Het consumentenrecht is voortdurend in ontwikkeling. Het doel van die reglementering is om een hoge beschermingsgraad voor de consument te bereiken.

In sommige situaties is het nuttig en/of nodig om tot akkoorden te komen die de bestaande economische regelgeving aanvullen, om zo tot een nog hogere graad van consumentenbescherming te komen.

Een voordeel van zulke akkoorden, die de vorm van gedragscodes aannemen, is dat ze toelaten om soepel en snel resultaat te bereiken.

Het is ook een manier voor ondernemingen of sectoren om aan consumenten te tonen dat ze bovenop het bestaande wettelijk kader nog extra inspanningen leveren.

Er zijn drie soorten gedragscodes: zelfregulering, coregulering en collectieve consumentenovereenkomsten.

Zelfregulering

Bij zelfregulering gaat het om akkoorden waarover enkel werd onderhandeld binnen een bepaalde sector, of tussen verschillende sectoren.

Ondernemingen, beroepsverenigingen of -federaties … kunnen onderling, voor zichzelf en/of voor hun leden, gedragscodes opstellen en zich daaraan verbinden.

Vaak leggen beroepsverenigingen het ondertekenen van die gedragscodes op aan hun leden en/of als voorwaarde om lid te worden. In andere gevallen kiezen ondernemingen er vrij voor om toe te treden.

Coregulering

Bij coregulering gaat het om akkoorden waarover onderhandeld werd door de beroepsorganisaties met de consumentenorganisaties en/of overheidsdiensten.

U kunt de gedragscodes die voortkomen uit de akkoorden waarbij de FOD Economie betrokken was raadplegen op de paginaZelfregulering en coregulering akkoorden.

Ook in het geval van coregulering komt het vaak voor dat de betrokken beroepsverenigingen het ondertekenen van die gedragscodes opleggen aan hun leden en/of als voorwaarde om lid te worden. In andere gevallen kunnen ondernemingen er vrij voor kiezen om toe te treden tot een bestaande gedragscode.

Collectieve consumentenovereenkomsten

Collectieve consumentenovereenkomsten zijn een bijzondere vorm van coregulering, die afgesloten worden binnen de bijzondere raadgevende commissie Verbruik (brc Verbruik). Het wettelijk kader hiervoor staat beschreven in titel 5 van boek VI van het Wetboek van economisch recht.

De collectieve consumentenovereenkomsten kunnen betrekking hebben op:

  • de contractuele voorwaarden voor overeenkomsten met consumenten;
  • de aan consumenten te bezorgen informatie;
  • de manieren van handelspromotie;
  • de kwaliteit, conformiteit en veiligheid van goederen en diensten;
  • de regeling van consumentengeschillen.

De vraag om tot onderhandelingen over te gaan om tot een collectieve consumentenovereenkomst te komen kan uitgaan van een lid van de brc Verbruik of van een regeringslid.

Indien nodig kan een collectieve consumentenovereenkomst via een koninklijk besluit opgelegd worden aan een volledige sector.

Verplichtingen en toezicht

De FOD Economie voert geen voorafgaande controle uit om te zien of de onderneming de gedragscode respecteert. Vanaf de datum van toetreding is de onderneming gebonden door de gedragscode voor al diens huidige en toekomstige vestigingseenheden.

Als een onderneming zich gebonden heeft aan een gedragscode, moet ze consumenten daarover informeren. Ze moet hen ook laten weten waar ze die gedragscode elektronisch kunnen raadplegen, in de volgende drie situaties:

  • op verzoek van de consument,
  • voor het afsluiten van een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte,
  • op haar website.

Daarnaast is het in alle omstandigheden misleidend:

  • om te beweren een gedragscode te hebben ondertekend als dat niet zo is;
  • om te beweren dat een gedragscode door een publieke of andere instantie erkend is als dat niet zo is.

Als een onderneming een gedragscode waaraan ze zich heeft gebonden niet nakomt en, in het kader van de betreffende handelspraktijk, heeft aangegeven door die gedragscode gebonden te zijn, kan dat ook als misleidend beoordeeld worden.

De Economische Inspectie is bevoegd om inbreuken op die regelgeving vast te stellen en ertegen op te treden.

Laatst bijgewerkt
16 december 2024