Table of Contents
Belgische kmo’s kunnen zich op verschillende manieren laten financieren. Ondernemingen kunnen hun toevlucht nemen tot bijvoorbeeld leningen, zoals door een lening aan te gaan bij een kredietinstelling of een handelskrediet bij een leverancier. De onderneming kan ook middelen aantrekken door haar eigen vermogen te vergroten, bijvoorbeeld door de uitgifte van nieuwe aandelen of door risicokapitaal aan te trekken.
De bedrijven die in het kader van de Survey on Access to Finance of Enterprises (SAFE) werden ondervraagd, werden geïnterviewd in maart-april en september-oktober 2021. Door de sterke achteruitgang van de mondiale economische context sinds het eerste kwartaal van 2022 is het statistische beeld dat op basis van deze cijfers wordt geschetst zeker niet meer volledig representatief voor de huidige economische context.
Relevantie en gebruik van verschillende financieringsvormen bij Belgische kmo’s
Het aandeel kmo’s dat een financieringsvorm relevant vindt, is de optelsom van drie antwoordcategorieën van de SAFE: “gebruikt”, “relevant maar niet gebruikt” en “relevant maar weet niet of gebruikt”.
In 2021 is een kredietlijn met 32,3 % van de kmo’s de meest gebruikte financieringsvorm (relevant voor 46,9 %). De banklening, waar 24,0 % van de kmo’s gebruik van maakte, staat op een tweede plaats maar is wel relevant voor het hoogste aantal kmo’s (55,8 %).
De relevantie en het gebruik van de vier meest populaire financieringsvormen zijn in 2021 lichtjes gedaald ten opzichte van 2020.
Ondanks dat de banklening de grootste externe bron van financiering is voor een grote meerderheid van de ondernemingen, beschouwen sommige ondernemingen ze toch als minder relevant. De banklening is niet altijd de meest adequate oplossingen voor ondernemingen. De meest door de ondervraagde ondernemingen genoemde redenen zijn de afwezigheid van leningen (3,4 %), de administratieve lasten (1,9 %), het gebrek aan garanties of zekerheden (1,8 %) en de te hoge interest (1,6 %).