Table of Contents

    De minimumvergoeding voor pakketbezorgers is in het leven geroepen om sociale uitbuiting te bestrijden en eerlijke concurrentie te bevorderen.

    De zogenaamde pakjeswet van 17 december 2023 bepaalt daarom in artikel 10/1 dat het “elke aanbieder van postdiensten verboden is om postdiensten te verstrekken of te doen verstrekken die inhouden dat pakjes in België worden geleverd tegen een vergoeding die lager is dan de "minimumvergoeding". Het spreekt voor zich dat de vergoeding hoger mag liggen dan de minimumvergoeding.

    Deze regeling in verband met de minimumvergoedingen treedt in werking op 1 juli 2024.

    Parameters van de minimumvergoeding

    Transporttype

    Voor het berekenen van de vergoeding dient er een onderscheid gemaakt te worden naargelang het type vervoersmiddel dat gebruikt wordt en het vereiste rijbewijs:

    • een gemotoriseerd voertuig dat ten minste een rijbewijs B vereist;
    • een fiets
      • waarvoor geen rijbewijs nodig is (fietsen, elektrische fietsen en scooters)
      • waarvoor een rijbewijs A, A1 of A2 of AM vereist is (speedpedelecs, scooters en motoren).

    Inputparameters

    Bij de berekening wordt verder rekening gehouden met verschillende inputparameters die gebruikt worden voor de omzetting naar een kost per uur:

    1. het aantal gewerkte uren per dag
    2. het aantal gewerkte dagen per maand
    3. het aantal gereden km per dag

    4 kostenrubrieken

    De berekening van de minimumvergoedingen neemt 4 soorten kosten in aanmerking:

    1. arbeidskosten
    2. vaste voertuigkosten
    3. algemene kosten
    4. energiekosten

    Elke 6 maanden wordt de berekening van die vergoedingen bijgewerkt en worden de bedragen op de website van de FOD Economie gepubliceerd.

    In de volgende tabel vindt u het detail van de elementen waarmee rekening is gehouden op basis van de recentste gegevens. Die bedragen delen we enkel informatief mee en zijn exclusief btw. De officiële bron vormt steeds het ministerieel besluit zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

    Elementen waarmee rekening is gehouden op basis van de recentste gegevens voor de berekening van de minimumvergoeding

     

    Gemotoriseerd voertuig

    Fiets

    Arbeidskosten

     

     

    Minimumuurloon

    25,5072 euro

    25,5072 euro

    Gewerkte uren per semester

    1.170 uur

    878,64 uur

    Afgelegde afstand per semester

    11.700 km

    8.786,4 km

    Vaste voertuigkosten

     

     

    Afschrijving

    426,29 euro/maand

    152,78 euro/maand

    Onderhoud

    93,33 euro/maand

    125 euro/maand

    Verzekering

    180 euro/maand

    9 euro/maand

    Banden

    28,99 euro/maand

    -

    Keuring

    5,57 euro/maand

    -

    Verkeersbelasting

    13,58 euro/maand

    -

    Algemene kosten

     

     

    Algemene kosten (administratief, …)

    1,80 euro/uur

    2,40 euro/uur

    Energiekosten

     

     

    Gemiddelde kosten tijdens de voorbije 6 maanden

    1,90 euro/uur

    0,0113 euro/uur

    Bedrag van de minimumvergoeding

    De aldus bekomen minimumvergoeding bedraagt

    • 33,04 euro per uur voor een dienstverlener met een gemotoriseerd voertuig en
    • 29,87 euro per uur voor een dienstverlener met een fiets.

    Toelichtingsnota over de berekeningsmethode van de minimumvergoeding

    Voor de berekening van de minimumvergoeding van koeriers heeft de overheid een berekeningsmethode laten ontwikkelen door transporteconomen van de Universiteit Antwerpen. Vervolgens heeft ze overleg gepleegd met het Instituut wegtransport en logistiek België (ITLB) en verschillende Belgische belangengroepen in de transport- en logistieke sector om het berekeningsmodel verder te verfijnen. 

    Meer gedetailleerde info vindt u in de toelichtingsnota (PDF, 131.8 KB).

    Contact

    contactcenter@eranova.fgov.be

    Laatst bijgewerkt
    25 juli 2024