In juni 2011 kondigde de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN) het einde van de beperkingen aan op de generieke topleveldomeinnamen, waarvan het aantal vroeger begrensd was tot 22. Elke privé- of overheidsinstelling kan een aanvraag indienen om een eigen suffix te hebben en een gTLD-register aan te maken. Eind 2013 zouden dus 1.000 nieuwe gTLD’s door de ICANN worden toegekend. Deze evolutie kwam met name tot stand door het feit dat men de zichtbaarheid van merken wil vergroten, steeds meer gerichte domeinnamen wil toekennen en de mededinging en de innovatie wil stimuleren.
De aanvragen werden tussen 12 januari en 12 april 2012 ingediend. Op 13 juni 2013 werd vervolgens een lijst met 1.930 aanvragen gepubliceerd. De meeste aanvragen zijn afkomstig uit Noord-Amerika (911) en Europa (675), terwijl Latijns-Amerika en Afrika respectievelijk slechts 24 en 17 aanvragen indienden. Er bestaan bepaalde garanties tegen omstreden of gevoelige gTLD-aanvragen. De staten kunnen op deze problematische aanvragen reageren met de “early warning”-procedure waarbij een overheid aan een kandidaat bekendmaakt dat zij uitleg wenst en hem aanmaant tot aanpassing of eventueel intrekking van zijn aanvraag. Dit type procedure wordt door het “Governmental Advisory Committee” (GAC) van de ICANN uitgevoerd. Dit comité vertegenwoordigt de verschillende overheidsinstellingen, waaronder de Algemene Directie Telecommunicatie en Informatiemaatschappij.
Het einde van de beperkingen op de gTLD heeft grote gevolgen op de consumentenbescherming, de naleving van het beginsel van vrije mededinging en van de geldende reglementering, het belangenconflict tussen gebruikers dat resulteert uit aanvragen voor eigen gebruik, de bescherming van geografische namen en van het intellectueel eigendomsrecht. Bovendien is het beheer van de domeinnamen belangrijk voor de Belgische internetinfrastructuur en de goede werking van onze economie. De toename van het aantal gTLD’s zal de manier waarop informatie op het internet wordt gevonden volledig veranderen. Het is dus essentieel dat België deelneemt aan deze werkzaamheden die het toekomstig internet aankondigen.