Table of Contents

    De gegevens van deze pagina zijn ontleend aan de statistieken van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ). Het verschilt van het aantal op de rubriek zelfstandigen die zich baseert op cijfers op 31 december van het jaar. Tenzij anders vermeld, vormen zelfstandigen in de beroepsactieve leeftijd (20-64 jaar) de referentieleeftijdsgroep.

    Aantal en evolutie van de zelfstandigen volgens origine

    Op 31 maart 2017 (referentieperiode van de 2022-editie van de studie) klom het aantal zelfstandigen in België naar een totaal van 1.022.405, een aantal dat sinds 2008 is toegenomen. Onder hen waren er 926.349 zelfstandigen met een leeftijd tussen 20 en 64 jaar ofwel op beroepsactieve leeftijd.

    Zelfstandigen van Belgische origine zijn goed voor 71,1 % (658.532) van het totaal aantal zelfstandigen in 2017, terwijl het aandeel zelfstandigen van vreemde origine 23,5 % bedraagt, ofwel 217.607 zelfstandigen. Van de zelfstandigen met vreemde origine, komt meer dan 60 % uit de EU14 (99.092) en de EU13 (37.562).

    Tussen 2008 en 2017 zien we enerzijds een daling van het aantal zelfstandigen waarvan de herkomst onbekend is en anderzijds een stijging van het aantal zelfstandigen. De daling van het aantal zelfstandigen waarvan de herkomst onbekend is, is te wijten aan de verbeterde kwaliteit van de gegevens. De stijging van het aantal zelfstandigen, zowel van vreemde als Belgische origine, volgt de trend van de groter wordende bevolking in België en is ook deels het resultaat van de betere kwaliteit van de data. Vooral het aantal zelfstandigen van vreemde origine neemt sterk toe: van 141.598 in 2008 naar 217.607 zelfstandigen in 2017 (+53,7 %). Zelfstandigen met Belgische origine stegen met 16,4 % in diezelfde periode. Het aandeel zelfstandigen uit andere EU-lidstaten binnen de zelfstandigen van vreemde origine is wel licht gedaald: 62,8 % in 2017 tegen 67,2 % in 2008, ondanks dat zelfstandigen uit de EU13 en EU14 in absolute cijfers de grootste stijgingen optekenden.

     

     

    Zelfstandigengraad volgens origine

    Belgen zijn oververtegenwoordigd wat het aantal zelfstandigen betreft: zo zijn ze goed voor 71,1 % van het totaal aantal zelfstandigen terwijl ze 62,4 % van de bevolking (20-64 jaar) vertegenwoordigen. Voor personen met een vreemde origine geldt het omgekeerde: zij zijn goed voor 23,5 % van de zelfstandigen terwijl ze meetellen voor 31,6 % van de totale bevolking. Dat blijkt ook uit de zelfstandigengraad, de ratio van zelfstandigen ten opzichte van de bevolking. In 2017 is die ratio voor personen van Belgische origine 15,8 %, ofwel bijna 16 zelfstandigen per 100 inwoners. Voor personen van vreemde herkomst ligt het met 10,3 % ongeveer een derde lager, met de laagste waarden voor personen met Maghrebijnse (6,2 %) en andere Afrikaanse herkomst (4,3 %). In 2017 ligt de zelfstandigengraad voor bijna elke origine hoger dan in 2008. Enkel bij personen uit het Nabije/Midden-Oosten en andere Aziatische landen is de zelfstandigengraad gedaald.

     

     

    De werkende beroepsbevolking volgens origine

    Als er naar de werkende beroepsbevolking (= zelfstandigen én werkenden) per origine wordt gekeken, is de verdeling ongeveer identiek aan die van zelfstandigen. In 2016 zijn personen van Belgische origine goed voor ongeveer 70 % van het totaal aantal actieven (3.080.848), terwijl een kwart van de actieven van vreemde origine is (1.071.618).

    Een vergelijking met 2008 toont aan dat ook hier de werkende beroepsbevolking in 2016 is gestegen bij beide categorieën, zij het minder sterk dan het aantal zelfstandigen (zie hierboven). De werkende beroepsbevolking van Belgische herkomst steeg met bijna 5 % (129.077), terwijl de werkende beroepsbevolking van vreemde herkomst steeg met 40 % (305.526). In onderstaande grafiek is ook te zien dat personen uit de EU13 oververtegenwoordigd zijn binnen wat het aantal actieven van vreemde origine betreft. Zo zijn ze goed voor 11,6 % van de werkende beroepsbevolking in België van vreemde origine terwijl ze 9,8 % van de vreemde bevolking in België uitmaken.

    De onderste grafiek interpreteren we als volgt: van de personen in België met vreemde origine, is 42,6 % afkomstig uit de EU14, terwijl de werkende beroepsbevolking uit de EU14 46,2 % van de werkende beroepsbevolking van vreemde origine uitmaken, en dus oververtegenwoordigd zijn.

     

     

    De methodologie van de werkende beroepsbevolking volgens origine is echter licht afwijkend van het aantal zelfstandigen volgens origine. De samenstelling van de onbekende herkomst is licht gewijzigd en de laatste cijfers dateren van 2016 (en niet 2017 zoals voor zelfstandigen). Meer informatie op de hoofdpagina van de rubriek diversiteit. Een meer gedetailleerde analyse over het aantal actieven volgens origine vindt u in het Socio-Economisch Monitoring-rapport.

    Laatst bijgewerkt
    13 februari 2023