Table of Contents

    Kinderen zijn dol op speelgoed omdat ze er enorm veel plezier aan beleven. Speelgoed is ook van groot belang voor hun algemene ontwikkeling.

    Maar kinderen zijn kwetsbare consumenten die vaak niet in staat zijn om gevaren in te schatten. Daarom is de veiligheid van speelgoed van cruciaal belang.

    Vroeger was in elk land van de Europese Unie een afzonderlijke reglementering over veiligheid van speelgoed van kracht. In 1989 besloot de Europese Commissie om gemeenschappelijke normen vast te leggen voor alle lidstaten. Ze bood daarmee een antwoord op de groeiende bezorgdheid van de consumenten en hield rekening met de nieuwste trends rond "hip" speelgoed dat telkens met nieuwe materialen en processen wordt vervaardigd.

    Reglementering over de veiligheid van speelgoed

    Speelgoed moet aan de veiligheidsvoorschriften van het Wetboek van economisch recht, boek IX betreffende de veiligheid van producten en diensten voldoen.

    Op Europees niveau wordt de veiligheid van speelgoed geregeld door Speelgoedrichtlijn 2009/48/EG die een uniforme regelgeving over speelgoed oplegt in alle lidstaten van de Europese Unie.

    Deze richtlijn werd naar Belgisch recht omgezet met twee koninklijke besluiten:

    Het eerste besluit regelt de veiligheid van speelgoed en legt de algemene veiligheidsvoorschriften en de meer specifieke voorwaarden voor het op de markt brengen van speelgoed vast.

    Het tweede besluit heeft betrekking op de instanties die belast zijn met de controle op speelgoed.

    Op welk speelgoed heeft de reglementering betrekking?

    De officiële definitie van speelgoed luidt "ieder product dat, al dan niet uitsluitend, ontworpen of kennelijk bestemd is om door kinderen onder de leeftijd van veertien jaar bij het spelen gebruikt te worden". Het hoofddoel van het product is dus het spelen.

    De volgende producten vallen dus niet onder de wetgeving over speelgoed:

    • Decoratieve voorwerpen voor feesten en festiviteiten.
    • Producten voor verzamelaars, mits op het product of de verpakking ervan zichtbaar en leesbaar is aangegeven dat het bestemd is voor verzamelaars van 14 jaar en ouder (bijvoorbeeld: schaalmodellen; bouwpakketten van gedetailleerde schaalmodellen; folkloristische poppen en sierpoppen; historische replica's van echte vuurwapens, enz.).
    • Sportartikelen, waaronder rolschaatsen en inlineskates, alsook skateboards bestemd voor kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 20 kg.
    • Fietsen met een maximale zadelhoogte van meer dan 435 mm, gemeten als de verticale afstand van de grond tot de top van het zadeloppervlak, met het zadel in een horizontale positie en de zadelpen geplaatst op de minimale insteekmarkering.
    • Autopeds en andere vervoermiddelen die ontworpen zijn voor sport of bestemd zijn voor gebruik op openbare wegen of openbare paden.
    • Elektrisch aangedreven voertuigen die bestemd zijn voor gebruik op openbare wegen of openbare paden, of trottoirs.
    • Watersportuitrusting die bestemd is voor gebruik in diep water en zwemleermiddelen voor kinderen, zoals zwemzitjes en zwemhulpmiddelen.
    • Puzzels van meer dan 500 stukjes.
    • Geweren en pistolen die gebruikmaken van samengeperst gas, met uitzondering van waterpistolen, en bogen voor het boogschieten met een lengte van meer dan 120 cm.
    • Vuurwerk, waaronder slaghoedjes die niet specifiek voor speelgoed zijn ontworpen.
    • Producten en spellen waarbij projectielen met een scherpe punt worden gebruikt, zoals werppijltjes met metalen punten.
    • Functionele onderwijsproducten, zoals elektrische fornuizen, strijkijzers en andere functionele producten, gevoed met een nominale spanning van meer dan 24 volt, die uitsluitend worden verkocht om onder toezicht van volwassenen voor leerdoeleinden te worden gebruikt.
    • Producten die bestemd zijn voor gebruik voor onderwijsdoeleinden in scholen en in andere pedagogische omgevingen onder toezicht van een volwassen instructeur, zoals wetenschappelijk materiaal.
    • Elektronische apparatuur, zoals personal computers en spelconsoles, die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot interactieve software, alsmede de bijbehorende randapparatuur, indien de elektronische apparatuur of de bijbehorende randapparatuur niet specifiek ontworpen is voor en gericht is op kinderen en op zichzelf geen spelwaarde heeft, zoals speciaal ontworpen personal computers, toetsenborden, joysticks of stuurwielen.
    • Interactieve software, bestemd voor ontspanning en vermaak, zoals computerspelletjes, alsmede de opslagmedia daarvan (bijv. cd's).
    • Kinderartikelen zoals fopspenen.
    • Voor kinderen aantrekkelijke verlichtingsarmaturen.
    • Elektrische transformatoren voor speelgoed.
    • Modeaccessoires voor kinderen, die niet zijn bedoeld om mee te spelen.
    • Voor openbaar gebruik bestemde speeltoestellen in speeltuinen.
    • Voor openbaar gebruik bestemde automatische speeltoestellen, al dan niet bediend met muntstukken.
    • Speelgoedvoertuigen met verbrandingsmotor.
    • Speelgoedstoommachines.
    • Slingers en katapulten.
    • Pseudospeelgoed.

