Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) publiceert jaarlijks statistieken over het aantal starters en stoppers. De starters zijn zelfstandigen en helpers die aangesloten zijn bij een sociaal verzekeringsfonds en die hun beroepsactiviteit in de loop van het jaar in kwestie zijn begonnen. Dat kan een eerste aansluiting zijn of een hervatting van een activiteit. Een zelfstandige of een helper kan twee keer worden meegerekend in de starterspopulatie als hij een activiteit begint en daarna minstens een kwartaal inactief is alvorens die activiteit in hetzelfde jaar nog te hervatten. De stoppers zijn de zelfstandigen die hun beroepsactiviteit in de loop van het jaar in kwestie stopzetten.

In 2022 daalt het aantal vrouwelijke en mannelijke starters, na een groei in 2021. Tegelijkertijd stijgt het aantal stoppers in 2022 forser dan in 2021. Dat is in tegenstelling tot 2020, waarin een dubbele daling van zowel het aantal stoppers als het aantal starters vastgesteld is. Die dubbele daling in 2020 kan enerzijds worden verklaard door de gevolgen van de gezondheidscrisis en anderzijds door de steunmaatregelen die de regering heeft genomen om zelfstandige ondernemers te helpen de crisis het hoofd te bieden. Het is van 2013 geleden dat er een daling in het aantal starters gepaard ging met een stijging van het aantal stoppers, wat 2022 net als 2020 ongewoon maakt. 

In 2022 werd 37,5 % van de nieuwe zelfstandige activiteiten gestart door vrouwen, wat goed is voor een totaal van 46.504 vrouwelijke starters - een daling met 2.612 eenheden ten opzichte van 2021. De meesten van hen (94,8 %, of 44.081) werken als zelfstandige, en 2.423 als helpster. Ter vergelijking: 77.544 mannen zijn in 2022 zelfstandige of helper geworden (dat is 1.316 minder dan in 2021). 72.750 of 93,8 %, werkt als zelfstandige (niet als helper) en 4.794 of 6,2 % als helper. De afname van het aantal starters is verhoudingsgewijs groter bij de vrouwen (-5,3 %) dan bij de mannen (-1,7 %). De opwaartse trend sinds 2013, die in 2021 hervat werd, blijkt nog niet volledig door te breken. 2020 vormde een uitzondering en kan worden gezien als een rechtstreeks gevolg van de gezondheidscrisis. De trends in 2022 kunnen onder meer verklaard worden door het verslechterd economisch klimaat, als een gevolg van aanbodschokken in de context van geopolitieke verschuivingen.

24.554 vrouwen staakten hun zelfstandige activiteit in 2022 - dat zijn er 4.765 meer dan in 2021. Onder hen zijn er 22.707 (92,5 %) zelfstandigen en 1.847 (7,5 %) helpsters. Ter vergelijking: 39.193 mannen staakten hun zelfstandige activiteit in hetzelfde jaar, 6.613 meer dan in 2021. Onder hen waren 36.698 (93,6 %) zelfstandigen en 2.495 (6,4 %) helpers. In relatieve termen is de groei van het aantal stoppers groter bij vrouwen (+24,1 %) dan bij mannen (+20,3 %). Het jaar 2022 gaat dus verder met de evolutie die is waargenomen in 2021, na een ongebruikelijk 2020, toen het aantal stopzettingen daalde met 17,5 % voor vrouwelijke en 20 % voor mannelijke zelfstandigen.

Laatst bijgewerkt
3 augustus 2023