Boordtabel van het concurrentievermogen van de Belgische Economie - 25 november 2015

Uitgever
FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Publicatiedatum

Table of Contents

    Algemene context

    Als kleine en open economie reageert België sneller op schommelingen in de wereldconjunctuur dan een economie met een minder uitgesproken internationale handel.

    De analyse van de buitenlandse prestaties (lopende rekening, buitenlandse handel en marktaandelen) laat toe om de comparatieve voor- en nadelen die in de loop van de jaren zijn gegroeid in kaart te brengen. België zag zijn aandeel in de wereldhandel in 2014 stijgen en nam zo, ondanks zijn relatief beperkte omvang, 1,9 % van de wereldhandel voor zijn rekening, nadat zijn aandeel tussen 2008 en 2012 was afgekalfd.

    Daarnaast kan ook het onderzoek van het bruto binnenlands product bijdragen tot het schetsen van een volledig beeld, met name tot het bepalen van de structurele kenmerken van een economie, en zelfs tot het vaststellen van concurrentieproblemen.

    Tot slot wordt bijzondere aandacht besteed aan de overheidsfinanciën, gezien het directe verband met het begrotingsbeleid. 

    Prijs- en kostenconcurrentievermogen

    Een gunstig verloop van het prijs- en kostenconcurrentievermogen is een belangrijke determinant voor het behoud van onze binnenlandse en buitenlandse marktaandelen. Ze blijkt zelfs van doorslaggevend belang in het geval van identieke of substitueerbare producten. De beheersing van de productiekosten berust op een geheel van factoren, zoals loonkosten, productiviteit en energiekosten.

    Uit de analyse blijkt dat de loonkost per eenheid in 2014 daalde met 0,1 % door het gezamelijke effect van een matige stijging van de lonen en een toename van de productiviteit, wat de bestaand loonkloof met de buurlanden verkleinde.

    Het prijs- en kostenconcurrentievermogen van België en van de drie buurlanden wordt eveneens belicht door middel van aanvullende indicatoren, zoals de totale factorproductiviteit, de prijzen in de netwerkindustrieën, de inflatie,… 

    Niet-kostenconcurrentievermogen

    Niet enkel prijzen en kosten bepalen het concurrentievermogen van een land. Ook andere factoren kunnen ertoe bijdragen.

    Innovatie bijvoorbeeld, onder andere gestimuleerd via buitenlandse investeringen, en de digitale economie dragen bij tot vernieuwing en creëren toegevoegde waarde in belangrijke nieuwe domeinen. België klasseert zich daarbij veelal als “innovation follower”, na Duitsland, maar op een gelijkaardig niveau als Frankrijk en Nederland. In 2013 steeg het aandeel van O&O in het Belgische bbp naar 2,3 %, maar bleef daarmee evenwel onder de EU 2020-doelstelling van 3 %.

    Een gezonde ondernemingsgeest, een gunstig ondernemingsklimaat en de goede marktwerking van netwerkindustrieën dragen eveneens bij tot de bedrijvigheid van een land. Ook menselijk kapitaal is een niet te verwaarlozen factor voor het concurrentievermogen. In dat verband moet onze arbeidsmarkt nog meer geactiveerd worden, en moeten we vooral diversifiëren op vlak van onderwijs en opleiding.

    Duurzame ontwikkeling en sociale cohesie

    Economische groei maximaliseren is belangrijk, dit op een duurzame manier doen evenzeer. Energie speelt daarbij een cruciale rol. Duurzaam omspringen met beschikbare energiebronnen en maximaal inzetten op hernieuwbare energie moeten ervoor zorgen dat de impact op het klimaat beperkt blijft. De reeds voelbare klimaatsverandering treft immers niet enkel het leefmilieu, maar heeft ook een impact op het economische en sociale weefsel van ons land.

    Hoewel nog steeds hoger in België dan in de buurlanden, omwille van het grote belang van sectoren zoals de petrochemie en de metallurgie, daalde de energie-intensiteit van de Belgische economie met bijna 10 % tussen 2010 en 2013.

    Tenslotte is het ook gepast om ook op sociaal vlak te streven naar meer evenwicht en sociale inclusie

    Laatst bijgewerkt
    15 januari 2018