Table of Contents
Op deze pagina staat een vereenvoudigd overzicht van de omgevings‑ en stedenbouwkundige vergunningen in het Brusselse Gewest. Of u nu een operator of verantwoordelijke voor openbare werken bent, deze gids helpt u uw weg te vinden in de wereld van vergunningen en reglementeringen. Voor meer details kunt u de volledige versie van de vergunningen en reglementeringen voor elke sectie raadplegen.
Omgevingsvergunning
De ordonnantie van 5 juni 1997 is de belangrijkste tekst wat betreft het verstrekken van omgevingsvergunningen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Volgens die ordonnantie moet alleen voor geregistreerde en ingedeelde inrichtingen die tot specifieke categorieën behoren, een omgevingsvergunning worden verkregen. Inrichtingen van klasse IA, IB, ID en II vereisen een omgevingsvergunning voor de werking, terwijl inrichtingen van klasse IC en III slechts een voorafgaande aangifte vereisen. De lijsten van inrichtingen voor elke klasse worden gedefinieerd in afzonderlijke besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
Ingedeelde inrichtingen
Klasse ID werd speciaal ontwikkeld voor operatoren van telecommunicatienetwerken om de procedure voor het verkrijgen van omgevingsvergunningen te vereenvoudigen en te versnellen. Die klasse werd ingevoerd door een ordonnantie in 2014 en betreft antennes die gedurende meer dan 10 dagen golven uitzenden, waarvoor een vergunning vereist is. Er zijn echter uitzonderingen: voor antennes met effectief EIRP-vermogen van minder dan 2W, lineaire stralingssystemen, toegelaten wifi-antennes, straalverbindingen en verplaatste antennes is geen omgevingsvergunning nodig. Voor passieve antennes, die als 1C geklasseerd zijn, is alleen een aangifte nodig voorafgaand aan de exploitatie ervan. Kabelinfrastructuur is dan weer niet opgenomen in de lijst van inrichtingen waarvoor een vergunning of aangifte vereist is.
Meer informatie over de omgevingsvergunning
Aanvraagprocedure
De procedure voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor inrichtingen van klasse ID in Brussel wordt geregeld door de ordonnantie van 5 juni 1997.
Versnelde procedure
Sinds 2014 vallen antennes onder de versnelde vergunningsprocedure.
Uitsluitingen
- Uitzondering op basis van het antennevermogen: krachtens het besluit van 4 maart 1999 zijn antennes met een equivalent isotropisch uitgestraald vermogen (EIRP) lager dan 2W vrijgesteld van de verplichte omgevingsvergunning.
- Lineaire stralingssystemen: installaties zoals straalkabels en uitstralende golfgeleiders zijn ook vrijgesteld van de vergunningsplicht.
- Wifi-antennes: wifi-antennes zijn vrijgesteld op voorwaarde dat ze toegelaten zijn krachtens het koninklijk besluit van 18 december 2009 of elke andere bepaling die het besluit zou vervangen.
- Straalverbindingen en verplaatste antennes: dit soort installaties kan ook worden vrijgesteld van de vergunningsplicht.
- Passieve antennes en indoorantennes: voor die antennes is over het algemeen alleen een aangifte nodig in plaats van een omgevingsvergunning, mits hun effectief EIRP-vermogen lager is dan 5W.
- Kabelinfrastructuur: de exploitatie van kabelinfrastructuur is niet opgenomen in de lijst van inrichtingen waarvoor een vergunning of aangifte nodig is krachtens het ^besluit van 4 maart 1999.
Deadlines
Leefmilieu Brussel heeft 20 dagen om de ontvankelijkheid van een aanvraag te onderzoeken. Als het dossier volledig is, heeft Leefmilieu Brussel 30 dagen de tijd om een beslissing te nemen. Die termijnen kunnen worden verlengd als er aanvullende omgevingsbeoordelingen nodig zijn.
