Table of Contents
De verzoeningsprocedure wordt geregeld in het Gerechtelijk Wetboek, artikel 731 tot en met 734.
Het is een vrijwillige procedure tussen de partijen die een beroep doen op een neutrale derde om te helpen hun geschil bij te leggen in een vertrouwelijk kader.
De verzoener luistert naar elke partij en stelt daarna een oplossing voor. De partijen zijn vrij om die oplossing al dan niet te aanvaarden. De verzoener doet dus geen uitspraak in het geschil zoals een rechter dat zou doen.
Een verzoening kan al dan niet plaatsvinden in het kader van een vordering voor een rechtbank. In dat geval kan de verzoeningsprocedure gevoerd worden door de betrokken rechter, op voorwaarde dat dat tot zijn bevoegdheden behoort (vb.: voor een huurgeschil is de vrederechter bevoegd, terwijl voor een handelsgeschil van meer dan 5.000 euro tussen een consument en een professioneel de rechtbank van eerste aanleg bevoegd is).
De eventuele oplossing wordt vervolgens op schrift gesteld.
Mislukt de verzoeningspoging, dan kunt u nog steeds een arbitrageprocedure starten of naar de rechtbank te gaan.
Er bestaan geen algemene modeldocumenten voor verzoening (zoals bijvoorbeeld algemene typeclausules waarbij in geval van geschil een instantie wordt aangeduid die als verzoener optreedt). Naargelang uw probleem moet u zich dus rechtstreeks tot de bevoegde instantie of instanties richten.