Table of Contents

    De arbitrageprocedure wordt gedefinieerd door het Gerechtelijk Wetboek, artikel 1676 tot en met 1723.

    Deze strikte procedure vereist dat de partijen de procedure schriftelijk aanvaarden (via een arbitrageovereenkomst op te stellen op het moment dat het geschil zich voordoet tenzij een arbitrageclausule reeds vanaf het begin werd opgenomen in de algemene voorwaarden van het contract tussen de partijen).

    Normaal is een vordering voor de rechtbank niet mogelijk wanneer een arbitrageprocedure werd opgestart, tenzij de arbitrageovereenkomst afgelopen of onregelmatig is.

    De arbiter (arbiters) wordt (worden) aangewezen door de partijen. In het geval er meerdere arbiters zijn, vormen zij een college.

    De partijen mogen kiezen of hun debatten mondeling of schriftelijk gevoerd worden. Zij komen hun standpunt verdedigen, ofwel zelf ofwel via een zelf gekozen derde (advocaat, …).

    Er zijn termijnen die moeten gerespecteerd worden om de partijen op te roepen, om hen in staat te stellen hun argumenten te gebruiken en om de arbitrageovereenkomst te sluiten.

    De arbiter (arbiters) stelt (stellen) zijn (hun) beslissing op schrift. Die beslissing noemt men de “arbitrale uitspraak” en moet door de arbiter (arbiters) ondertekend worden. De beslissing over het geschil wordt dus door hem (hen) genomen, en niet door de partijen.

    Vervolgens wordt een exemplaar van de uitspraak naar de partijen gestuurd om hen officieel te informeren over de beslissing. Er wordt ook een exemplaar neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg.

    De uitspraak moet door de partijen worden uitgevoerd. Doet een van hen dat niet, dan kan de andere partij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg verzoeken de uitvoering af te dwingen (= uitvoerbaarverklaring of exequatur).

    Na de arbitrageprocedure, waarbij het tot een uitspraak is gekomen, is het niet meer mogelijk om de zaak – in hoger beroep – voor de rechtbank te brengen. De gevallen van vernietiging van een arbitrale uitspraak zijn strikt bepaald in het Gerechtelijk Wetboek (vb.: uitspraak in strijd met de openbare orde, ongeldige arbitrageovereenkomst, …).

    Laatst bijgewerkt
    21 februari 2019