Table of Contents

    Het verkrijgen van een professioneel krediet bij een bank of kredietbemiddelaar kan moeilijk zijn, vooral voor de kmo’s. De wetgever heeft daarom de toegang van de kmo’s tot financiering willen bevorderen door hun rechten in de wet te verankeren. Daarnaast zijn er instrumenten beschikbaar om kmo's te ondersteunen bij hun financieringsaanvragen.

    Welke ondernemingen zijn betrokken bij de wet op de financiering van kmo’s ?

    De wet op de financiering van de kmo’s is van toepassing op elke onderneming (fysieke persoon die een professionele activiteit als zelfstandige uitoefent, rechtspersoon of onderneming zonder rechtspersoonlijkheid) die niet meer dan een van de volgende criteria overschrijdt voor twee opeenvolgende boekjaren, valt onder de toepassing van de wet Kmo-financiering:

    • 50 werknemers (jaargemiddelde – voltijdse equivalenten);
    • jaaromzet van 9 miljoen euro (exclusief btw);
    • balanstotaal van 4,5 miljoen euro.

    Ondernemingen die starten, schatten ter goede trouw bovenstaande criteria in het begin van het boekjaar.

    Wet over kmo-financiering: wat zijn de voordelen voor de ondernemingen?

    De wet van 21 december 2013 betreffende de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen, gewijzigd door de wet van 21 december 2017, weerspiegelt de wens om de relatie tussen banken en de kmo’s in evenwicht te brengen met concrete maatregelen:

    • meer transparantie in het kredietaanbod: zo kan de onderneming de voorwaarden van de contracten van de verschillende kredietgevers vergelijken.

    Voorbeeld: vóór elke besluitvorming krijgt de onderneming een schriftelijke toelichting, een samenvatting van de kredietovereenkomst en het ontwerp van kredietovereenkomst

    • een beter evenwicht in de contractuele betrekking tussen de kredietgever en de onderneming.

    Voorbeeld: de omkadering en plafonnering van de wederbeleggingsvergoeding, de verplichting om een kredietweigering te motiveren

    Bovendien legt een gedragscode, die gezamenlijk is opgesteld door de vertegenwoordigende organisaties van de kredietsector en de kmo's, de toepassingsmodaliteiten van de wet vast en verzekert dat die nauwkeurig overeenstemmen met de verwachtingen van alle belanghebbenden.

    Ontdek in onze infographic uw rechten als kmo bij kredietaanvragen. Voor verdere info, raadpleeg het punt de rechten van de kmo bij het aanvragen van een krediet in detail.

    De wet over kmo-financiering en de gedragscode in detail

    De wet beschermt kleine en middelgrote ondernemingen in alle fasen van hun zoek naar financiering: bij het inwinnen van inlichtingen, het verkrijgen van het kredietaanbod, betreffende de voorwaarden van de overeenkomst en in geval van weigering van het krediet.

    Een gedragscode, ondertekend door de Belgische Federatie van de Financiële sector (Febelfin) en de interprofessionele organisaties (UCM, UNIZO, SNI), vervolledigt de wet. Het bepaald de inhoud van de bij de kredietaanvraag verstrekte schriftelijke toelichting, het bij de overhandiging van de ontwerpkredietovereenkomst geleverde informatiedocument, het soort informatie dat van de onderneming wordt verlangd om haar financiële situatie te beoordelen, de berekeningsmodaliteiten van de wederbeleggingsvergoeding en de informatie die moet worden gegeven bij weigering van een krediet.