Bevoegde instantie
De omgevingsvergunning voor inrichtingen van klasse ID wordt afgeleverd door het Brussels Instituut voor Milieubeheer, beter bekend als Leefmilieu Brussel.
Aanvraag
De aanvraag moet een gedetailleerde beschrijving van de projectlocatie en de nabije omgeving bevatten, doorgaans aan de hand van plannen. Een verkennend bodemonderzoek kan nodig zijn, maar is momenteel niet vereist voor antennes, omdat ze niet worden beschouwd als een hoog risico op bodemverontreiniging. Aanvraag indienen: de nodige formulieren om een aanvraag in te dienen, zijn beschikbaar op de website van Leefmilieu Brussel. Aanvragen kunnen online worden ingediend via het platform MyPermit.Environnement of op papier.
Prijs
Voor elke aanvraag van een omgevingsvergunning voor een inrichting van klasse ID moet € 125 worden betaald.
Procedure voor aangiften
De procedure voor de aangifte van bepaalde passieve antennes en indoorantennes van klasse 1C in Brussel wordt geregeld door het besluit van 5 juni 1997. Dit is een vereenvoudigde samenvatting van de stappen en voorwaarden:
Deadlines
Na indiening beschikt het college van burgemeester en schepenen over 20 dagen om de volledigheid van de aangifte te onderzoeken (artikel 66, §2). Als de aangifte volledig wordt bevonden, wordt ze automatisch aanvaard, opdat de exploitatie van de inrichting kan starten in overeenstemming met artikel 67, §1. Als er gegevens of documenten ontbreken, brengt het college van burgemeester en schepenen de aanvrager hiervan op de hoogte binnen de 20 dagen. Na ontvangst van de ontbrekende documenten heeft Leefmilieu Brussel nog 10 dagen de tijd om ze te onderzoeken.
Bevoegde instantie
Het gemeente is, krachtens artikel 66, §1, tweede lid, van de ordonnantie van 5 juni 1997, verantwoordelijk voor het ontvangen van de aangiftes van de operatoren.
Prijs
De aangifte van inrichtingen van klasse 1C is gratis.
Stedenbouwkundige vergunning
De verplichting om een stedenbouwkundige vergunning te verkrijgen alvorens bepaalde werken uit te voeren, wordt in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest geregeld door het Brusselse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, zoals vastgesteld in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 april 2004.
Desbetreffende werken
Antennes en masten
- Deze structuren worden meestal gemonteerd op masten of pylonen en worden beschouwd als “vaste inrichtingen” volgens het Brusselse Wetboek van Ruimtelijke Ordening.
- Om die structuren te plaatsen is een stedenbouwkundige vergunning nodig.
- Er zijn uitzonderingen voor bepaalde zendantennegerelateerde werken, zoals het vervangen van een pyloon door een pyloon van dezelfde hoogte of hetzelfde type, en het plaatsen van zendantennes tegen een gevel, op een schoorsteen of een plat dak.
- In het geval van beschermd erfgoed is een vergunning vereist voor de installatie van zendantennes.
Ondergrondse kabels
- Omdat ze als “vaste inrichtingen” worden beschouwd, kan voor de installatie ervan een stedenbouwkundige vergunning nodig zijn, vooral als ze verband houden met wegwerkzaamheden.
- Er zijn uitzonderingen voor bepaalde werkzaamheden, zoals het plaatsen van kabels in de openbare ruimte, onder bepaalde voorwaarden.
Gevelkabels
- Sommige werkzaamheden waarbij kabels tegen een gevel worden geplaatst, zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht, op voorwaarde dat de kabel het ontwerp van het gebouw volgt en een gelijkaardige kleur heeft.
- Voor gevels die deel uitmaken van beschermd erfgoed, zijn die werkzaamheden vergunningsplichtig.
