse lijnen of ondergrondse kabels) vervoerd en verdeeld worden. Dit moet op een bedrijfszekere en veilige manier kunnen gebeuren. Anderzijds moet soms een tussenweg gevonden worden tussen het algemene recht van de bevolking op elektriciteitsvoorziening en de belangen van de mensen die in de buurt van het tracé van de lijnen wonen.
Voor de doorgang van elektrische hoogspanningslijnen over openbaar of privaat domein moeten federale vergunningen aangevraagd worden bovenop de gewestelijke vergunningen inzake ruimtelijke ordening en milieu.
De aanvragen worden door de federale overheid onderzocht wanneer de spanning hoger dan 70 kV is. In de andere gevallen zijn de gewesten bevoegd.
Aanvraag van een wegvergunning
Een wegvergunning is noodzakelijk voor het gebruik van het openbaar domein door elektrische hoogspanningslijnen.
Om die transportvergunning te krijgen moet de aanvrager een aanvraagdossier indienen bij de Algemene Directie Energie (AD Energie), overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 26 november 1973. Het dossier wordt onderzocht door de beheerders van de betreffende domeinen (wegen, spoorwegen, ...), de stakeholders, de gewestelijke en gemeentelijke overheden. De raadpleging duurt 42 dagen en wordt georganiseerd door de AD Energie.
Na afloop van het onderzoek stuurt de AD Energie het ontwerp van de aangevraagde wegvergunning samen met het dossier naar de overheid die bevoegd is om hierover te beslissen, met name:
- het college van burgemeester en schepenen van de gemeente, wanneer de lijn niet buiten de gemeentegrenzen komt;
- de bestendige deputatie van de provincieraad, wanneer de lijn zich uitstrekt over meerdere gemeenten maar binnen de grenzen van eenzelfde provincie blijft;
In beide gevallen wordt de beslissing pas uitvoerbaar na koninklijke goedkeuring.
- de koning op voorstel van de minister van Energie in de andere gevallen.
Aanvraag tot verklaring van openbaar nut
Wanneer blijkt dat het niet mogelijk is om het openbare domein te gebruiken, moet de elektriciteitslijn op privégrond worden aangelegd.
Een verklaring van openbaar nut maakt het mogelijk de elektriciteitslijn over onbebouwde privégrond te laten lopen omwille van openbaar nut. De zones waarover de elektriciteitslijn door privépercelen loopt, worden dan ook als erfdienstbaarheden behandeld.
De exploitant van de lijn moet een aanvraag tot verklaring van openbaar nut indienen bij de Algemene Directie Energie, die het dossier onderzoekt door aan de gemeente te vragen een openbaar onderzoek in te stellen.
Dit openbaar onderzoek loopt twee weken. Het gebeurt via aanplakbiljetten maar de voornaamste betrokken eigenaars en huurders, op wier percelen de masten worden opgericht en/of de kabels worden ingegraven, worden per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht. Eventuele klachten of opmerkingen waartoe de aanvraag aanleiding geeft, worden door het college van burgemeester en schepenen verzameld.
Na analyse van de eventuele klachten of opmerkingen wordt de verklaring van openbaar nut bij koninklijk besluit uitgevaardigd en die vermeldt de kadasterpercelen die met de privéterreinen overeenkomen.