Oprichtings- en stopzettingspercentages

De oprichtings-, stopzettings-, en groeipercentages zijn respectievelijk het aantal oprichtingen, stopzettingen en verschillen inzake kmo's in verhouding tot het aantal btw-plichtige kmo's die actief waren op 31 december van het vorige jaar. De turbulentiegraad komt overeen met de som van de oprichtings- en stopzettingspercentages van kmo's. Naast oprichtingen en stopzettingen kan het aantal kmo's ook variëren wanneer een onderneming van grootteklasse verandert.

De economische activiteitensector van de onderneming is afkomstig uit de Belgische versie 2008 van de nomenclatuur van economische activiteiten van de Europese Gemeenschap (NACE-BEL). Deze nomenclatuur splitst het universum van de economische activiteiten op zodat aan iedere onderneming een NACE-BEL-code kan worden toegekend.

Het aantal kmo's neemt sinds 2011 gestaag toe, meer bepaald tijdens de laatste vijf jaar (2016-2021), toen de groeicijfers meer dan 30.000 eenheden bedroegen. Die groei is vooral te danken aan het feit dat de jaarlijkse oprichtingen sinds vijf jaar boven 90.000 zijn terwijl de jaarlijkse stopzettingen al tien jaar bijna 60.000 bedragen.

Wat de laatste twee jaar betreft (2020 en 2021), bedraagt de jaarlijkse verhoging van het aantal kmo’s uitzonderlijk meer dan 40.000 eenheden (40.145 in 2020 en 43.792 in 2021). Die twee sterke verhogingen hebben echter niet dezelfde redenen. De sterke stijging in 2020 is het gevolg van een daling van de stopzettingen (van -69.405 tot -64.333 tussen 2019 en 2020) die gepaard ging met een lichte stijging van de oprichtingen (+103.723 tot +104.459 tussen 2019 en 2020). De daling in 2020 van die stopzettingen is vooral het gevolg van de verschillende steunmaatregelen voor ondernemingen in moeilijkheden (moratorium op faillissementen, uitbreiding van het overbruggingsrecht voor de zelfstandigen, uitstel, vermindering of vrijstelling van sociale bijdragen…). De sterke stijging in 2021 is voornamelijk het gevolg van een stijging van de creaties (+114.546) als gevolg van het economische opleving na covid. Het aantal stopzettingen in 2021 (-70.170) is bijna terug op het niveau van voor de gezondheidscrisis, die in 2019 -69.405 was.

De jaarlijkse percentages blijven relatief stabiel tussen 2016 en 2021: het jaarlijks groeipercentage blijft +4,2 % als gevolg van het bijna stagnerende jaarlijks oprichtingspercentage (van 10,5 % naar 10,9 %) en stopzettingspercentage (van 6,4 % naar 6,7 %). Niettemin blijven al die jaarlijkse percentages hoger dan in voorgaande jaren. De turbulentiegraad bereikte daarentegen zijn maximum in 2014, namelijk 19,1 %, met de samenvoeging van 8 % stopzettingen en 11,1 % oprichtingen grotendeels te wijten aan de btw-plicht van advocaten.

 

 

 

In 2021 deden oprichtingen van kmo’s zich voornamelijk in het Vlaamse Gewest voor waar er 73.618 (64,3 %) werden opgericht. In het Waalse Gewest (22,9 %) waren dat er 26.279 en 11.469 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (10 %). De resterende 3.180 oprichtingen (2,8 %) omvatten kmo’s die in het buitenland zijn gevestigd of geen adres hebben. De meeste van die nieuw opgerichte kmo's hebben geen loontrekkend personeel (+107.259; 93,6 % van het totaal).

 

Op het gebied van groei wordt het grootste deel van de toename veroorzaakt door de oprichtingen die plaatsvonden in Vlaanderen (+32.487; 70,4 %) tegenover +10.143 in Wallonië (22 %), +2.335 in het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest (5,1 %). Het saldo van +1.173 oprichtingen wordt verdeeld tussen kmo’s zonder adres en in het buitenland gevestigde kmo's (2,5 %). De groei van het aantal kmo’s doet zich voornamelijk in ondernemingen zonder werknemer (+38.495 tegenover +3.688 in kmo’s met 1 tot 9 werknemer(s) en +1.609 in kmo’s met 10 tot 249 werknemers).

 

De kmo-stopzettingen zijn nog steeds groter in Vlaanderen (41.452; 58,6 %) dan in Wallonië (16.611; 23,5 %) en in het Brussel-Hoofdstedelijk Gewest (8.084; 11,4 %). De meeste stopzettingen hebben betrekking op kmo’s zonder werknemers (68.411; 96,8 %).  