Kabels op palen
De reglementering is minder duidelijk, maar het lijkt erop dat voor dit type geen vrijstellingen gelden die vergelijkbaar zijn met die voor ondergrondse installaties.
Points of Presence
- Points of Presence zijn nodig voor de werking van antennes, en vallen onder bepaalde voorwaarden onder vrijstellingen, bijvoorbeeld wanneer ze ondergronds of in een bestaand gebouw worden geplaatst.
- In andere gevallen is een stedenbouwkundige vergunning vereist.
Speciale gevallen
- Voor beschermde gevels gelden strengere regels.
- Er zijn specifieke vrijstellingen voor het plaatsen van kleine aansluitdozen tegen een gevel.
Aanvraagprocedure
De procedure voor het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt bepaald door het BWRO. Voor bepaalde werken (zoals het plaatsen van antennes of kabels) bestaat er een vereenvoudigde procedure die geen raadpleging van verschillende commissies of een openbaar onderzoek vereist.
Voor werken op beschermde eigendommen zijn echter meer ingewikkelde procedures vereist.
Bevoegde instantie
De bevoegde instantie voor vergunningen is de gemachtigde ambtenaar, vooral voor openbare werken zoals telecommunicatienetwerken.
Aanvraag
De aanvraag kan per aangetekende brief worden ingediend of worden afgeven op het kantoor van de ambtenaar. De aanvraag kan ook online worden ingediend via het systeem MyPermit Urban. De overheid heeft een precieze lijst opgesteld van documenten die bij de aanvraag moet worden gevoegd. Er moet een standaardformulier worden ingevuld dat beschikbaar is op de website Urban.Brussels.
Deadlines
De ambtenaar heeft 45 dagen de tijd om te controleren of de aanvraag volledig is. Als er documenten ontbreken, wordt de aanvrager daarvan op de hoogte gesteld. Na ontvangst van de documenten heeft de ambtenaar nog eens 45 dagen de tijd om ze te bestuderen. Zodra bevestigd werd dat het dossier volledig is, is de termijn voor een antwoord over het algemeen 75 dagen, maar dit kan worden verlengd tot 160 dagen voor complexere gevallen.
Kosten
Er zijn geen kosten verbonden aan het indienen van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning bij de gemachtigde ambtenaar.
Meer informatie over de stedenbouwkundige vergunning
Signalisatievergunning
Krachtens artikel 78.1.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 moet een vergunning worden verkregen om signalisatieborden te plaatsen op de openbare weg in Brussel. Die regel is nog steeds van kracht. Daarnaast kan de Brusselse overheid het Osiris-systeem gebruiken voor het beheer van andere vergunningen die betrekking hebben op de openbare weg, zoals signalisatieplannen.
Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 april 2019 bepaalt dat bepaalde vergunningen, zoals verkeersvergunningen, parkeervergunningen en de beperking of verbieding van het wegverkeer, in Osiris moeten worden geregistreerd. Hieronder vallen ook signalisatievergunningen, hoewel de precieze regels voor het aanvragen ervan niet helemaal duidelijk zijn en per gemeente kunnen verschillen. Ook de kosten kunnen per gemeente verschillen.
Meer informatie over de signalisatievergunning
Werven en werkzaamheden (Osiris)
Osiris is de tegenhanger van het Vlaamse GIPOD in de Brusselse hoofdstad. Osiris werd opgericht door de ordonnantie van 3 juli 2008 en ontwikkeld door de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg.
Doelstellingen
- IT-systeem voor de uitwisseling van informatie en coördinatie van werkzaamheden op de openbare weg.
- Centraliseert de gegevens van werkzaamheden en projecten in het Brusselse Gewest.
- Deelt die gegevens met de betrokken partijen, waaronder de politiezones en openbaarvervoermaatschappijen.