    Over andere kinderartikelen dan speelgoed kunt u de pagina's raadplegen betreffende

    Basisbeginselen van de reglementering over de veiligheid van speelgoed

    Verplichtingen van de ondernemers

    De reglementering maakt het mogelijk om:

    • de verantwoordelijkheid van de verschillende economische operatoren te verhogen voor de veiligheid van het speelgoed (alle operatoren zijn betrokken, maar elk in functie van zijn rol in de handelsketen);
    • de traceerbaarheid van de handelsketen van het speelgoed te waarborgen;
    • voor een betere samenwerking tussen deze operatoren en de Belgische of buitenlandse overheden voor markttoezicht te zorgen. Het kan gaan om een proactieve samenwerking, of op verzoek, met de bevoegde overheden van alle landen van de Europese Unie, ongeacht het om het doorgeven van documentatie gaat (in de taal van de vragende overheid) of om het nemen van gepaste maatregelen teneinde de risico’s te beperken.

    Interne controle op de productie

    Fabrikanten moeten alle passende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het fabricageproces en de controle daarop de conformiteit aan de veiligheidsvereisten waarborgen voor het vervaardigde product.

    Technische documentatie

    De technische documentatie moet alle relevante gegevens bevatten en een gedetailleerde beschrijving van de gebruikte middelen (veiligheidsevaluatie, interne productiecontroleprocedure, enz.) die door de fabrikant gebruikt worden om te waarborgen dat het speelgoed voldoet aan de eisen.

    Veiligheidsevaluatie

    Alvorens speelgoed op de markt te brengen, moeten fabrikanten een evaluatie van de veiligheid van het speelgoed uitvoeren. Zij moeten aldus een analyse uitvoeren van de mogelijke chemische, fysieke en mechanische gevaren, enz. die het speelgoed inhoudt en de mogelijke blootstelling van de consument aan deze gevaren beoordelen.

    Veiligheidsinformatie

    Fabrikanten en andere operatoren moeten ervoor zorgen dat het speelgoed vergezeld gaat van veiligheidsinformatie in de taal/talen die door de consument gemakkelijk wordt/worden begrepen, zoals bepaald door de betrokken lidstaat. In België is dit de taal, of zijn het de talen, van het taalgebied.

    EG-conformiteitsverklaring

    Dit document, dat voortdurend bijgewerkt moet worden, verklaart dat het speelgoed voldoet aan de veiligheidseisen. Het staaft dat de geharmoniseerde normen voor het product werden nageleefd. 

    Om aan te tonen dat zijn speelgoed voldoet aan de essentiële veiligheidseisen en dat de CE-markering mag worden aangebracht, kan de fabrikant kiezen tussen twee procedures:

    • autocertificatie;
    • EG-typeonderzoek door een aangemelde instantie.

    Chemische vereisten

    Speelgoed en speelgoedcomponenten mogen geen kankerverwekkende, mutagene of giftige stoffen bevatten. Vanuit chemisch oogpunt moet speelgoed voldoen aan:

    • de criteria voor de indeling en etikettering van stoffen en mengsels volgens het wereldwijd geharmoniseerd systeem voor de indeling en etikettering van chemische stoffen (GHS) ;
    • de verordening REACH inzake de registratie, de beoordeling en de autorisatie van chemische stoffen.

    Aan welke voorwaarden moet speelgoed voldoen om in de handel gebracht te worden?

    Om in de handel gebracht te worden, moet het speelgoed aan de volgende voorwaarden voldoen:

    • het voldoet aan de essentiële veiligheidseisen;
    • het is voorzien van de CE-markering;
    • de naam en/of de firmanaam en/of het merkteken en het adres van de fabrikant en/of invoerder staan vermeld op het speelgoed;
    • het is voorzien van duidelijk leesbare en gepaste aanwijzingen om de gevaren bij gebruik te beperken. Deze waarschuwingen en aanwijzingen moeten vermeld zijn in de taal of talen van het taalgebied waar het speelgoed in de handel wordt gebracht.

    Bij speelgoed van klein formaat en speelgoed dat bestaat uit onderdelen van klein formaat mogen deze gegevens op de verpakking, op een etiket of op een document worden aangebracht.

    Wat is de rol van de FOD Economie op het vlak van veiligheid van speelgoed?

    De FOD Economie organiseert:

    • marktcontroles,
    • technische analyses, en
    • voorlichtingscampagnes voor fabrikanten en invoerders.

    Laatst bijgewerkt
    18 juli 2024