    Inlichtingen bij de aanvraag van een krediet

    • Inwinnen van inlichtingen: de kredietgever vraagt van de onderneming de inlichtingen die hij nodig acht om de haalbaarheid te beoordelen van het project waarvoor het krediet wordt aangevraagd. Die inlichtingen kunnen betrekking hebben op de financiële situatie, de terugbetalingscapaciteit en de lopende financiële verbintenissen. Hetzelfde soort informatie wordt gevraagd van de persoon die een persoonlijke zekerheid biedt. De onderneming en, in voorkomend geval, de persoon die persoonlijke zekerheid biedt, zijn verplicht nauwkeurig en volledig te antwoorden.
    • Zoeken naar de gepaste kredietvorm: de kredietgever zoekt het meest geschikte type krediet, rekening houdend met de financiële situatie van de aanvrager en het doel van het krediet.
    • Schriftelijke toelichting: de aanvrager ontvangt een schriftelijke toelichting met de verschillende kredietvormen die voor hem/haar mogelijk geschikt zijn en de openbare voorzieningen ter bevordering van de toegang tot financiering van ondernemingen.
    • Informatie over de toegang tot financiering: de aanvrager krijgt de nodige informatie en instrumenten die bedoeld zijn om de toegang tot financiering voor ondernemingen en de mogelijkheden tot het bekomen van overheidsgaranties te verbeteren. Deze informatie is te vinden op de website financieringvanondernemingen.be.
    Om meer te weten: de informatie die noodzakelijk wordt geacht om de financiële toestand en de terugbetalingsmogelijkheden van de onderneming te beoordelen

    De gedragscode geeft een gedetailleerde toelichting over de informatie en documenten die de onderneming aan de kredietgever moet voorleggen om zijn financiële toestand aan te tonen.

    Omdat elke kredietaanvraag anders is, is de opgestelde lijst niet exhaustief.

    De kredietgever, of in voorkomend geval de kredietbemiddelaar, vraagt minimaal volgende informatie aan de onderneming bij de kredietaanvraag, voor zover van toepassing in functie van het gevraagde krediet (uiteraard enkel voor zover hij deze nog niet in zijn bezit zou hebben of voor zover deze niet beschikbaar is in de KBO):

    • identiteit van de onderneming;
    • indien van toepassing, de betreffende groepsstructuur en de aandeelhoudersstructuur;
    • activiteit, alsook, indien van toepassing, minimale informatie over de positionering van de onderneming in de sector waarin zij actief is;
    • actuele (tussentijdse en gedetailleerde) financiële resultaten en het financieel plan;
    • doel van het krediet;
    • bestaande informatie van de kredietrelaties tussen onderneming en kredietgever – wisselwerking tussen beide partijen;
      • indien van toepassing, uitstaande financieringen op ondernemings- en groepsniveau (desgevallend bij andere financiële instellingen);
    • bestaande persoonlijke en zakelijke zekerheden en beschikbare activa voor zekerheidsstelling (binnen en buiten de onderneming);
    • indien van toepassing, de negatieve verbintenissen (negative pledge) en andere engagementen die direct of indirect de kredietrelatie kunnen beïnvloeden;
    • de statuten van de onderneming alsook de wijzigingen die gepubliceerd werden in het Belgisch Staatsblad;
    • in voorkomend geval, de sociale balans.

    De onderneming zal zelf gehouden zijn om andere nuttige en beschikbare informatie (waarvan zij redelijkerwijze moet veronderstellen dat deze relevant is in het kader van de kredietbeslissing) aan te leveren, die de kredietgever in staat stelt om een correcte inschatting te nemen van de kredietpositie van de onderneming en bij te dragen tot de selectie van gepaste kredietvormen.

    De kredietgever, of in voorkomend geval de kredietbemiddelaar, vraagt minimaal volgende informatie aan de persoonlijke zekerheidssteller (uiteraard enkel voor zover hij die nog niet in zijn bezit zou hebben of voor zover die niet beschikbaar is in de Kruispuntbank van Ondernemingen):

    • identiteit
    • overzicht vermogenstoestand.
    Om meer te weten: de inhoud van de schriftelijke toelichting

    De gedragscode bepaalt dat de schriftelijke toelichting informatie van algemene aard bevat aangezien die bij de kredietaanvraag wordt verstrekt zonder volledige dossierstudie.

