Table of Contents

    Nationaliteit

    Aanvragers bekomen enkel een borgstellingscertificaat van de Belgische Staat indien zij de Belgische nationaliteit bezitten of onder toezicht staan van de Belgische Staat. Dat is in overeenstemming met de bepalingen van het Zeerechtverdrag van 1982 en de Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van deel XI van het Zeerechtverdrag van 1994.

    Aanvragers die meer dan één nationaliteit bezitten, zoals in het geval van een deelgenootschap of consortium van entiteiten of personen uit meerdere staten, moeten een borgstellingscertificaat krijgen van de andere staten waaronder zij ressorteren.

    Financieel en technisch vermogen van de aanvrager

    Aanvragers moeten informatie voorleggen die moet toelaten na te gaan of ze over de nodige middelen beschikken om de werkzaamheden, voorzien in hun werkplan, uit te voeren en om meteen te voldoen aan de beheersmaatregelen van de secretaris-generaal van de "International Seabed Authority" en de noodverordeningen van de Raad van de Autoriteit.

    Inhoud van het aanvraagdossier

    Het aanvraagdossier bestaat uit een verzoekschrift en bijlagen.

    De aanvraag bevat:

    1. naam, voornaam, beroep, woonplaats en nationaliteit van de aanvrager;
    2. indien het gaat om een vennootschap: de firmanaam of handelsnaam en het ondernemingsnummer, alsook, voor zover ze niet gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatsblad, de documenten ter staving van de volmachten van de ondertekenaars van de aanvraag;
    3. een algemene nota met het voorwerp en de beschrijving van het project;
    4. de aanvraag tot goedkeuring van werkplannen van de exploratie en/of exploitatie voor het verkrijgen van een contract;
    5. de bijlagen bij de aanvraag vermeld onder punt 4, waaronder in het bijzonder de documenten over het financiële en technische vermogen van de aanvrager, een gedegen milieu-impactstudie over de werkzaamheden voorzien in het werkplan en de verbintenissen vereist in het artikel 8, § 4 van de wet.

    Aangezien de documenten vermeld in punten 4 en 5 doorgestuurd worden naar de Internationale Zeebodemautoriteit, worden ze, in afwijking op de taalwetgeving, opgesteld in het Frans of het Engels.

    Meer informatie over de aanvraagprocedure vindt u in hoofdstuk 3 van het koninklijk besluit van 4 oktober 2013 betreffende de prospectie, de exploratie en de exploitatie van de rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht.

    Laatst bijgewerkt
    2 juli 2018