Table of Contents

    De jaarlijkse evolutie van de faillissementen en het resulterende banenverlies worden geregeld als graadmeter gebruikt voor de economische gezondheid van een land. Heel wat factoren beïnvloeden het aantal faillissementen echter naar boven of naar beneden:

    • de algemene economische situatie,
    • wetswijzigingen,
    • toegang tot financiering,
    • steunmaatregelen van de overheid, enz.

    Een meer gedetailleerd overzicht van de huidige verdeling van de faillissementen en het banenverlies bij kmo's is te vinden op de pagina “Analyse van de verdeling van de faillissementen en het banenverlies”.

    Jaarlijkse evolutie van het aantal faillissementen en het banenverlies bij kmo's

    In 2024 hebben 11.063 kmo's, gedefinieerd als bedrijven met minder dan 250 werknemers, het faillissement aangevraagd. Die situatie heeft geleid tot het verlies van 29.101 banen. Van die failliete ondernemingen telden 11.030 onder hen minder dan 50 werknemers. In 2024 steeg het aantal faillissementen van kmo’s met 8 % in vergelijking met 2023. Die stijging is te verklaren door het lage aantal faillissementen in 2020 en 2021 door overheidsinterventie binnen de gezondheidscrisis, zoals het moratorium op faillissementen (zie hieronder). De normalisering van het aantal faillissementen in 2022 en 2023 zet zich voort in 2024 en bereikt opnieuw en overschrijdt zelfs lichtjes het niveau van de jaren voor de gezondheidscrisis.

    2024 telt op een na het hoogste aantal faillissementen sinds 2010. Die uitzonderlijke situatie moet echter in een meer algemene context worden bekeken: het gemiddelde aantal faillissementen over vijf jaar blijft lager dan in de voorgaande periode: 44.311 faillissementen tussen 2020 en 2024, tegenover 49.376 tussen 2015 en 2019. Ondanks jaarlijkse schommelingen blijft de algemene trend onder controle.

    Het banenverlies door faillissementen bij kmo's volgt een vergelijkbare trend: in 2024 gingen 29.101 banen verloren, of 3.576 meer dan in 2023 (+14 %).

    Hoewel dat het hoogste resultaat is sinds 2015, kan dezelfde vaststelling worden gedaan als voor het aantal faillissementen: het vijfjaarsgemiddelde is lager dan in de voorgaande periode, met 123.291 banen die verloren gaan tussen 2020 en 2024, vergeleken met 137.007 in de periode 2014-2019. Ter vergelijking: tussen 2010 en 2014 gingen er 168.092 banen verloren door faillissementen.

    Verklarende factoren

    De stijging van het aantal faillissementen sinds 2021 kan door verschillende factoren worden verklaard:

    • Het einde van de steunmaatregelen in verband met de COVID-19-pandemie en de terugbetaling van tijdens die periode aangegane schulden hebben de kasstromen van bedrijven onder druk gezet.
    • De stijging van de energiekosten, als gevolg van de geopolitieke context van de invasie van Oekraïne door Rusland, heeft de lasten van bedrijven aanzienlijk verhoogd.
    • De wereldwijde inflatie, die heeft geleid tot een stijging van de loonkosten en de kosten van grondstoffen, heeft ook de winstmarges van bedrijven onder druk gezet.
    • De stijging van de rentetarieven, die financiering duurder heeft gemaakt en de toegang tot krediet voor veel bedrijven heeft beperkt.

