Table of Contents

    De Europese verordening 2022/2065 betreffende de digitale diensten (“Digital Services Act”, hierna “DSA”) heeft tot doel het vastleggen van een veilige en evenredige juridische omgeving om illegale online-inhoud beter te bestrijden. Ze trad volledig in werking op 17 februari 2024.

    De DSA-verordening versterkt Richtlijn 2000/31 over elektronische handel in het licht van de risico’s en uitdagingen die digitale transformatie en het toegenomen gebruik van onlinediensten met zich meebrengen.

    De verordening is gebaseerd op drie pijlers:

    1. het behoud van het stelsel van voorwaardelijke aansprakelijkheidsvrijstelling dat van toepassing is op onlinetussenpersonen.
    2. nieuwe redelijke zorgvuldigheidsverplichtingen voor onlinetussenpersonen.
    3. de versterking van de implementatie van die bepalingen en van de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten.

    Veelgestelde vragen over de digitaledienstenverordering (DSA-verordening)

    Op welke digitale diensten zijn de verplichtingen van de DSA‑verordening van toepassing?

    De DSA‑verordening geldt alleen voor aanbieders van tussenhandeldiensten, d.w.z. dienstverleners die zelf geen inhoud aanbieden maar een tussenhandeldienst leveren. Die dienstverleners laten de inhoudaanbieders (contentproviders) toe om op vraag van gebruikers informatie te delen, op te slaan en/of te verspreiden bij het publiek. Die dienstverleners leveren de inhoud dus niet zelf.

    De DSA‑verordening heeft betrekking op een groot aantal tussenhandeldiensten, zoals:

    • de aanbieders van internettoegang,
    • clouddiensten,
    • onlinemarktplaatsen,
    • platforms voor de deeleconomie,
    • sociale medianetwerken.
    Gelden de verplichtingen van de DSA-regelgeving voor alle tussenpersonen op dezelfde wijze?

    De nieuwe, door de DSA opgelegde verplichtingen zijn op evenredige en progressieve wijze van toepassing op alle tussenpersonen of slechts op sommigen van hen. Dat hangt af van de aard en/of grootte van die tussenpersonen.

    Zo zijn er specifieke verplichtingen van toepassing op hostingdiensten (bv. een “eenvoudige” website) en vooral op onlineplatforms (bv. onlinemarktplaatsen, sociale medianetwerken, app stores, video-deelplatforms, platforms voor het huren van vakantiewoningen enz.).

    Meer veeleisende en ambitieuze regels gelden verder nog specifiek voor zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines (met ten minste 45 miljoen gebruikers in de EU).

    Voor een gedetailleerd schema van die nieuwe verplichtingen en voor wie ze bedoeld zijn, raadpleeg de paginaWetgeving digitale diensten op de website van de Europese Commissie.

    Is de DSA‑verordening ook van toepassing op aanbieders van diensten die buiten de EU gevestigd zijn?

    Ja, de nieuwe regels zijn van toepassing op de eengemaakte markt, zonder discriminatie, ook op aanbieders van tussenhandeldiensten die buiten de EU gevestigd zijn maar hun diensten aanbieden aan gebruikers in de EU. Die buitenlandse aanbieders moeten een wettelijke vertegenwoordiger aanstellen in een van de 27 lidstaten.

    Welke zijn de zeer grote onlineplatforms of zeer grote onlinezoekmachines?

    Zeer grote onlineplatforms of zeer grote onlinezoekmachines zijn diensten met ten minste 45 miljoen gebruikers in Europa, d.w.z. 10 % van de Europese bevolking op het moment dat de DSA werd aangenomen.

    Die zeer grote platforms brengen grotere potentiële risico's met zich mee omdat ze een groot aantal gebruikers bereiken. Daarom moeten ze niet alleen voldoen aan de verplichtingen die gelden voor alle andere platforms, maar ook aan strengere specifieke regels, onder toezicht van de Europese Commissie zelf.

    De Commissie is ook verantwoordelijk voor het identificeren van zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines. U vindt de lijst van de betrokken dienstverleners op de paginaSupervision of the designated very large online platforms and search engines under DSA op de website van de Europese Commissie.

    In welke nieuwe verplichtingen voorziet de DSA‑verordening?