Toelating vragen voor werven
Institutionele verzoekers
Institutionele verzoekers zijn overheidsadministraties, zoals politiezones en de MIVB, maar ook bedrijven die wettelijk gemachtigd zijn om werken uit te voeren op de openbare weg. Telecommunicatieoperatoren die actief zijn in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, zoals Proximus, Orange, VOO en Telenet, zijn voorbeelden van dergelijke aanvragers. Zij hebben specifieke rechten en plichten voor werken op de openbare weg, die zijn vastgelegd in de ordonnantie van 3 mei 2018.
Niet-institutionele verzoekers
Deze categorie omvat particulieren en bedrijven die niet actief betrokken zijn bij het beheer van openbare infrastructuur, zoals kabels en leidingen. Hun rechten en plichten met betrekking tot openbare werken zijn niet gedetailleerd in deze tekst.
Planning van werken
Institutionele verzoekers moeten hun prioritaire doelstellingen aankondigen in een vijfjarenplanning, en die vóór 31 oktober van elk jaar bijwerken.
Tweemaal per jaar, ten laatste op 30 april en 31 oktober van elk jaar, moeten ze ook de bijgewerkte programmatie van hun werven voor het komende jaar invoeren in Osiris.
Er zijn enkele uitzonderingen voor het opnemen van werken in het programma, met name voor kleine werven tussen twee kruispunten of werken die minder dan 30 werkdagen duren.
Verplichting tot coördinatie van openbare werken
- De institutionele verzoekers moeten Osiris gebruiken om hun werfprojecten aan te kondigen (werken op, onder of boven de openbare weg) aan de andere institutionele verzoekers.
- Die aankondiging moet de desbetreffende werkzone vermelden.
- Andere institutionele verzoekers hebben dan 15 dagen de tijd om te antwoorden als zij ook projecten hebben lopen in die zone.
- Er zijn bepaalde uitzonderingen waarbij een oproep tot coördinatie niet nodig is, zoals bij kleine werken tussen twee kruispunten, ondergrondse werken die geen impact hebben op het verkeer, herasfalteringswerven en wegmarkeringen.
Meer informatie over werven en werkzaamheden
Gebruik van openbare wegen
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest maakt, net als het Vlaamse Gewest, een onderscheid tussen gewestwegen en gemeentewegen voor het verkrijgen van een vergunning voor werken op de openbare weg. Volgens de ordonnantie van 3 mei 2018 zijn de regels voor het verkrijgen van die vergunning dezelfde voor beide soorten wegen. Die ordonnantie heeft de procedure geharmoniseerd voor het verkrijgen van een “uitvoeringsvergunning”, die nodig is om werken uit te voeren op, onder of boven wegen, wat betreft zowel gewestwegen als gemeentewegen.
Desbetreffende werken
Grote werken, ‘werven’ of ‘bouwplaatsen’ genoemd, die een impact hebben op de weg (onder, boven of langs de weg) mogen alleen worden uitgevoerd als vooraf een uitvoeringsvergunning werd verkregen.
Uitzonderingen
Zelfs voor werken die zijn vrijgesteld van een vergunning, moet een aangifte van uitvoering worden opgesteld.
- Dringende werken: dringende werken mogen worden uitgevoerd zonder vergunning.
- Werven van gering belang: bepaalde minder belangrijke werken zijn ook vrijgesteld van een vergunning. Het gaat om kleine werken (minder dan 300 m²) van korte duur (maximaal 60 dagen voor bovengrondse werken of 30 dagen voor ondergrondse werken) die geen impact hebben op het openbaar vervoer.
- Gerichte werken: snelle en minder belangrijke interventies (zoals reparaties die één dag duren en niet meer dan 1 m² in beslag nemen, of handelingen om de weg gebruiksvriendelijker te maken in de winter) kunnen worden uitgevoerd zonder het verkeer te hinderen, en worden vooral uitgevoerd buiten de spitsuren.
Uitvoeringsprocedure
Telecommunicatie-organisaties en ‑operatoren moeten eerst een coördinatieverzoek indienen via Osiris voordat ze een uitvoeringsvergunning kunnen aanvragen.
