Table of Contents
In het Waalse Gewest wordt de regelgeving rond de stedenbouwkundige vergunning uiteengezet in het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling (Code du Développement Territorial), zoals aangenomen door het Waalse decreet van 20 juli 2016. Het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling werd later aangevuld met een reglementair gedeelte, waarin de bepalingen van het decretale gedeelte verder uitgewerkt worden.
Vergunningsplichtige werken
Antennes
Antennes worden meestal op een mast of een pyloon geplaatst. Het plaatsen van een mast of een pyloon zal overeenkomstig artikel D.IV.4, 1° van de CODT gekwalificeerd worden als het oprichten van een constructie, hetgeen een vergunningsplichtige stedenbouwkundige handeling uitmaakt.
Het reglementaire deel van de CODTbevat een lijst van werken waarvoor de uitvoering niet gepaard dient te gaan met de aflevering van een voorafgaandelijke stedenbouwkundige vergunning. De volgende vrijstellingen op de stedenbouwkundige vergunningsplicht zijn onder andere voorzien door het reglementaire gedeelte van de CODT:
- De vervanging van een bestaande pyloon of mast door een pyloon of mast van (maximaal) dezelfde hoogte en van hetzelfde type op dezelfde locatie. (artikel R.IV.1-1, Y-3)
- De vervanging van bestaande antennes door antennes met een gelijke of beperktere omvang, dan wel een grotere omvang op voorwaarde dat de totale hoogte van de mast of de pyloon zelf niet toeneemt en de nieuwe antennes een maximale hoogte hebben van 3,00 m (artikel R.IV.1-1, Y-2).
Naast het vervangen van bestaande pylonen, masten en antennes voorziet het reglementaire gedeelte ook enkele vrijstellingen op de vergunningsplicht voor de initiële plaatsing van antennes:
- de installatie van radio-, televisie-, parabool- en paneelantennes verankerd op een muur aan de achterkant van een gebouw (ten opzichte van de openbare weg) of minstens 4,00 m achter de rooilijn. De antenne mag niet meer dan 1 m² oppervlakte ruimte in beslag nemen en dient dezelfde kleur te hebben als de draagbasis (artikel R.IV.1-1, Y-12).
- de installatie van radio-, televisie-, parabool- en paneelantennes verankerd in de grond of op een dakdeel aan de achterkant van een gebouw (ten opzichte van de openbare weg). De antenne mag niet meer dan 1 m² oppervlakte ruimte in beslag nemen en dient dezelfde kleur te hebben als de draagbasis (artikel R.IV.1-1, Y-12).
- De installatie van radio-, televisie-, parabool- en paneelantennes op een plak dak met een maximale hoogte van 5 m, waarbij de hoogte van de antenne kleiner is dan de afstand tussen de antenne en de dakrand. De antenne mag niet meer dan 1 m² oppervlakte ruimte in beslag nemen (artikel R.IV.1-1, Y-13).
Een aandachtspunt is wel dat de vrijstellingen op de stedenbouwkundige vergunningsplicht niet gelden indien de werken betrekking hebben op beschermde (onroerende) goederen, bijvoorbeeld ingevolge de erkenning als monument of de toekenning van een voorlopige beschermingsstatus. In dergelijk geval zal de stedenbouwkundige vergunning ook pas na openbaar onderzoek toegekend kunnen worden.
Ondergrondse kabels
Het plaatsen van kabels onder de grond valt te kwalificeren als het als het oprichten van een constructie, hetgeen een vergunningsplichtige stedenbouwkundige handeling uitmaakt in de zin van artikel D.IV.4, 1° van de CODT.
Het reglementaire deel van de CODT bevat echter een belangrijke vrijstelling op de vergunningsplicht voor het leggen van kabels onder het openbaar domein. Artikel R.IV.1-1, W-3 voorziet in die zin een vrijstelling voor:
“De plaatsing, de verplaatsing, de verbouwing, de uitbreiding, of de verwijdering van vloeistofnetwerken (met een druk van ten hoogste 20 bar voor gas), energie (met een spanning van ten hoogste 70 KV voor elektriciteit) en telecommunicatienetwerken die in het publieke domein zijn aangebracht, verankerd, ondersteund of overhangend, met inbegrip van privé-aansluitingen, hulpelementen en bijbehorende uitrusting zoals palen, technische kasten, pylonen en palen met een maximale hoogte van 14 meter”.