    De stevige daling van het aantal faillissementen en van het daarmee gepaard gaande banenverlies in de loop van 2020 en 2021 is vooral te danken aan de beschermingsmaatregelen die in het kader van de gezondheidscrisis werden genomen:

    • Om de ondernemingen die voor de crisis levensvatbaar waren maar te maken krijgen met sluitingen per sector en/of een verminderde activiteit door de gezondheidssituatie te beschermen, heeft de federale regering beslist om een moratorium op bedrijfsfaillissementen in te stellen. Dat moratorium gold voor de perioden van 24 april tot en met 17 juni 2020 en van 1 november 2020 tot en met 31 januari 2021.
    • Naast het moratorium op faillissementen gold tot juni 2021 een stilzwijgend moratorium op schulden bij de fiscus en bij de sociale zekerheid.
    • Tot slot werden er op federaal, gewestelijk en lokaal niveau heel wat maatregelen genomen om ondernemingen in deze crisisperiode te ondersteunen.

    Andere, regelgeving gerelateerde elementen, moeten ook in beschouwing worden genomen.

    • Zo leidde de nieuwe insolventiewet, die op 1 mei 2018 in werking trad, tot een toename van het aantal faillissementen in 2019: verenigingen zonder winstoogmerk (vzw's) en vrije beroepen kunnen immers volgens de wet sindsdien ook failliet gaan.
    • De invoering van de wet op de spookbedrijven medio 2017 deed het aantal in faillissement gedagvaarde ondernemingen eveneens in stijgende lijn gaan: dat regelgevingsinstrument versterkt het wetgevingsarsenaal om de ondernemingsrechtbank in staat te stellen slapende vennootschappen en van fraude verdachte vennootschappen op te sporen en uit de markt te verwijderen.
    • De wet van 21 maart 2021, die de procedure van gerechtelijke reorganisatie (PGR) voor ondernemingen in financiële moeilijkheden versoepelt, zou het aantal faillissementen moeten beperken, vooral bij kmo's. Het overdreven administratieve formalisme dat de procedure tot dusver quasi ontoegankelijk maakte voor kleine ondernemingen, wordt teruggeschroefd en de beschermende opschortingstermijn voor de schuldenaar wordt opnieuw ingevoerd in de voorbereidende fase van de PGR.

    Jaarlijkse evolutie van de faillissementen volgens grootte, levensduur, rechtsvorm, bedrijfstak, gewest en geslacht van de bestuurders

    De volgende grafieken tonen de jaarlijkse evolutie van de faillissementen en het banenverlies, rekening houdend met verschillende aspecten zoals grootte, levensduur, rechtsvorm, bedrijfstak, de geografische locatie van de onderneming en het geslacht van de bestuurders.

    Om de langetermijntrends beter te kunnen analyseren, tonen de onderstaande grafieken de evolutie van het aantal faillissementen per periode van vijf jaar (2010-2014, 2015-2020, 2021-2024), alsook de evolutie ten opzichte van het referentiejaar 2010.

    Jaarlijkse evolutie van het banenverlies volgens grootte, levensduur, rechtsvorm, bedrijfstak, gewest en geslacht van de bestuurder(s)

    De volgende grafieken tonen de jaarlijkse evolutie van het banenverlies, rekening houdend met verschillende aspecten zoals grootte, levensduur, rechtsvorm, bedrijfstak, de geografische locatie van de onderneming en het geslacht van de bestuurders.

    Om de langetermijntrends beter te kunnen analyseren, tonen de onderstaande grafieken de evolutie van het aantal banenverlies per periode van vijf jaar (2010-2014, 2015-2020, 2021-2024), alsook de evolutie ten opzichte van het referentiejaar 2010.

    Maandelijkse evolutie van de faillissementen en het banenverlies

    Uit de maandelijkse analyse van de faillissementen blijkt duidelijk het seizoensgebonden karakter van die variabele. Ieder jaar blijken er in juli en augustus beduidend minder faillissementen te zijn. Die daling tijdens de zomer wordt vervolgens tenietgedaan door een forse stijging van het aantal faillissementen in september en oktober.

    Dat verschijnsel heeft te maken met het gerechtelijk verlof in juli en augustus. De rechtbanken blijven tijdens de zomerperiode open, maar er worden veel minder zittingen gehouden.