Toepassingsvoorwaarden
De vergunningsaanvraag moet de volgende zaken vermelden:
- De grenzen van de werf.
- De werkzone.
- De laad‑ en loszones.
- De geplande periode van de werken.
- Een eenvoudige beschrijving van de werkzaamheden voor het publiek.
- Een verslag met een samenvatting van de antwoorden van andere organisaties op de coördinatieaanvraag en een plan met de locatie van de werken van andere organisaties.
- Een plan voor tijdelijke haltes voor openbaar vervoer en taxi's.
Voorwaarden en termijnen
Voor gewestwegen is over het algemeen het advies van de commissie vereist. Voor gemeentewegen is dat vereist als de weg van groot belang is voor het gewest. De bevoegde autoriteit (de gemeente voor gemeentewegen, het gewest voor gewestwegen) heeft 30 dagen de tijd om te controleren of de aanvraag volledig is. Als de aanvraag onvolledig is, krijgt men 30 extra dagen om het dossier aan te vullen.
- De grenzen van de werf.
- De werkzone.
- De laad‑ en loszones.
- De geplande periode van de werken.
- Een eenvoudige beschrijving van de werkzaamheden voor het publiek.
- Een verslag met een samenvatting van de antwoorden van andere organisaties op de coördinatieaanvraag en een plan met de locatie van de werken van andere organisaties.
- Een plan voor tijdelijke haltes voor openbaar vervoer en taxi's.
Kosten
- Voor een gecoördineerde werf: 80 euro.
- Voor een niet-gecoördineerde werf: 60 euro. 60 euro.
Procedure voor aangifte
Voor de aangifte van uitvoering moeten vergelijkbare gegevens en documenten worden verstrekt als voor de aanvraag van een uitvoeringsvergunning. Aangiften moeten worden gedaan via Osiris.
Voorwaarden en termijnen
Aangiften moeten naar de overheid (gewest of gemeente) worden gestuurd:
- Voor spoedgevallen: op de werkdag na de start van de werf.
- Voor werven die zijn vrijgesteld van bijzondere voorwaarden: op de dag dat de werf start.
- In alle andere gevallen: minstens tien werkdagen vóór de start van de werf.
Kosten
De kosten voor de aangifte van uitvoering bedragen 20 euro.
Meer informatie over het gebruik van openbare wegen
Kabels en leidingen (KLIM)
In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wordt de informatie over ondergrondse kabels en leidingen beheerd via het federale KLIM-platform, in tegenstelling tot het Vlaamse Gewest dat zijn eigen KLIP-platform gebruikt. Bedrijven in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die deze infrastructuren beheren, moeten zich registreren bij het KLIM en de voorschriften van de gewestelijke overheid volgen.
Hoe werkt KLIM?
- In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wordt de informatie over ondergrondse kabels en leidingen beheerd door het federale KLIM-platform.
- KLIM wordt gebruikt om bouwbedrijven (ontwerpers, aannemers, ondernemers) te informeren over de ligging van ondergrondse infrastructuren in de buurt van werven.
Verplichtingen
- Bedrijven die kabels en leidingen beheren, moeten zich registreren bij het KLIM.
- Ze moeten aangeven in welke gebieden ze actief zijn.
- Voordat een werf van start gaat, moet een verzoek om informatie over de ondergrondse infrastructuur van de werf worden ingediend.
- Er zijn uitzonderingen op die verplichting bij noodgevallen, ondiep handmatig werk en werven op landbouwgrond of privéterreinen.
Termijnen en kosten
- Bedrijven hebben 15 werkdagen de tijd om de gevraagde informatie te verstrekken.
- De planaanvraag en de informatie die door de bedrijven wordt verstrekt, zijn gratis, in tegenstelling tot het Vlaamse Gewest, waar kosten kunnen worden aangerekend.