Table of Contents

    De pagina maakt gebruik van de resultaten uit de Flash Eurobarometers 342, 381, 426, 456, 498 en 549 van de Europese Commissie. De gegevens zijn het resultaat van opeenvolgende enquêtes en niet van administratieve statistieken. De resultaten moeten derhalve worden geïnterpreteerd met de nodige voorzichtigheid en terughoudendheid die aan elke enquête inherent zijn.

    De Europese Unie speelt een leidende rol in de wereldwijde strijd tegen klimaatverandering. Als een van de grootste economische blokken is de EU verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de wereldwijde CO₂-uitstoot, maar ze zet ambitieuze stappen om die te verminderen. De Green Deal, gelanceerd in 2019, streeft naar klimaatneutraliteit in 2050, met tussendoelen zoals een vermindering van 55 % van de uitstoot tegen 2030 ten opzichte van het niveau van 1995. Die doelstellingen werden opnieuw bevestigd op 26 februari 2025 toen de Clean Industry Deal voor concurrentievermogen en het koolstofarm maken van de EU werd gepresenteerd, waarbij het koolstofarm maken van de economie een van de drijvende krachten achter het Europese concurrentievermogen is.

    De kmo’s, goed voor 99 % van de ondernemingen en 63 % van de uitstoot, spelen daarin een cruciale rol.

    In het kader van de EU-doelstellingen voor klimaatneutraliteit in 2050 heeft België zich in de Europese verordening inzake de verdeling van de inspanningen (Effort Sharing Regulation), herzien in 2023, tot doel gesteld om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 47 % te verminderen ten opzichte van 2005.

    Om die doelstelling te halen, heeft België een reeks maatregelen ingevoerd als onderdeel van het Nationaal Energie- en Klimaatplan. Die maatregelen, samen met de maatregelen van de andere landen, zullen naar verwachting leiden tot een temperatuurstijging van 2,5°C tot 2,9°C, wat meer is dan de doelstellingen klimaatakkoord van Parijs van 2015, die de opwarming van de aarde tegen 2100 met 1,5°C tot 2°C wil verminderen. Er zijn dus bijkomende maatregelen nodig om onze verplichtingen in het kader van het Akkoord van Parijs na te komen.

    Strategie en acties om klimaatneutraal te worden

    Bijna een kwart (23,9 %) van de Belgische kmo’s heeft een concrete strategie om klimaatneutraal of zelfs klimaatnegatief (meer CO2 opnemen dan uitstoten tijdens de bedrijfsactiviteit) te worden. Dat is een duidelijke stijging ten opzichte van 2022, wanneer dat cijfer nog op 15,8 % lag.

    Nog eens een vijfde (19,9 %) van de kmo’s heeft de intentie om zo’n strategie in de toekomst te ontwikkelen. Dat cijfer lag twee jaar geleden hoger (25,7 %), maar is mogelijk te verklaren door ondernemingen die ondertussen een strategie hebben ontwikkeld.

    Het aandeel kmo’s die geen strategie heeft of in de toekomst plant, blijft stabiel op ongeveer 50 % (49,6 % in 2022; 50,6 % in 2024).

    Opvallend is dat hoe groter de onderneming op het vlak van werknemers, hoe groter de kans is dat ze een strategie om klimaatneutraal te zijn hebben: 23,2 % bij micro-ondernemingen tegenover 38,6 % bij kleine ondernemingen en 52,3 % bij middelgrote ondernemingen.

    De retailsector steekt met een derde (32,4 %) van de ondernemingen die een klimaatstrategie hebben boven de andere sectoren uit. Ze spelen daarmee in op de gestegen vraag naar duurzame goederen en diensten van de consument.  

    Kmo’s die een dergelijke strategie hebben, proberen om klimaatneutraliteit voornamelijk te bereiken door hun uitstoot in het algemeen te verminderen (77,2 %), en door gerecycleerde materialen of nieuwe technologieën te gebruiken (68,2 %).

    Alle genoemde acties in de grafiek worden in 2024 meer ondernomen dan in 2022 het geval was. De sterkste stijger is te zien bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën die minder uitstoten: 49,0 % tegen 30,6 % in 2022). 13,2 % van de Belgische kmo’s probeert hun uitstoot te compenseren, bijvoorbeeld door de aankoop van uitstootrechten of een bos aan te planten. In 2022 was dat nauwelijks het geval (0,4 %).  

    Een onderneming kon op die vraag meerdere opties aanduiden, behalve wanneer ze aangaf geen acties te ondernemen. Het resultaat is dat het totale percentage niet gelijk is aan 100 %.

    Gebruik van hernieuwbare energie

    De helft van de Belgische kmo’s geeft aan dat ze gebruik maken van hernieuwbare energie, zij het zelf geproduceerd (34,4 %), zij het via een hernieuwbare energieleverancier (15,9 %).

    Het gebruik van zelf opgewekte energie neemt toe naarmate de grootte van een onderneming:

    • 33,9 % bij micro-ondernemingen,
    • 45,8 % bij kleine ondernemingen, en
    • 57,1 % bij middelgrote ondernemingen.

    Voor drie op de vijf ondernemingen (61,5 %) die zelf energie opwekken, staat die elektriciteit in voor minder dan de helft van het elektriciteitsverbruik. Bij een minderheid (6,9 %) dekt de eigen opgewekte energie driekwart of meer van de totale elektriciteitsvraag. Die percentages lopen vrijwel gelijk over alle groottes heen.

    Laatst bijgewerkt
    30 april 2025