Table of Contents

    De nanotechnologieën ontwikkelen zich voortdurend. Ons is het te doen om de aanwezigheid van nanodeeltjes in steeds meer courante consumptieproducten:

    • producten om schoenen waterdicht te maken,
    • garnering van gebak,
    • tandpasta en zonnecrème,
    • verven,
    • ...

    Doordat ze zo extreem klein zijn – zowat een duizendste van de grootte van een bacterie, het tienduizendste van de dikte van een haar – hebben deze deeltjes andere eigenschappen dan op macroscopische schaal. Door sommige van die eigenschappen worden ze mogelijk toxisch voor de gezondheid en voor het milieu. Naar die toxiciteit van dergelijke deeltjes wordt nu al 10 jaar onderzoek gedaan. Bepaalde pistes worden naar voren geschoven wat het gevaar ervan betreft en uit voorzorg hebben sommige landen ervoor gekozen om het voortouw te nemen. Dat is meer bepaald het geval met Frankrijk, dat het gebruik van het voedingsadditief TiO2 in de vorm van nanodeeltjes heeft verboden. In België, net als in Denemarken, Zweden en Frankrijk, moeten bedrijven die nanodeeltjes produceren of gebruiken, ze registreren in een databank die door de staat wordt bijgehouden om de traceerbaarheid van de productie te garanderen, met name wanneer een risico is vastgesteld.

    De regelgeving die momenteel bestaat, slaat op:

    • de etikettering: de consument moet weten of de stoffen in de voeding en cosmetica die hij koopt aanwezig zijn in de vorm van nanodeeltjes;
    • de regelgeving op het registreren: het Belgisch nanoregister eist dat de bedrijven die nanodeeltjes produceren of invoeren die stoffen aangeven bij de overheid.

    Het kernpunt in deze regelgeving is de grootte van de deeltjes. De Metrologische Dienst werkt aan de ontwikkeling van meetmethodes op de schaal van die nanodeeltjes om de grootte en de concentratie ervan te meten zodat men aan toxicologen maar ook aan het bedrijfsleven de tools kan aanreiken die nodig zijn om deze deeltjes te karakteriseren.

    Laatst bijgewerkt
    20 februari 2020