    De DSA-verordening bevat nieuwe verplichtingen voor alle aanbieders van tussenhandeldiensten, namelijk:

    • maatregelen nemen om de transparantie voor gebruikers te verbeteren, bijvoorbeeld met betrekking tot algemene voorwaarden, reclame en de algoritmen en criteria die worden gebruikt om inhoud aan te bevelen
    • gebruikers een rechtvaardiging geven zodra een platform besluit om inhoud van die gebruiker te verwijderen. Het moet mogelijk zijn om die beslissing aan te vechten, hetzij rechtstreeks met het platform, hetzij via een alternatieve geschillenbeslechting, hetzij voor de hoven en rechtbanken, naar keuze van de gebruiker.
    •  minderjarigen beschermen door passende maatregelen te nemen.

    Daarnaast legt de verordening nieuwe verplichtingen op aan de zeer grote online platforms en zoekmachines, namelijk:

    • een jaarlijkse evaluatie uitvoeren van de risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van hun diensten en op basis daarvan maatregelen nemen om de vastgestelde risico's te beperken, met name tegen desinformatie, gendergerelateerd geweld online, manipulatie van verkiezingen, schade die wordt berokkend aan minderjarigen online enz.
    • zich ook onderwerpen aan onafhankelijke controles van de naleving van hun verplichtingen in het kader van de DSA.
    • onderzoekers toegang geven tot bepaalde gegevens om hun werking en de evolutie van risico's online te bestuderen.

    Raadpleeg een gedetailleerd schema van die nieuwe verplichtingen en voor wie ze bedoeld zijn, op de pagina Wetgeving digitale diensten [CR(ESE5] van de website van de Europese Commissie.

    Op welke online‑inhoud is de DSA‑verordening van toepassing?

    De DSA‑verordening is een algemeen en transversaal instrument dat aanbieders van tussenhandeldiensten verplichtingen oplegt om de verspreiding van alle soorten illegale inhoud via hun diensten zoveel mogelijk te beperken. De DSA is niet bedoeld om van toepassing te zijn op specifieke online‑inhoud, en nog minder om die inhoud al dan niet te beoordelen als illegaal. Die kwesties worden rechtstreeks behandeld in meer specifieke “sectorale” wetteksten op nationaal of Europees niveau.

    Zo is het bijvoorbeeld aan de politie en gerechtelijke autoriteiten om mogelijk terroristische of pedopornografische online‑inhoud op te sporen, ze als dusdanig te beoordelen en vervolgens actie te ondernemen tegen tussenpersonen om deze inhoud te verwijderen en op basis van sectorale wetgeving juridische stappen te ondernemen.

    Hetzelfde geldt voor

    • De Economische Inspectie, die zich bezighoudt met activiteiten die de regels over consumentenbescherming overtreden, oneerlijke praktijken, namaakproducten enz.
    • De Belgische Mededingingsautoriteit en de onlinepraktijken die ingaan tegen de mededingingsregels de toezichthouders op de media.
    • De audiovisuele mediadiensten die worden verstrekt op het internet en die de regels voor die inhoud niet zouden naleven.
    • De Belgische Mededingingsautoriteit en de onlinepraktijken die ingaan tegen de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG of “GDPR”).
    • Het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten wat betreft de illegale verkoop van geneesmiddelen op het internet...
    Hoe draagt de DSA‑verordening bij tot de bestrijding van illegale online‑inhoud?

    De DSA‑verordening voorziet in nieuwe middelen waarmee alle spelers in het online‑ecosysteem kunnen strijden tegen illegale online‑inhoud, inclusief gevaarlijke of nagemaakte producten.

    Enkele van die middelen zijn:

    • Gebruikers moeten de aanwezigheid van mogelijk illegale inhoud op een dienst kunnen melden aan de webhosts of platforms die de dienst aanbieden. De dienstverlener is dan verplicht om de melding te onderzoeken en actie te ondernemen. Als de melding afkomstig is van een “betrouwbare flagger” (als zodanig aangesteld door de de digitaledienstencoördinator (DSC) of een andere bevoegde autoriteit op basis van zijn specifieke deskundigheid en bevoegdheid), moet ze met voorrang worden behandeld.
    • Als hun nationale wetgeving dit toestaat, kunnen de administratieve of gerechtelijke autoriteiten elke dienstverlener die actief is in de EU, ongeacht zijn plaats van vestiging, bevelen om illegale inhoud te verwijderen volgens de regels van hun lidstaat of de toepasselijke Europese teksten. In dat geval verplicht de DSA de dienstverlener om de autoriteit die het bevel heeft gegeven zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van de eventuele maatregelen die werden genomen in reactie op het bevel, met vermelding of en wanneer er gevolg is gegeven aan het bevel.
    • Onlinemarktplaatsen moeten garanderen dat professionele verkopers die hun diensten gebruiken traceerbaar zijn. Hun online‑interface moet handelaars ook in staat stellen om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen, inclusief informatieverplichtingen naar de consument toe. Daarnaast moeten onlinemarktplaatsen redelijke inspanningen leveren om steekproefsgewijs officiële databanken te controleren om te zien of een product of dienst als illegaal is gemeld en indien nodig passende actie ondernemen. Die verplichtingen zijn bedoeld om oneerlijke verkopers af te schrikken en een veilige, transparante en betrouwbare onlineomgeving voor consumenten te garanderen.
    • Na een risicobeoordeling moeten de zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines maatregelen nemen om de geïdentificeerde risico's te beperken, met name om hun gebruikers te beschermen tegen de verspreiding van illegale inhoud, goederen en diensten. De genomen maatregelen in dat kader worden ook onderworpen aan een jaarlijkse onafhankelijke controle.
    Hoe draagt de DSA‑verordening bij tot de bestrijding van inhoud die niet illegaal maar wel “schadelijk” is?

    Om een delicaat evenwicht te garanderen tussen de strijd tegen onlinecriminaliteit en de vrijheid van meningsuiting, gaat de DSA niet zo ver dat platforms verplicht worden om inhoud te verwijderen die legaal maar schadelijk is. De definitie van schadelijke inhoud kan immers erg breed zijn. De afbakening ervan is relatief vaag en subjectief. Dit soort inhoud moet daarom niet op dezelfde manier worden behandeld als illegale inhoud.

    De DSA pakt deze kwestie actief aan. De zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines moeten in hun jaarlijkse risicobeoordelingen immers rekening houden met de risico's op desinformatie, manipulatie van informatie, bijvoorbeeld tijdens verkiezingen of pandemieën, en de schade die wordt berokkend aan minderjarigen of andere groepen van kwetsbare gebruikers. Om de verspreiding van schadelijke inhoud tegen te gaan, moeten die platforms en zoekmachines ook geschikte maatregelen nemen, met respect voor de vrijheid van meningsuiting.

    Tot slot moedigt de DSA de ontwikkeling van gedragscodes aan, wanneer er nieuwe maatschappelijke schade wordt vastgesteld op meerdere zeer grote onlineplatforms of zeer grote onlinezoekmachines. Dit gebeurt op initiatief van de Commissie door de relevante spelers te betrekken.

    Hoe wordt de vrijheid van meningsuiting beschermd binnen de DSA‑verordening?

    De DSA-verordening besteedt bijzondere aandacht aan de bescherming van de fundamentele rechten die worden gegarandeerd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name de vrijheid van meningsuiting en informatie. Er moet een delicaat evenwicht worden gevonden tussen die vrijheden enerzijds en de noodzaak om illegale en/of schadelijke online‑inhoud te bestrijden anderzijds.

    De regels van de DSA gaan daarom gepaard met garanties met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting en het recht op een doeltreffende voorziening tegen beslissingen van platforms om inhoud te modereren.

    Enkele voorbeelden hiervan zijn:

    • Alle gebruikers moeten de mogelijkheid hebben om de beslissing om een inhoud-item van hen te verwijderen, aan te vechten, zelfs als de beslissing gebaseerd is op de algemene voorwaarden van het platform. Hetzelfde geldt als een account wordt geschorst of inhoud op een andere manier wordt beperkt. Daarbij kunnen gebruikers ervoor kiezen om hun klacht rechtstreeks in te dienen bij het platform, bij een instantie voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting of voor de rechtbank.
    • Voordat ze een klacht kunnen indienen, moeten gebruikers worden geïnformeerd over de moderatiebeslissing die op hen betrekking heeft. De DSA verplicht het platform om de gebruiker te informeren en de redenen te geven voor de beslissing om inhoud van de gebruiker te verwijderen, zijn account op te schorten of een andere vorm van moderatie toe te passen.
    • Om vertrouwen op te bouwen tussen platforms en hun gebruikers moeten aanbieders van diensten transparant zijn over hun moderatiebeleid door dit openbaar en begrijpelijk te maken.
    • De zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines moeten jaarlijks de impact van hun diensten op de uitoefening van fundamentele rechten en in het bijzonder op de vrijheid van meningsuiting en van informatie beoordelen. Die spelers moeten ook passende maatregelen nemen om de vastgestelde risico's te beperken. Onder andere die maatregelen zullen jaarlijks aan een onafhankelijke controle worden onderworpen.
    Wat zijn de voordelen van de DSA‑verordening voor gebruikers van onlinetussenhandeldiensten?

    Tussenhandeldiensten zoals onlineplatforms of sociale netwerken zijn onmisbare spelers geworden in het dagelijkse leven van veel Belgische en Europese burgers. De digitale transformatie en het toegenomen gebruik van die diensten hebben ook tot nieuwe risico's en uitdagingen geleid voor hun gebruikers. Een van de doelstellingen van de DSA‑verordening is het verbeteren van de onlineveiligheid door burgers in staat te stellen hun ideeën vrij uit te drukken, online te communiceren en producten of diensten te kopen terwijl ze minder worden blootgesteld aan illegale activiteiten, inhoud en producten, en dit alles met respect voor de fundamentele rechten.

    De voordelen van de nieuwe regels zijn met name:

    • Verhoogde kwaliteit van diensten en producten voor consumenten. Onlinemarktplaatsen hebben een specifieke verplichting om professionele verkopers die gebruikmaken van hun diensten te identificeren. Dat maakt het eenvoudiger om oneerlijke verkopers op te sporen en te voorkomen dat ze illegale producten aanbieden aan potentiële kopers, zoals nagemaakte en/of gevaarlijke producten.
    • Nieuwe rechten voor gebruikers. Onlineplatforms zijn verplicht om een mechanisme op te zetten waarmee elke gebruiker illegale inhoud op hun dienst kan melden. Gebruikers moeten op de hoogte worden gebracht van en de redenen krijgen voor elke beslissing die het platform neemt over moderatie, in het bijzonder over de verwijdering van inhoud van de gebruikers, de schorsing of verwijdering van een account enzovoort. Gebruikers hebben dan de mogelijkheid om die beslissing aan te vechten.
    • Meer transparantie wat betreft reclame. Gebruikers worden beter geïnformeerd over de reclame die hen wordt aangeboden op onlineplatforms. Onlinereclame op basis van profilering is voortaan verboden ten aanzien van minderjarigen. Gerichte advertenties op basis van bepaalde categorieën van gevoelige gegevens zoals politieke opvattingen, seksuele geaardheid of etniciteit, zijn verboden.
    • Specifieke bescherming voor minderjarigen. Naast het verbod op gerichte reclame voor minderjarigen verplicht de DSA onlineplatforms die toegankelijk zijn voor minderjarigen om passende maatregelen te nemen die een hoog niveau van privacybescherming, veiligheid en beveiliging garanderen voor de jonge gebruikers van hun diensten.
    • Meer verantwoordelijkheden voor zeer grote onlinespelers. Gezien hun rol in het faciliteren van het publieke debat, economische transacties en de verspreiding van informatie, moeten de zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines voldoen aan specifieke en aanvullende verplichtingen. Een van de praktische gevolgen van die verplichtingen is dat gebruikers ervoor kunnen kiezen om de criteria te wijzigen die het platform gebruikt om hen inhoud aan te bevelen. Bovendien moeten die platforms zich onderwerpen aan een onafhankelijke controle en aan verzoeken van onderzoekers om toegang te krijgen tot bepaalde gegevens, zodat ze hun werking en de evolutie van de onlinerisico's kunnen bestuderen. De resultaten van die controleverslagen en de door de onderzoekers uitgevoerde studies zullen toegankelijk zijn voor de gebruikers van die diensten en zullen een nieuwe bron van informatie bieden over hun activiteiten.
    Welke gevolgen heeft de DSA‑verordening voor ondernemingen?