    Bij de analyse van maandelijkse faillissementsgegevens wordt daarom aangeraden om altijd identieke perioden in plaats van opeenvolgende perioden met elkaar te vergelijken.

    Onderstaande grafiek toont de evolutie van het aantal maandelijkse faillissementen in 2024, alsook gegevens voor twee bijzonder belangrijke jaren: 2013, dat het hoogste aantal faillissementen optekende, en 2021, dat het laagste aantal faillissementen optekende.

    Evolutie van het aantal verloren banen per faillissement

    De volgende grafiek toont de evolutie van het aantal banen dat gemiddeld verloren ging per faillissement bij een kmo sinds 2010. Na een lichte opflakkering van het gemiddeld aantal verloren banen per faillissement naar 2,7 in 2020 en 2021 (de pandemie), daalde het in 2022 naar gemiddeld 2,4 verloren banen per failliete kmo, alvorens in 2023 en 2024 lichtjes te verhogen naar 2,5 en 2,6 verloren banen per failliete kmo. Ondanks de lichte stijging sinds 2022 is dat een bijzonder laag gemiddelde sinds 2010. Ondernemingen die failliet gaan, worden kleiner en kleiner over de jaren heen.

    Definities en bronnen

    Faillissement

    Een faillissement wordt uitgesproken wanneer een onderneming cumulatief aan drie voorwaarden voldoet:

    • het gaat om een onderneming, d.w.z.:
      • iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
      • iedere rechtspersoon
      • iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
    • die in aanhoudende staking van betaling verkeert
    • en waarvan de kredietwaardigheid is aangetast: dat betekent dat de ondernemer het vertrouwen van de schuldeisers heeft verloren, die hem geen krediet of betalingsvoorwaarden meer toestaan.

    Een ontbonden vennootschap kan failliet worden verklaard tot zes maanden na afsluiting van de vereffening.

    Bij een faillissement is altijd één onderneming betrokken. Een juridische constructie waarbij verschillende personen samen eenzelfde onderneming hebben opgericht, telt als één faillissement.

    Banenverlies

    Statbel berekent het banenverlies als gevolg van een faillissement op basis van de meest recente gegevens beschikbaar bij de Rijksdienst Sociale Zekerheid (RSZ).

    Methodologische opmerking

    Een door Statbel ingevoerde methodologische wijziging in verband met de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen heeft geleid tot een herziening van de cijfers met terugwerkende kracht voor faillissementen en banenverlies.

    De nieuwe vennootschapsvormen worden in februari 2022 in de faillissementsstatistieken opgenomen. Om de vergelijkbaarheid van de tijdreeksen te waarborgen, wordt de maatregel met terugwerkende kracht toegepast. Hoewel die actualisering geen invloed heeft op het totale aantal faillissementen, brengt zij wel twee belangrijke wijzigingen in de tijdreeksen aan:

    • Het aantal faillissementen onder zelfstandigen daalt in vergelijking met de oude methode. Sommige ondernemingen die deel uitmaakten van de categorie "zelfstandigen" worden volgens de nieuwe methode ingedeeld in de categorieën "Nv", "Bv", "Cv” of "Andere";
    • Het totale aantal verloren banen neemt toe. Om het aantal banenverliezen voor werkgevers in loondienst te berekenen, gebruikt Statbel een internationaal erkende schattingsregel die door Eurostat wordt aanbevolen en die afhankelijk is van de rechtsvorm van de onderneming. Die regel bepaalt dat er slechts één werkgever in loondienst is in het geval van zelfstandigen, terwijl dit aantal kan oplopen tot drie in het geval van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. De herverdeling van het aantal faillissementen volgens de rechtsvorm leidt derhalve tot een toename van het totale aantal verloren gegane arbeidsplaatsen. Het totale verlies aan banen wordt berekend als het totaal van de drie categorieën (verlies van voltijdbanen + verlies van deeltijdbanen + verlies van banen bij werkgevers in loondienst).
    Laatst bijgewerkt
    17 maart 2025