Table of Contents

    Kmo’s kunnen een groepsvertegenwoordiger inschakelen om hun collectieve belangen te verdedigen door een rechtsvordering tot collectief herstel of een vordering tot staking in te dienen.

    De rechtsvordering tot collectief herstel voor kmo’s

    Deze maatregel wil de belangen verdedigen van kmo’s die het slachtoffer zijn van collectieve schade. Ze vergemakkelijkt de toegang tot het gerecht voor de kmo’s. 

    Wat is een vordering tot collectief herstel?

    In het gemeen recht wordt een gerechtelijke procedure in het algemeen op individuele basis opgestart om te handelen voor zijn persoonlijk nadeel. Een groepsactie is dus slechts uitzonderlijk mogelijk.

    Om dat probleem op te lossen, voorziet het Wetboek van economisch recht (WER) de mogelijkheid van een vordering tot collectief herstel (Boek XVII, Titel 2).

    Een rechtsvordering tot collectief herstel is bedoeld om individuele schade te vergoeden die door meerdere leden van een groep is geleden en die een gemeenschappelijke oorzaak heeft. Die leden kunnen zo collectief een vergoeding krijgen voor de collectieve schade, door middel van een vordering ingesteld door een groepsvertegenwoordiger. Deze vordering met name kan worden ingesteld in geval van schending van contractuele verplichtingen of van regels die de leden van de groep beschermen.

    Oorspronkelijk was dit mechanisme beperkt tot het consumentenrecht en konden enkel consumenten er gebruik van maken. Door een wijziging van het Wetboek van economisch recht staat de vordering tot collectief herstel nu ook open voor kmo’s.

    Waarom een collectieve vordering indienen als kmo?

    Er zijn twee belangrijke redenen om te kiezen voor een collectieve vordering:

    • Ze laat toe om verschillende partijen samen te brengen die het slachtoffer zijn van schade die eenzelfde oorzaak heeft;
    • Ze laat de leden toe zich te verzetten tegen wangedrag door actie te ondernemen die ze individueel niet zouden kunnen ondernemen bij gebrek aan gewicht.

    Onder welke voorwaarden kan een kmo een vordering tot collectief herstel opstarten?

    Een vordering tot collectief herstel kan worden opgestart door een groep kmo’s die geconfronteerd wordt met collectieve schade. Het Wetboek van economisch recht definieert collectieve schade als “het geheel van alle individuele schade die een gemeenschappelijke oorzaak heeft en die leden van een groep hebben geleden”.

    Er moet nog aan drie andere voorwaarden worden voldaan om een vordering tot collectief herstel ontvankelijk te maken:

    • de aangehaalde reden vormt een mogelijke schending door de onderneming van
      • een van de contractuele verplichtingen;
      • van een van de Europese verordeningen;
      • een van de wetten bedoeld in artikel XVII.37 van het Wetboek van economisch recht of hun uitvoeringsbesluiten;
    • de vordering wordt ingediend door een aanvrager die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel XVII.39 van het Wetboek van economisch recht en wiens doel rechtstreeks verband houdt met het voorwerp van de vordering tot collectief herstel;
    • een vordering tot collectief herstel moet efficiënter lijken dan een actie volgens gemeen recht.

    Die voorwaarden zijn cumulatief: er moet aan alle drie voldaan worden opdat de rechtbank de vordering tot collectief herstel ontvankelijk kan verklaren.

    Welke ondernemingen kunnen deelnemen aan een vordering tot collectief herstel?

    Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon kan deelnemen aan de vordering tot collectief herstel op voorwaarde dat:

    • die een economische activiteit uitoefent;
    • die minder dan 250 personen tewerkstelt;
    • die jaarlijks een omzet van minder dan 50 miljoen euro heeft of een balanstotaal van minder dan 43 miljoen euro.

    Hoe kan een onderneming deelnemen aan een vordering tot collectief herstel?

    Er bestaan twee manieren om deel te nemen aan een groep die een vordering tot collectief herstel indient: het optiesysteem met inclusie en het optiesysteem met exclusie.

    • optiesysteem met inclusie: een kmo die slachtoffer is van de schade moet duidelijk te kennen geven dat ze deel wil uitmaken van de groep;
    • optiesysteem met exclusie: een kmo die slachtoffer is van de schade maakt automatisch deel uit van de groep, tenzij ze expliciet aangeeft er geen deel van uit te willen maken.

    Voor kmo's die hun hoofdzetel niet in België hebben of in geval van andere collectieve schade dan vermogensschade (d.w.z. niet-geldelijke schade), blijft het optiesysteem met inclusie van toepassing.

    Wie kan een vordering tot collectief herstel indienen?

    Een groep kmo’s die een vordering wil indienen, moet een vertegenwoordiger aanwijzen. Die vertegenwoordiger speelt een cruciale rol tijdens de volledige procedure.

    Om groepsvertegenwoordiger te zijn, moet de vertegenwoordiger een bevoegde instantie voor kmo’s zijn.