    De DSA vormt een volledige aanvulling en harmonisering van de regels die van toepassing zijn op de tussenhandeldiensten in de interne markt. Aanbieders van hostingdiensten, platforms, onlinemarktplaatsen enz. zijn voortaan dus onderworpen aan één kader van identieke regels in heel Europa.

    Dat is vooral gunstig voor kleinere ondernemingen die voorheen werden benadeeld door de hoge kosten in verband met de versnippering en naleving van de wetgeving over aanbieders van tussenhandeldiensten, die soms sterk verschilde van lidstaat tot lidstaat. De harmonisatie van die regels zal het voor innovatieve kmo's en start‑ups gemakkelijker maken om zich binnen de EU uit te breiden en te ontwikkelen.

    Om onevenredige beperkingen te vermijden, worden kleine en micro‑ondernemingen bovendien vrijgesteld van een groot deel van de regels van de DSA.

    Tot slot genieten ondernemingen die online actief zijn ook van de regels die de DSA oplegt aan aanbieders van tussenhandeldiensten. Zo kunnen ondernemingen bijvoorbeeld illegale inhoud (zoals namaakproducten) die hun activiteiten schaden, melden. Ze hebben ook toegang tot de beroepsmogelijkheden om onterechte verwijdering van legitieme inhoud aan te vechten.

    Sinds wanneer zijn de nieuwe verplichtingen van kracht?

    Gezien hun belang en de potentiële risico's die ze met zich meebrengen, moeten de zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines al sinds 25 augustus 2023 aan de nieuwe regels voldoen.

    De DSA is van toepassing op de rest van de aanbieders van tussenhandeldiensten sinds 17 februari 2024, de datum waarop de verordening volledig in werking trad.

    Wie houdt toezicht op de naleving van de DSA‑verordening?

    De Europese Commissie is de belangrijkste toezichthouder voor zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines (met ten minste 45 miljoen gebruikers). Andere aanbieders van tussenhandeldiensten vallen onder toezicht van de bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen door de lidstaten waarin ze gevestigd zijn.

    Als er meerdere bevoegde autoriteiten aangewezen zijn in dezelfde lidstaat, moet een van hen worden aangewezen als digitaledienstencoördinator of “Digital Services Coordinator” (hierna “DSC”). De DSC is het enige contactpunt voor elke lidstaat en is verantwoordelijk voor een doeltreffende en consistente coördinatie van het toezicht en de monitoring van de verordening.

    Wat is een digitaledienstencoördinator (DSC)? 

    Elke lidstaat wijst in voorkomend geval een digitaledienstencoördinator (Digital Services Coordinator of DSC) aan onder de bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen voor toezicht en handhaving van de DSA-verordening. Naast de taken als bevoegde autoriteit is deze DSC verantwoordelijk voor de coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen door deze lidstaat. Zo draagt de DSC bij aan effectief en consistent toezicht en handhaving van de DSA-verordening in dat land.

    Wie controleert de naleving van de DSA-verordening in België?

    In België zijn vier bevoegde autoriteiten aangewezen:

    • het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT): verantwoordelijk voor de toepassing van de DSA op de federale bevoegdheden
    • de toezichthouders op de media van de 3 gemeenschappen, die elk bevoegd zijn voor gevallen waarin de DSA van toepassing is op gemeenschapsbevoegdheden:
    • de Conseil Supérieur de l'Audiovisuel (CSA),
    • de Vlaamse Regulator voor Media (VRM),
    • de Medienrat.

    Onder hen werd het BIPT gekozen om de rol van digitaledienstencoördinator (DSC) voor België op te nemen. De samenwerking tussen de DSC en de andere bevoegde autoriteiten bij de toepassing van de DSA wordt geregeld door een samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en de drie gemeenschappen. Dit akkoord bepaalt onder andere de procedures voor samenwerking en informatie‑uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten, alsook de vertegenwoordiging en uitwerking van het Belgische standpunt in de Europese Raad voor digitale diensten, een onafhankelijke adviesgroep bestaande uit de DSC's van de 27 lidstaten.

    Hoe kan ik klacht indienen over de niet‑naleving van de DSA‑verordening?

    U kunt een klacht indienen over het niet naleven van de DSA-verordening door die te richten aan het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT).

    Laatst bijgewerkt
    17 mei 2024