Het leggen van telecommunicatiekabels onder het publieke domein is bijgevolg vrijgesteld van de verplichting een stedenbouwkundige vergunning te bekomen.
Gevelkabels
Telecommunicatiekabels worden ook regelmatig tegen gevels aangebracht. Artikel R.IV.1-1. Y-18 voorziet een vrijstelling op de stedenbouwkundige vergunningsplicht voor de plaatsing van gevelkabels indien de kabels een neutrale kleur hebben en ze geplaatst worden conform de bouwkundige lijnen van het gebouw. De vrijstelling geldt niet indien de kabels tegen de gevel van beschermde (onroerende) goederen geplaatst worden.
Kabels op palen of pylonen
Kabels worden uiteraard ook regelmatig tussen palen en pylon aangebracht. De aanleg van deze kabels zal vrijgesteld zijn van de verplichting een stedenbouwkundige vergunning te bekomen indien de kabels op palen of pylonen op het openbaar domein worden aangebracht (zie de vrijstelling voorzien door artikel R.IV.1-1, W-3).
Technische kasten
Technische kasten zijn in het straatbeeld veelvuldig terug te vinden en dienen om de kwaliteit en de werking van het telecommunicatienetwerk te garanderen. Technische (straat)kasten zijn eveneens constructies in de zin van artikel D.IV.4, 1° van de CODT en het plaatsen van een dergelijke kast is in principe onderworpen aan de stedenbouwkundige vergunningsplicht, tenzij een vrijstelling voorzien is door het reglementaire gedeelte van de CODT.
Artikel R.IV.1-1, lid 7, 1° van het reglementair gedeelte van de CODT bevat een uitgebreide definitie van wat onder een technische kast verstaan wordt:
“Een kast geplaatst in de nabijheid van een telecommunicatieantenne of een locatie voor telecommunicatieantennes en waarin de nodige technische elementen geplaatst zijn voor de goede werking van een telecommunicatieantenne of een locatie voor telecommunicatieantennes, zoals elektriciteitsdistributie, noodbatterijen, transmissie-elementen en koelsystemen, met inbegrip van het steunelement; kasten voor het transport, de distributie en de particuliere aansluiting van elektriciteit en gas, waarin de technische elementen zijn ondergebracht die nodig zijn voor de goede werking van deze installaties, zoals gasverbindingskasten, laag en middenspanningskasten voor het aansluiten of afsluiten van elektriciteit, telecommunicatiekasten, laad en losstations voor elektriciteit en gas;”
Het reglementaire gedeelte van de CODT voorziet in verschillende uitzonderingen op de stedenbouwkundige vergunningsplicht voor het plaatsen van technische kasten. Onder andere de volgende vrijstellingen kunnen spelen, afhankelijk van het concrete type kast en de locatie:
- De technische kasten op het openbaar domein (artikel R.IV.1-1, W-3)
- De vervanging technische kasten door technische kasten van een kleiner of gelijkwaardig volume (artikel R.IV.1-1, Y-1)
- De plaatsing van een technische kast op een plat dak op voorwaarde dat ze vanaf de weg niet zichtbaar is endat ze gelegen is op een afstand van minstens een anderhalve keer de hoogte van de kast vanaf de dakrand (artikel R.IV.1-1, Y-4)
- De plaatsing of de vervanging van technische kasten naast een pyloon of een paal geplaatst of in een technisch (artikel R.IV.1-1, Y-5)
- Tijdelijke technische kasten (artikel R.IV.1-1, Y-7)
- Technische kasten die om dringende redenen van openbaar belang (bijvoorbeeld veiligheidsoverwegingen) geplaatst moeten worden (artikel R.IV.1-1, Y-8)
- De plaatsing van technische kasten binnen gebouwen, bouwwerken of bestaande structuren (artikel R.IV.1-1, Y-10)
- De plaatsing van verbindingsdozen voor gebouwen, voor de kleur van de verbindingsdoos neutraal is (artikel R.IV.1-1, Y-18)
Points of presence
Points of presence kunnen worden vergeleken met technische kasten van een zekere omvang (bijvoorbeeld een cabine waarin een paar mensen tegelijk kunnen werken). Het vormen knooppunten in vaste en mobiele communicatienetwerken en door data te ontvangen en terug door te sturen kunnen ze de snelheid van de gegevensstromen verhogen.
