Artikel 8:5, § 2, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) voorziet in de mogelijkheid voor een coöperatieve vennootschap om te worden erkend bij toepassing van de voornoemde wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor Coöperatie, het Sociaal Ondernemerschap en de Landbouwonderneming en om tegelijk als sociale onderneming te worden erkend.

Er kunnen zich dus drie scenario’s voordoen:

  • de coöperatieve vennootschap beschikt over geen enkele erkenning;
  • de betrokken coöperatieve vennootschap is erkend in toepassing van de voornoemde wet van 20 juli 1955 en beschikt niet over een erkenning als sociale onderneming;
  • de betrokken coöperatieve vennootschap beschikt over een erkenning als sociale onderneming en is niet erkend in toepassing van de voornoemde wet van 20 juli 1955.

Erkenningsvoorwaarden en procedure

Om als een coöperatieve vennootschap te worden erkend en om tegelijk een erkenning als sociale onderneming te verkrijgen, moet de betrokken vennootschap voldoen aan de voorwaarden die inherent zijn aan elk van beide erkenningen.

Een specifiek formulier (DOC, 42.5 KB) dat het mogelijk maakt om tegelijkertijd een aanvraag in te dienen om als een coöperatieve vennootschap te worden erkend en om een erkenning als sociale onderneming te verkrijgen, kan worden gedownload van de website van de FOD Economie.

Gevolgen van de intrekking van een erkenning  voor het behoud van de andere erkenning

Het voornoemde koninklijk besluit van 28 juni 2019 bepaalt dat de intrekking van één van de twee erkenningen geen invloed heeft op het behoud van de andere erkenning voor zover de statuten, de werking en de activiteiten van de betrokken vennootschap in overeenstemming zijn met de voorwaarden van de andere erkenning.

Laatst bijgewerkt
6 augustus 2019