Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) publiceert jaarlijks statistieken over het aantal starters en stoppers. De starters zijn zelfstandigen en helpers die aangesloten zijn bij een sociaal verzekeringsfonds en die hun beroepsactiviteit in de loop van het jaar in kwestie zijn begonnen. Dat kan een eerste aansluiting zijn of een hervatting van een activiteit. Een zelfstandige of een helper kan twee keer worden meegerekend in de starterspopulatie als hij een activiteit begint en daarna minstens een kwartaal inactief is alvorens die activiteit in hetzelfde jaar nog te hervatten. De stoppers zijn de zelfstandigen die hun beroepsactiviteit in de loop van het jaar in kwestie stopzetten.

In 2021 begint het aantal vrouwelijke en mannelijke starters weer te groeien, na een aanzienlijke daling in 2020. Tegelijkertijd stijgt het aantal stoppers in 2021, na een forse daling in 2020. Die dubbele daling in 2020 kan enerzijds worden verklaard door de gevolgen van de gezondheidscrisis en anderzijds door de steunmaatregelen die de regering heeft genomen om zelfstandige ondernemers te helpen de crisis het hoofd te bieden. De tendens in 2021 knoopt geleidelijk opnieuw aan bij de tendens van vóór de covidcrisis. 

In 2021 werd 38,4 % van de nieuwe zelfstandige activiteiten gestart door vrouwen, wat goed is voor een totaal van 49.116 vrouwelijke starters - een stijging met 5.334 eenheden ten opzichte van 2020. De meesten van hen (94,9 %, of 46.635) werken als zelfstandige, en 2.481 vrouwen als helpster. Ter vergelijking: 78.860 mannen zijn in 2021 zelfstandige of helper geworden (hetzij 6.046 meer dan in 2020). 74.317, zijnde 94,2 %, werkt als zelfstandige (niet als helper) en 4.543 als helper. De toename van het aantal starters is verhoudingsgewijs groter bij de vrouwen (+12,2%) dan bij de mannen (+8,3%). Die stijging wijst op een hervatting van de opwaartse trend die sinds 2013 is waargenomen. De daling in 2020 is een uitzondering en kan worden gezien als een rechtstreeks gevolg van de gezondheidscrisis.

19.789 vrouwen staakten hun zelfstandige activiteit in 2021 - dat zijn er 1.706 meer dan in 2020. Onder hen zijn er 18.234 (92,1 %) zelfstandigen en 1.555 (7,9 %) helpsters. Ter vergelijking: 32.580 mannen staakten hun zelfstandige activiteit in hetzelfde jaar, hetzij 2.188 meer dan in 2020. Onder hen waren 30.464 (93,5 %) zelfstandigen en 2.116 (6,5 %) helpers. In relatieve termen is de groei van het aantal stoppers groter bij vrouwen (+9,4 %) dan bij mannen (+7,2 %). Het jaar 2021 breekt dus met de ongebruikelijke evolutie die is waargenomen in 2020, toen het aantal stopzettingen daalde met 17,5 % voor vrouwelijke en 20 % voor mannelijke zelfstandigen.

Laatst bijgewerkt
7 september 2022