Points of presence zijn constructies in de zin van artikel D.IV.4, 1° van de CODT en het plaatsen van een dergelijke constructie is in principe onderworpen aan de stedenbouwkundige vergunningsplicht, tenzij een vrijstelling voorzien is door het reglementaire gedeelte van de CODT.
Het begrip point of presence komt niet voor in het reglementaire deel van de CODT. In dit gedeelte van de CODT zijn wel een aantal vrijstellingen op de stedenbouwkundige vergunningsplicht voorzien voor installaties die noodzakelijk zijn in het kader van de exploitatie van telecommunicatienetwerken:
- Het plaatsen van technische kasten, dienstig voor de werking van telecommunicatienetwerken, op het openbaar domein (artikel R.IV.1-1, W-3)
- De plaatsing of de vervanging van technische kasten naast een pyloon of een paal geplaatst op de bodem of in een technisch lokaal gelegen in de nabijheid van een mast geplaatst op een dak (artikel R.IV.1-1, Y-5)
- de installatie van technische kasten op een plat dak, op voorwaarde dat ze niet zichtbaar zijn vanaf de straat (artikel R.IV, 1-1, Y-4)
Artikel R.IV, 1-1, Y-6 voorziet in een vrijstelling op de stedenbouwkundige vergunningsplicht voor de aanleg van technische installaties om de stabiliteit en de veiligheid van bestaande installaties evenals hun goede werking te verzekeren.
Operatoren zouden uit de vrijstelling geboden door artikel R.IV, 1-1, Y-6 kunnen afleiden dat Points of presence volledig vrijgesteld zijn van de stedenbouwkundige vergunningsplicht, aangezien ze bijdragen aan de goede werking van bestaande installaties. Rekening houdende met de andere voorziene vrijstellingen op de stedenbouwkundige vergunningsplicht voor technische kasten, waarbij de Regering er vaak over gewaakt heeft de vrijstellingen zeer precies af te bakenen (zie bijvoorbeeld artikel R.IV, 1-1, Y-1), dient een extensieve interpretatie van artikel R.IV, 1-1, Y-6 afgewezen worden.
De toepassing van de verschillende mogelijke vrijstellingen op de stedenbouwkundige vergunningsplicht voor Points of presence wordt bemoeilijkt door het gegeven dat het reglementaire deel van de CODT geen systematisch onderscheid maakt tussen kleine en grote technische kasten.
De specifieke uitzondering in artikel R.IV, 1-1, Y - 4 (voor de installatie van technische kasten op een plat dak) komt neer op een impliciete erkenning van het onderscheid tussen kleine aansluitdozen en points of presence, aangezien de grootte van de installatie hier wordt gebruikt als criterium voor de toepassing van de vrijstelling.
Kortom, om duidelijkheid te krijgen over de stedenbouwkundige vergunningsplicht voor het plaatsen van points of presence is het telkens raadzaam contact in overleg te treden met de bevoegde vergunningverlenende overheid.
Procedure voor het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning
Bevoegde instantie
In het algemeen kunnen twee instanties verantwoordelijk zijn voor het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning: het gemeentecollege van de gemeente waarde handelingen en werken uitgevoerd zullen worden (art. D.IV.14 en 15 van de CODT), en anderzijds de gedelegeerd ambtenaar. Uit artikel D.IV.22, 2° en artikel R.IV.22-2 van de CODT kan opgemaakt worden dat de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor handelingen en werken van openbaar nut zoals een telecommunicatienetwerk behandeld wordt door de gedelegeerd ambtenaar. Indien de aanvraag slechts gedeeltelijk betrekking heeft op handelingen en werken van openbaar nut blijft de gelegeerd ambtenaar bevoegd voor het geheel.
