Table of Contents
Oprichtings- en stopzettingspercentages
De oprichtings-, stopzettings-, en groeipercentages zijn respectievelijk het aantal oprichtingen, stopzettingen en verschillen inzake kmo's in verhouding tot het aantal btw-plichtige kmo's die actief waren op 31 december van het vorige jaar. De turbulentiegraad komt overeen met de som van de oprichtings- en stopzettingspercentages van kmo's. Naast oprichtingen en stopzettingen kan het aantal kmo's ook variëren wanneer een onderneming van grootteklasse verandert.
De economische activiteitensector van de onderneming is afkomstig uit de Belgische versie 2008 van de nomenclatuur van economische activiteiten van de Europese Gemeenschap (NACE-BEL). Deze nomenclatuur splitst het universum van de economische activiteiten op zodat aan iedere onderneming een NACE-BEL-code kan worden toegekend.
Sinds 2013 groeit het aantal kmo's gestaag, maar in 2023 vertraagde deze groei: de toename bleef beperkt tot 25.651 eenheden terwijl die tijdens de periode 2019-2022 meer dan 40.000 eenheden bedroeg.
Die groei is vooral te danken aan het hoge aantal oprichtingen, met meer dan 100.000 eenheden per jaar, terwijl de jaarlijkse stopzettingen onder 90.000 eenheden bleven.
Toch was 2023 een recordjaar voor stopzettingen, met 88.521 eenheden die hun activiteiten stopten. Dat is het gevolg van de vertraging van de Belgische economie door de vele crises die Europa doormaakt, zoals de oorlog in Oekraïne.
In 2023 lagen de jaarlijkse percentages voor oprichtingen (10 %) en groei (2,2 %) onder het gemiddelde van de periode 2015-2022. De jaarlijkse percentages voor stopzettingen (7,8 %) en turbulentie (17,8 %) waren hoger dan die van de jaren 2015 tot 2022.
Het turbulentiepercentage in 2023 blijft daarentegen lager dan het bereikte maximum (19%) in 2014. Dat jaar bedroeg het aantal stopzettingen 8 % terwijl het aantal oprichtingen 11 % bedroeg. Die piek in 2014 is grotendeels te verklaren door de btw-plicht die toen werd ingevoerd voor advocaten.
In 2023 deden oprichtingen van kmo’s zich voornamelijk in het Vlaamse Gewest voor, waar er 74.035 (64,8 %) werden opgericht. In het Waalse Gewest (23 %) waren dat er 26.427 en 11.451 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (10 %). De resterende 2.257 oprichtingen (2,2 %) omvatten kmo’s die in het buitenland zijn gevestigd of geen adres hebben. De meeste van die nieuw opgerichte kmo's hebben geen loontrekkend personeel (107.641; 94,3 % van het totaal).
Op het gebied van groei vond het grootste deel van de toename plaats in Vlaanderen (+21.198; 82,6 %) tegenover +5.488 in Wallonië (21,4 %) en +801 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (3,1 %). Kmo’s zonder adres en kmo’s gevestigd in het buitenland kenden slechts een groei van 1.836 eenheden. De groei van het aantal kmo’s doet zich voornamelijk in ondernemingen zonder werknemer (+27.384). De kmo’s met 1 tot 9 werknemers kennen daarentegen een daling van hun aantal met 2.110 eenheden.
De stopzettingen van kmo’s zijn in 2023 nog steeds groter in Vlaanderen (53.288; 60,2 %) dan in Wallonië (21.391; 24,2 %) en in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest (9.641; 10,9 %). De meeste stopzettingen hebben betrekking op kmo’s zonder werknemers (85.674; 96,8 %).
In 2023 concentreren de kmo-oprichtingen zich in negen sectoren (96.039; 84,1 %) waarvan de belangrijkste zijn:
- de gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten (22.809; 20 %)
- de bouwnijverheid (16.345; 14,3 %)
- de handel (15.647; 13,7 %)
Ook de kmo-stopzettingen zijn geconcentreerd in die negen activiteitensectoren (74.836; 84,5 %) waarin de sectoren voornamelijk terugkomen in:
- de handel (16.804; 19 %)
- de gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten (14.814; 16,7 %)
- de bouw (13.125; 14,8 %)
In termen van groei is de handel de enige sector in 2023 die daalt met -1.636 kmo’s.