 

 

 

In 2021 concentreren de kmo-oprichtingen zich in acht sectoren (92.667; 80,9 %) waarvan de belangrijkste zijn:

  • de gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten (21.888; 19,1 %)
  • de handel (19.418; 17 %)
  •  de bouwnijverheid (17.897; 15,6 %)

Ook de kmo-stopzettingen zijn geconcentreerd in die acht activiteitsectoren (59.182; 83,7 %) waarin de sectoren voornamelijk terugkomen in:

  • de handel (15.309; 21,7 %)
  • de gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten (12.083; 17,1 %)
  •  de bouw (10.501; 14,9 %).

Op het gebied van groei heeft de sector van de gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten in 2021 de grootste stijging met +10.904 kmo’s in tegenstelling tot de administratieve en ondersteunde diensten die met een daling van -232 kmo’s genereert.

 

In 2021 is het kmo-groeipercentage in Vlaanderen hoger (5 %, hoger dan 3,8 % in Wallonië en 2,1 % in Brussel-Hoofdstad) omwille van een hoger kmo-oprichtingspercentage in Vlaanderen (11,4 %) dan in Brussel (10,2 %) en in Wallonië (9,8 %) en een lager kmo-stopzettingspercentage in Vlaanderen (6,4 %) dan in het Brussels Gewest (7,2 %). Daarentegen is het kmo-stopzettingspercentage in Wallonië licht lager (6,2 %) dan in Vlaanderen.

Het oprichtings-, stopzettings- en groeipercentage zijn hoger voor kmo’s zonder werknemers (respectievelijk 12,4 %, 7,9 % en 4,5 %). Tot slot, wat de sectoren betreft, komen de hoogste kmo-groeipercentage voor in:

  • de bouw (5,6 %)
  • de informatie en communicatie (5,4 %)
  • de gespecialiseerde wetenschappelijke en technische activiteiten (+5,3 %).

In de administratieve en ondersteunende diensten (+5,2 %) daalt het groeipercentage daarentegen 0,3 %.

 

 

 

Overlevingsgraad in de periode 2016-2021

De statistieken over de overlevingsgraden van btw-plichtige ondernemingen zorgen voor een opvolging van alle primo btw-plichtigen gedurende de vijf jaar na de start van hun activiteiten. Als een onderneming onderhevig is aan een schrapping en daaropvolgende hernieuwde onderwerping aan de btw, dan wordt ze in het jaar van haar eerste schrapping verwijderd. Primo btw-plichtigen zijn hier van toepassing op alle ondernemingen die voor het eerst in 2016 onderworpen worden aan btw. De overlevingsgraad in T + X geeft, uitgedrukt in percentage, het aandeel van d primo btw-plichtigen die nog tijdens het eerste referentiejaar (2021) actief zijn. De beschrijvende variabelen (gewest, omvang en sector) zijn die gerelateerd aan de onderneming op 31 december 2016, namelijk aan het jaar van eerste onderwerping aan de btw.

Van de ondernemingen primo btw-plichtig in 2016 waren er in 2021 nog 67,1 % actief. De ondernemingen in Vlaanderen hebben een overlevingsgraad op vijf jaar die hoger ligt dan die in de twee andere gewesten (67,8 % tegenover 67 % in Wallonië en 64,3 % in het Brussels Gewest). Kmo's zonder loontrekkend personeel hebben de laagste overlevingsgraad op vijf jaar (65,8 %) terwijl de ondernemingen met werknemers een overlevingsgraad op vijf jaar hebben van minimaal 78 %. Wat betreft de acht voornaamste sectoren komen er drie groepen naar voren:

  1. de sectoren die ieder jaar 8 % van hun ondernemingen verliezen om te komen tot een overlevingsgraad op vijf jaar van bijna 60 % (horeca en handel)
  2.  de sectoren die het eerste jaar 10 % van hun ondernemingen verliezen, dan een vertraging van verlies optekenen om uiteindelijk te komen tot een overlevingsgraad op vijf jaar van iets boven 65 % (de activiteiten van administratieve en ondersteunende diensten en de andere dienstenactiviteiten)
  3.  de sectoren die een overlevingsgraad op vijf jaar hebben rond 70 % (bouw, verwerkingsindustrie, informatie en communicatie, gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten).

Ten slotte, als vergelijking tussen jaren, hebben de ondernemingen opgericht in 2008, 2010 en 2012 een overlevingspercentage van vijf jaar dat iets lager ligt (respectievelijk 63,8 % 63,6 % en 63,7 %) dan in 2014 en 2016 (respectievelijk 65,2 % en 67,1 %).

Laatst bijgewerkt
1 december 2022