Een stedenbouwkundige vergunning voor werken met betrekking tot telecommunicatie-installaties moet dus worden aangevraagd bij de gedelegeerd ambtenaar. Welke gedelegeerd ambtenaar bevoegd zal zijn voor het project hangt af van de locatie van de geplande stedenbouwkundige handelingen. Via de site van de SPW Territoire van het Waals Gewest kan op een eenvoudige manier de bevoegde gelegeerd ambtenaar per gemeente teruggevonden worden.
Procedure
Een vereenvoudigde vergunningsprocedure is voorzien voor vergunningsaanvragen die onder de bevoegdheid van de gedelegeerd ambtenaar vallen.
Alle vergunningsaanvragen gaan gepaard met het opstellen van een vergunningsdossier (art. D.IV.26, §1 CODT). Vooraleer de vergunningsaanvraag in te dienen, kan de vergunningsaanvrager de bevoegde gedelegeerd ambtenaar verzoeken om een projectvergadering te organiseren (art. D.IV.31, §1 CODT).
De aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen die aan een openbaar onderzoek moeten worden onderworpen, worden vermeld in artikel R.IV.40-1, §1 van de CODT. Dit is onder andere het geval wanneer de stedenbouwkundige handelingen betrekking hebben op een beschermd onroerend goed.
Termijnen
De termijnen voor het afleveren van een stedenbouwkundige vergunning door de gedelegeerd ambtenaar worden bepaald door artikel D.IV.48 van de CODT.
Overeenkomstig artikel D.IV.48 van de CODT dient de gelegeerd ambtenaar, nadat het vergunningsdossier ontvankelijk en volledig verklaard werd, een beslissing te nemen over het toelaatbaarheid van het aangevraagde binnen een termijn van:
- 60 dagen wanneer de handelingen en de werken een beperkte impact hebben en wanneer de aanvraag geen bijzondere bekendmakingmaatregelen vereist en het advies van de diensten of commissies bedoeld in artikel D.IV.35 van de CODT niet wordt gevraagd
- 90 dagen wanneer de aanvraag geen bijzondere bekendmakingmaatregelen vereist en het advies van de diensten of commissies bedoeld in artikel D.IV.35 van de CODT niet wordt gevraagd
- 130 dagen wanneer de aanvraag bijzondere bekendmakingmaatregelen vereist of als het advies van de diensten of commissies bedoeld in artikel D.IV.35 van de CODT wordt gevraagd
Modaliteiten van de aanvraag
In overeenstemming met artikel D.IV.32 wordt een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning die onder de bevoegdheid van het gemeentecollege valt, per post naar het gemeentecollege gestuurd of tegen ontvangstbewijs afgegeven in het gemeentehuis. Een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning die valt onder de bevoegdheid van de gedelegeerde ambtenaar wordt per post naar de gedelegeerde ambtenaar gestuurd of tegen ontvangstbewijs afgegeven.
De aanvraagformulieren voor stedenbouwkundige vergunningen bij de gedelegeerd ambtenaar zijn te vinden op de website van de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijke ordening (SPW Aménagement du territoire), via de volgende link: CODT - Wetboek van Ruimtelijke ontwikkeling (Code du développement territorial) - Formulieren voor vergunningsaanvragen (Formulaires de demandes de permis) (wallonie.be). / CoDT - Wetboek van Ruimtelijke ontwikkeling (Code du développement territorial) (wallonie.be).
Prijs
Er worden geen kosten aangerekend in het Waalse Gewest.
Van gemeente tot gemeente en naargelang het project moeten er echter administratiekosten in de vorm van een gemeentelijke heffing worden betaald. Meer informatie kan worden verkregen door contact op te nemen met de betrokken gemeente (Voorbeeld voor de gemeente Baelen: Kosten van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning — Baelen).