Het consumentenrecht is voortdurend in ontwikkeling. Het doel van deze reglementering is: een hoge beschermingsgraad voor de consument bereiken.
De deelname van de sociaaleconomische actoren aan de uitwerking van voorschriften kan een efficiënt aanvullend middel zijn. Alternatieven op het gebied van regelgeving kunnen indien nodig de wetgeving aanvullen.
In bepaalde gevallen kunnen gedragscodes door hun soepelheid en hun snelheid de traditionele regelgeving op nuttige wijze aanvullen.
Er zijn twee soorten gedragscodes: zelfregulering en coregulering.
Zelfregulering
Bij zelfregulering gaat het om akkoorden waarover enkel werd onderhandeld in het kader van de betrokken sector.
Onder zelfregulering wordt verstaan de mogelijkheid dat economische subjecten, sociale partners, niet-gouvernementele organisaties of verenigingen onderling en voor zichzelf gemeenschappelijke richtsnoeren op Europees niveau vaststellen (met name gedragscodes of sectorale overeenkomsten) (bron: Europese Commissie - Document : Europese zelfregulering en coregulering)
Coregulering
Onder "coregulering" verstaat men de gedragscodes die het resultaat zijn van akkoorden waarover werd onderhandeld door de beroepsorganisaties met de consumentenorganisaties, met name in het kader van de Raad voor het Verbruik, en/of overheidsdiensten. Men spreekt in dat geval van coregulering. Deze akkoorden, codes, overeenkomsten en aanbevelingen regelen de relaties tussen verkopers en consumenten voor goederen of diensten.
De controle van de toepassing van deze coreguleringscodes valt onder de bevoegdheid van de FOD Economie (Algemene Directie Economische Inspectie) voor zover de niet-naleving van de codes in bepaalde gevallen kan worden beschouwd als een misleidende praktijk en dit op basis van boek VI "Marktpraktijken en consumentenbescherming" van het Wetboek van economisch recht (Boek VI WER).
Oneerlijke handelspraktijken zijn verboden, zoals vermeld staat in het boek VI « Marktpraktijken en consumentenbescherming » van het Wetboek van economisch recht (Boek VI WER). Als een onderneming een gedragscode niet naleeft, kan dit in bepaalde gevallen worden beschouwd als een oneerlijke handelspraktijk voor zover deze indruist tegen de vereisten van professionele toewijding en dus niet conform de eerlijke handelsgebruiken is.
Collectieve consumentenovereenkomsten
Collectieve consumentenovereenkomsten worden behandeld in titel 5 van boek VI "Marktpraktijken en consumentenbescherming" van het Wetboek van economisch recht (boek VI WER). Dit rechtskader biedt een kader voor coregulering door regels vast te stellen waaraan een dergelijke regelgeving moet voldoen. Boek VI van het WER biedt een bindend juridisch kader voor het opstellen, ontwikkelen en uitvoeren van collectieve consumentenovereenkomsten.
Boek VI WER bepaalt dat de onderhandelingen in de Consumentenraad kunnen worden gestart op unaniem verzoek van de organisaties die in de Raad zetelen of op verzoek van de minister.
Indien eenstemmigheid wordt bereikt, kunnen die onderhandelingen via een speciale procedure leiden tot een overeenkomst die van toepassing wordt verklaard op de gehele betrokken sector. Indien nodig kan een koninklijk besluit die overeenkomst bindend maken.
Geschillen en klachten
Jury voor ethische praktijken inzake reclame (JEP)
Louisalaan 120 bus 5
1050 Brussel
Tel.: +32 2 502 70 70
Fax: +32 2 502 77 33
E-mail: info@jep.be
Inbreuken op de wetgeving
De Economische Inspectie controleert de naleving van de toepassing van de coreguleringscodes. U kunt een onwettelijke of oneerlijke handelspraktijk melden op: meldpunt.belgie.be.