Table of Contents

    Deze pagina verduidelijkt de definities van termen en concepten die gebruikt worden in de rubriek “Kmo’s en zelfstandigen in cijfers”.

    De kmo's

    In België bestaat er geen eenduidige definitie voor kleine of middelgrote ondernemingen (kmo's). De Europese Commissie heeft echter in aanbeveling 2003/361/EG een Europese definitie van de kmo's opgenomen. Een Europese definitie maakt het mogelijk om op basis van gemeenschappelijke regels vast te stellen welke bedrijven recht hebben op steunmaatregelen voor kmo's.

    De definitie is gebaseerd op drie criteria:

    • het aantal werknemers
    • de jaaromzet (exclusief btw) of 
    • het jaarlijkse balanstotaal

    Volgens de Europese Commissie zijn kmo's ondernemingen die

    • minder dan 250 mensen in dienst hebben,
    • beschikken over
      • ofwel een omzet van minder dan of gelijk aan 50 miljoen euro,
      • ofwel een balanstotaal van niet meer dan 43 miljoen euro.

    Op die criteria worden drempelwaarden toegepast om een onderscheid te maken tussen drie categorieën van kmo's. Tabel 1 geeft een overzicht van de categorieën en de criteria waarop ze gebaseerd zijn.

    De Europese Commissie heeft in september 2021 een verslag gepubliceerd waarin de relevantie en doeltreffendheid van de kmo-definitie worden geanalyseerd.

    Aangezien de omzetgegevens of het balanstotaal niet altijd beschikbaar zijn, hanteert het Kmo-observatorium van de FOD Economie veelal het criterium van het aantal werknemers om een kmo te definiëren. De structurele statistieken van Eurostat, het Europees bureau voor statistiek, gebruiken ook enkel het aantal werknemers om de grootte van een onderneming te bepalen. In navolging van de Europese Commissie gaat ook de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid  (RSZ) ervan uit dat een kmo aan verschillende voorwaarden moet voldoen in termen van tewerkstelling en omzet. Maar omdat het enkel over informatie over de tewerkstelling beschikt, houdt het enkel rekening met dit criterium om kmo's te identificeren.

    Om verwarring te voorkomen, wordt de term kmo in deze rubriek gebruikt voor bedrijven met minder dan 250 werknemers, in overeenstemming met de Europese definitie.

    Gezien het belang van die kleine structuren in België wordt echter bijzondere aandacht besteed aan bedrijven met minder dan 50 werknemers. Meer dan 99 % van de Belgische bedrijven hebben immers minder dan 50 werknemers in dienst. In deze rubriek wordt een bedrijf met minder dan 50 werknemers een kleine kmo genoemd. De kleine kmo's omvatten de categorieën micro-onderneming en kleine onderneming. Het Kmo-observatorium hanteert dezelfde drempels voor het aantal werknemers als de Europese Commissie om de verschillende categorieën van kmo’s te definiëren.

    Zelfstandige ondernemers

    De zelfstandige ondernemer is een persoon die zijn/haar zelfstandige activiteit uitoefent in de juridische vorm van een eenmanszaak (zelfstandige natuurlijke persoon) of een vennootschap (rechtspersoon).

    Elke natuurlijke persoon die, in België, een beroepsactiviteit uitoefent zonder daarbij gebonden te zijn door een arbeidsovereenkomst of statuut, wordt beschouwd als zelfstandige Hij/zij oefent zijn/haar werk uit zonder enige relatie van ondergeschiktheid. De zelfstandige geniet een eigen sociaal statuut en een specifieke socialezekerheidsregeling. Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) beheert de sociale zekerheid van de zelfstandige ondernemers en publiceert daarover statistieken.

    De zelfstandige helper heeft ook het sociaal statuut van zelfstandige. Een zelfstandige helper is een persoon die, in België, een zelfstandige bijstaat of vervangt bij de uitoefening van zijn activiteit. Hij is echter niet gebonden door een arbeidsovereenkomst. Een zelfstandige helper moet niet noodzakelijkerwijs een verwante zijn van de zelfstandige.

    Een zelfstandige ondernemer (of zelfstandige helper) kan zijn activiteit als hoofd- of bijberoep uitoefenen. Een zelfstandige (ondernemer of helper) in bijberoep moet naast zijn zelfstandige activiteit ook een andere beroepsactiviteit voor een werkgever of als zelfstandige uitoefenen, of van een vervangingsinkomen genieten via een beroepsactiviteit als werknemer of rijksambtenaar die niet meer wordt uitgeoefend.

    Volgens Eurostat is een zelfstandige ondernemer ofwel de enige eigenaar ofwel de mede-eigenaar van een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid die geen rechtspersoon is, waarvoor hij werkt. Oefent hij ook een andere betaalde beroepsactiviteit uit in hoofdberoep, dan wordt hij beschouwd als een werknemer.

    De algemene informatiebrochure “Zelfstandige worden bevat daarnaast de belangrijkste informatie over de uitoefening van een activiteit als zelfstandige.

    Ambachtslieden

    Sinds juni 2016 definieert de wet een ambachtsman of -vrouw als "een natuurlijk persoon of een rechtspersoon actief in de productie, de transformatie, de reparatie, de restauratie van voorwerpen, de levering van diensten waarvan de activiteiten in essentie betrekking hebben op manuele aspecten, op een authentiek karakter, en die een zekere kennis ontwikkelen gericht op kwaliteit, traditie, creatie of innovatie".

    De wettelijke erkenning van het statuut van ambachtsman of -vrouw moet worden aangevraagd bij de FOD Economie. Daarbij moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan:

    1. ingeschreven zijn bij de Kruispuntbank van Ondernemingen,
    2. minder dan 20 werknemers hebben,
    3. een activiteit uitoefenen die in overeenstemming is met de wettelijke definitie van het statuut van de ambachtslieden,
    4. de Commissie Ambachtslieden zal ook rekening houden met de manuele aspecten van het werk en de knowhow.

    Voor meer info over de bronnen waarop de rubriek “Kmo’s en zelfstandigen in cijfers” gebaseerd is, raadpleeg :

    Laatst bijgewerkt
    9 maart 2023