Table of Contents
Artificiële intelligentie (AI) is een snel evoluerende groep technologieën die bijdraagt aan talrijke economische, maatschappelijke en milieuvoordelen. Maar afhankelijk van de toepassing en het gebruik kan AI ook risico's en schade veroorzaken.
Tegen die achtergrond heeft de EU, als onderdeel van de Europese AI‑strategie en het Witboek over AI, een aanpak van artificiële intelligentie gepresenteerd. Die aanpak, die gebaseerd is op excellentie en vertrouwen, moet onderzoek en industriële capaciteiten rond AI stimuleren en tegelijkertijd innovatie, veiligheid en respect voor de grondrechten waarborgen.
Concreet presenteerde de Europese Commissie in april 2021 geharmoniseerde regels met een langetermijnperspectief op AI met de publicatie van de mededeling Bevordering van een Europese benadering van artificiële intelligentie. Ook presenteerde ze de ontwerpverordening over artificiële intelligentie of Artificial Intelligence Act (hierna “AI Act”). Het gaat om een horizontale verordening, d.w.z. een verordening die transversaal van toepassing is op meerdere sectoren of gebieden, met een reeks regels om de risico's van specifieke AI‑toepassingen aan te pakken en tegelijkertijd te zorgen voor een veilige omgeving die bevorderlijk is voor innovatie.
De AI Act werd aangenomen op 21 mei 2024 en trad in werking op 1 augustus 2024. De toepassing ervan gebeurt gefaseerd sinds die datum.
Belgische autoriteiten belast met de bescherming van de grondrechten krachtens artikel 77 van AI Act
Onder de AI Act moeten de lidstaten nationale overheidsinstanties of -organen vaststellen die instaan voor de bescherming van de grondrechten over het gebruik van bepaalde AI‑systemen met hoog risico. De lidstaten moeten ook de Europese Commissie en de andere lidstaten in kennis stellen van de lijst van autoriteiten die ze hebben vastgesteld, alsook deze up-to-date houden en openbaar maken.
Die verplichting onder de AI Act ging in op 2 november 2024.