    Die informatie moet met name het volgende omvatten:

    • de kredietvorm (bv. kaskrediet, straight loan, investeringskrediet, roll-over, ...);
    • algemene kenmerken en modaliteiten van de betreffende kredietvorm;
    • beschikbare looptijden (bepaalde of onbepaalde duur);
    • mogelijkheid tot vervroegde terugbetaling;
    • mogelijke kosten;
    • typevoorbeeld(en) waarvoor de beschreven kredietvorm wordt gebruikt;
    • een weblink die verwijst naar de informatie en de nuttige instrumenten bedoeld om de toegang tot financiering voor ondernemingen te verbeteren en de mogelijkheden tot het bekomen van overheidsgaranties;
    • naam en adres van de bevoegde instantie aangewezen in de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten.

    Ontvangst van een kredietaanbod

    • Ontwerpkredietovereenkomst: Op het ogenblik van het kredietaanbod wordt aan de aanvrager kosteloos een exemplaar van de ontwerpkredietovereenkomst bezorgd en een summier informatiedocument met een overzicht van de belangrijkste kenmerken van het voorgestelde krediet.
    • Garanties en zekerheden: Ingeval de kredietgever de toekenning van het krediet onderwerpt aan de vestiging van een zekerheid of een waarborg, informeert de kredietgever over de belangrijkste kenmerken van die waarborg en de impact ervan op de kredietaanvraag. De derde die een zekerheid of waarborg stelt kan op eerste aanvraag en kosteloos een kopie van de ontwerpkredietovereenkomst opvragen.
    Om meer te weten: de inhoud van het summier informatiedocument

    Volgens de gedragscode heeft het beknopte informatiedocument tot doel de onderneming toe te laten zonder veel moeite de nodige kenmerken en modaliteiten van het aangeboden krediet terug te vinden. Op basis van de informatie in het informatiedocument moet de kredietnemer in staat zijn om twee of meerdere kredietaanbiedingen bij dezelfde of bij een andere kredietgever of kredietbemiddelaar, op eenvoudige wijze en voor wat betreft de belangrijkste punten, te vergelijken.

    Deze informatie moet met name het volgende omvatten:

    • identiteit en contactgegevens van de kredietgever(s);
    • soort krediet, zijnde de (commerciële) benaming zoals gebruikt in de toelichting en de belangrijkste kenmerken van de betreffende kredietsoort;
    • looptijd van de overeenkomst;
    • kredietbedrag;
    • interestvoet (incl. belangrijkste voorwaarden, mogelijkheid tot wijziging, enz. );
    • alle gebruikelijke kosten m.b.t. het aangaan en de normale uitvoering van een kredietcontract die door de kredietgever kunnen worden aangerekend en aan hem moeten worden betaald: de reserveringscommissie, dossierkosten, ... Hierin zijn hoe dan ook niet opgenomen kosten verbonden aan de wijziging/opzeg van het krediet, mogelijke andere kosten die worden aangerekend door derden bv. registratierechten in het kader van het vestigen van een waarborg, ...;
    • terbeschikkingstelling;
    • vergoeding verschuldigd bij vervroegde terugbetaling:
      • kredieten tot 2 miljoen euro: maximum 6 maanden contractuele interest op het vervroegd terugbetaald kapitaal;
      • kredieten van meer dan 2 miljoen euro: maximum het resultaat van de berekeningswijze die voorzien is in de Gedragscode (zie hierna “berekeningsmodaliteiten wederbeleggingsvergoeding”).
    • in voorkomend geval: een opsomming van alle (persoonlijke en zakelijke) zekerheden (soort en bedrag) die bijkomend gevraagd worden n.a.v. het kredietaanbod dat onderhavig summier informatiedocument vergezelt (met inbegrip van de overheidswaarborgen);
    • gestanddoeningstermijn, t.t.z. de periode waarvoor de in het document opgenomen informatie geldig is;
    • een weblink die verwijst naar informatie over de kenmerken van de voornaamste zekerheden die kunnen worden genomen en de impact ervan op de kredietaanvraag.