    Is een bevoegde instantie kmo’s:

    1. een rechtspersoon opgericht naar Belgisch recht die voldoet aan de voorwaarden opgesomd in artikel XVII.1, § 4, 1° tot 6°, van het WER en erkend door de minister bevoegd voor Middenstand;
    2. een interprofessionele organisatie ter verdediging van de belangen van kmo's die rechtspersoonlijkheid bezit en in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelt;
    3. een rechtspersoon die als statutair doel de bescherming van de collectieve belangen van kmo's heeft, en die daartoe is erkend in een andere lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte.

    Een rechtspersoon die tot doel heeft de collectieve belangen van kmo's te verdedigen, maar niet onder de punten 1 tot 3 valt, kan voor een specifieke actie als een bevoegde instantie kmo’s worden beschouwd. De voorzitter van de bevoegde rechtbank gaat na of aan de erkenningscriteria is voldaan om de vertegenwoordiger voor die actie als bevoegde instantie voor kmo’s te erkennen.

    Zie ook de pagina Erkenning als bevoegde instantie kmo’s voor het instellen van een rechtsvordering tot collectief herstel en de collectieve vordering tot staking.

    Hoe een vordering tot collectief herstel indienen voor kmo’s?

    Een vordering tot collectief herstel voor een groep van kmo’s moet via de groepsvertegenwoordiger ingediend worden bij de ondernemingsrechtbank van Brussel.

    De aanvraag moet de volgende informatie bevatten:

    • het bewijs dat de vordering voldoet  aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden bedoeld in artikel XVII.36 van het WER;
    • de beschrijving van de collectieve schade die aan de basis ligt van de vordering tot collectief herstel;
    • de beschrijving van de groep waarvoor de groepsvertegenwoordiger wil optreden, samen met een schatting van het aantal personen;
    • de schadevergoeding die wordt gevraagd voor de leden van de groep of voor de leden van de verschillende subcategorieën van de groep;
    • de aanduiding van eventuele derden die verantwoordelijk zijn voor de financiering van de actie, en de daarmee gemoeide bedragen.

    Het akkoord tot herstel van de collectieve schade

    Wanneer een overeenkomst voor collectief herstel wordt gesloten tussen de groepsvertegenwoordiger en de verweerder, bepaalt de overeenkomst het optiestelsel dat van toepassing is en ook de termijn voor het optierecht van de kmo’s bij de griffie van de rechtbank.

    Als er geen overeenkomst mogelijk is, voorziet de beslissing van de rechter ten gronde die heeft beslist tot een collectief herstel door de verweerder, het optiesysteem met inclusie. Zij bevat ook een verwijzing naar de periode van vier maanden waarbinnen de betrokken kmo's bij de griffie van de rechtbank een verzoek kunnen indienen om zich bij de groep aan te sluiten.

    Om oplossingen in onderling overleg te bevorderen, verplicht het WER de vertegenwoordiger van de kmo’s en de verweerder nog voor het rechtsgeding te onderhandelen over een akkoord rond het herstel van de collectieve schade.

    Wanneer de partijen niet tot een akkoord komen, gaat de procedure over in een rechtsgeding. Wanneer de partijen wel tot een akkoord komen, wordt dat ter goedkeuring voorgelegd aan de ondernemingsrechtbank.

    Collectieve vordering tot staking voor kmo’s

    Wat is een collectieve vordering tot staking voor kmo’s?

    Het doel van de collectieve vordering tot staking is een einde te stellen aan een inbreuk op de bepalingen bedoeld in artikel XVII.37 van het WER om de collectieve belangen van kmo’s te beschermen. Het is dus niet bedoeld om schadevergoeding te verkrijgen.             

    Wie kan een collectieve vordering tot staking indienen voor kmo’s?

    Alleen een rechtspersoon die erkend werd als bevoegde instantie kmo’s kan een collectieve vordering tot staking indienen.

    De rechtspersonen die erkend zijn voor het indienen van een vordering tot collectief herstel worden beschouwd als bevoegde instanties kmo’s.

    Meer uitleg over de erkenningsvoorwaarden vindt u op de pagina Erkenning als bevoegde instantie kmo’s voor het instellen van een rechtsvordering tot collectief herstel en de collectieve vordering tot staking.

    Hoe een collectieve vordering tot staking indienen voor kmo’s?

    De collectief vordering tot staking moet worden ingediend bij de voorzitter van de bevoegde ondernemingsrechtbank . In het geval van grensoverschrijdende vordering tot staking is alleen de voorzitter van de ondernemingsrechtbank van Brussel exclusief bevoegd.

    De procedure wordt ingeleid en behandeld in kort geding. De procedure kan worden ingeleid door middel van een verzoekschrift waarin beide partijen worden gehoord (artikelen 1034ter tot 1034sexies van het Gerechtelijk Wetboek).

    Meer informatie?

    Contact Center
    FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 
    Vooruitgangstraat 50 
    1210 Brussel
    Tel. (gratis nummer): 0800 120 33
    Fax (gratis nummer): 0800 120 57

    of 

    Dienst Intellectuele Beroepen en Wetgevingagpme.erkkmo@economie.fgov.be

    Laatst bijgewerkt
    4 december 2024