In 2023 is het kmo-groeipercentage in Vlaanderen hoger (3 %) dan in Wallonië (1,9 %) en Brussel-Hoofdstad (0,7 %). Dat komt door een hoger kmo-oprichtingspercentage in Vlaanderen (10,4 %) dan in Brussel-Hoofdstad (9,7 %) en Wallonië (9,1 %) en een lager kmo-stopzettingspercentage in Vlaanderen (7,5 %) dan in Brussel-Hoofdstad (8,2 %). Daarentegen is het kmo-stopzettingspercentage in Wallonië iets lager (7,4 %) dan in Vlaanderen.
De oprichtings-, stopzettings- en groeipercentages zijn hoger voor kmo’s zonder werknemers (respectievelijk 11,3 %, 9 % en 2,9 %).
Tot slot worden de hoogste groeicijfers voor kmo's aangetroffen in de volgende sectoren:
- de menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (8,3 %)
- de administratieve en ondersteunende diensten (4,7 %)
- de informatie- en communicatiesector (3,7 %)
- de bouw (3,6 %)
De handel kent echter een negatief groeipercentage van 0,9 %.
Overlevingsgraad
De statistieken over de overlevingsgraden van btw-plichtige ondernemingen zorgen voor een opvolging van alle primo btw-plichtigen gedurende de vijf jaar na de start van hun activiteiten.
Als een onderneming onderhevig is aan een schrapping en daaropvolgende hernieuwde onderwerping aan de btw, dan wordt ze in het jaar van haar eerste schrapping verwijderd. Primo btw-plichtigen zijn hier van toepassing op alle ondernemingen die voor het eerst tijdens de jaren 2008-2018 onderworpen worden aan btw. De overlevingsgraad tot vijf jaar geeft, uitgedrukt in percentage, het aandeel van de primo btw-plichtigen die nog vijf jaar na hun oprichtingsjaar actief zijn. De beschrijvende variabelen (gewest, grootte, en sector) zijn die gerelateerd aan de onderneming op 31 december, namelijk aan het jaar van eerste onderwerping aan de btw.
In 2023 was 64 % van de primo btw-plichtige ondernemingen in 2018 nog actief, wat lager is dan de overlevingsgraad na 5 jaar van de primo btw-plichtigen in 2014 (65,2 %) en 2016 (67,1 %).
De primo btw-plichtigen van 2018 hebben een hogere overlevingsgraad na 5 jaar in Wallonië (65 %) en Vlaanderen (64,2 %) dan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (61,5 %). Daarentegen daalde de overleving na 5 jaar van de primo btw-plichtigen tussen 2008 en 2018 in Vlaanderen slechts van 66,5 % tot 64,2 % tegen 59,6 % tot 61,5 % in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van 60 % tot 65 % in Wallonië.
De primo btw-plichtigen van 2018 zonder werknemer hebben de laagste overlevingsgraad na 5 jaar (62,6 %), terwijl diegenen met werknemers een overlevingsgraad na 5 jaar hebben van minstens 79 %. De overlevingsgraad na 5 jaar van primo btw-plichtigen tussen 2008 en 2018 is nauwelijks verbeterd, van slechts 62,1 % tot 62,6 %, in tegenstelling tot 1 tot 9 werknemers, waar op tien jaar tijd de overlevingsgraad is toegenomen van 76,8 % tot 79 % en van 10 tot 49 werknemers van 80 % tot 90,4 %.
Wat betreft de negen voornaamste sectoren komen er vier profielen naar voren:
- de sectoren die een overlevingsgraad na vijf jaar hebben rond 70 % (gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten, de menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening)
- de sectoren die het eerste jaar 10 % van hun ondernemingen verliezen, dan een vertraging van verlies optekenen om uiteindelijk te komen tot een overlevingsgraad na vijf jaar van iets boven 65 % (bouwnijverheid en industrie)
- de sectoren met een overlevingsgraad na amper vijf jaar boven 60 % (informatie en communicatie, administratieve en ondersteunende diensten, andere dienstenactiviteiten)
- de sectoren met een overlevingsgraad na vijf jaar lager dan 60 % (handel en horeca).
In vergelijking met 2008 is de overlevingsgraad na vijf jaar van de primo btw-plichtigen van 2018 aanzienlijk verbeterd voor de horeca (van 52,6 % tot 59,7 %), de informatie- en communicatiesector (van 52,6 % tot 62,3 %), de menselijke gezondheidszorg en de sociale sector (van 54,3 % tot 68,3 %). Deze overlevingsgraad na vijf jaar verslechterde daarentegen in de industrie (van 70,3 % tot 65,6 %), de bouwnijverheid (van 69,9 % tot 65,8 %) en de handel (van 59,4 % tot 56,9 %).