    Contractclausules: voorwaarden bij vervroegde terugbetaling

    • Vervroegde terugbetaling van het verschuldigd kapitaalsaldo: het is te allen tijde toegestaan om het verschuldigd kapitaalsaldo geheel of gedeeltelijk vervroegd terug te betalen, door de kredietgever daarvan ten minste tien werkdagen vóór de terugbetaling per aangetekende brief in kennis te stellen. Er kunnen geen voorwaarden aan verbonden worden, met uitzondering van de wederbeleggingsvergoeding.
    • Plafond van de wederbeleggingsvergoeding: voor kredieten van minder dan 2 miljoen euro mag de wederbeleggingsvergoeding niet hoger zijn dan 6 maanden interesten.
    • Berekeningsmodaliteiten wederbeleggingsvergoeding: voor kredieten van meer dan 2 miljoen euro, wordt het bedrag van de wederbeleggingsvergoeding contractueel vastgelegd tussen de kredietgever en de onderneming, en geplafonneerd volgens de berekeningsmodaliteiten die voorzien zijn in de gedragscode (zie hieronder).
    • Vrijgave van zekerheid of waarborg: na de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van een krediet kan de aanvrager de gehele of gedeeltelijke vrijgave van de gevestigde zekerheid of waarborg vragen. Ingeval van weigering informeren de kredietgever of de kredietbemiddelaar de onderneming of de belanghebbende derde schriftelijk over de belangrijkste elementen waarop die weigering gebaseerd is.
    Meer informatie: berekeningsmodaliteiten wederbeleggingsvergoeding

    De gedragscode bepaalt de berekeningsmodaliteiten van de wederbeleggingsvergoeding. De berekening is gebaseerd op het verschil tussen:

    • enerzijds de interesten die de kredietgever, of de kredietbemiddelaar, van de kredietnemer zou hebben ontvangen mits de kredietnemer de ontleende fondsen volgens de contractueel vastgelegde modaliteiten zou hebben terugbetaald
    • en anderzijds de interesten die de kredietgever, of de kredietbemiddelaar, in plaats daarvan zou ontvangen bij de herplaatsing van deze fondsen, aan de hierna bepaalde referentie-interestvoet. De referentie-interestvoet die met elke vervaldag overeenkomt is gebaseerd op:
      • Voor betaalstromen t.e.m. 1 jaar: Euribor
      • Voor betaalstromen op meer dan 1 jaar: IRS

    Elke kredietgever, of kredietbemiddelaar, behoudt de mogelijkheid om aanpassingen aan te brengen in plus of in min aan de bovenvermelde interestvoeten op voorwaarde dat dit duidelijk gecommuniceerd wordt op het ogenblik van het afsluiten van het contract.

    De periode die in acht wordt genomen loopt tot aan de volgende contractuele herziening van de interestvoet of, bij het ontbreken hiervan, tot aan de eindvervaldag van het krediet.

    De wederbeleggingsvergoeding kan eveneens worden aangerekend in alle gevallen waarin de kredietgever, of de kredietbemiddelaar, het krediet opzegt op grond van een wanprestatie vanwege de onderneming.

    Theoretisch voorbeeld van de berekening van een wederbeleggingsvergoeding:

    Gegevens van het krediet:

    • Datum vervroegde terugbetaling:  08.11.2013.
    • Uitstaand saldo: 1.205.684,00 euro
    • Rentevoet: 2,59 %
    • Eindvervaldag: 1.01.2017

    Benaderende berekening

    • Restlooptijd: 4 jaar en 2 maanden, maar gezien degressief krediet (vaste kapitaalaflossingen), gemiddeld 2 jaar en 1 maand.
    • IRS rente op 2 jaar en 1 maand is ongeveer 0,54 % (IRS op 2 jaar = 0,531 % en IRS op 3jaar = 0,709 %)
    • Verlies voor de bank is: 1.205.684 euro * (2,59 %-0,54 %) * 2 jaar en 1 maand = 51.492,75 euro. Het exacte resultaat zal waarschijnlijk lager zijn door rekening te houden met de tijdswaarde van het geld (= actualisatie).
    Om meer te weten: weigering van de vrijgave van de zekerheid of de waarborg

    Het krediet moet volledig of gedeeltelijk terugbetaald zijn vooraleer een vrijgave van de zekerheid of waarborg gevraagd kan worden. Ingeval van weigering informeren de kredietgever, of de kredietbemiddelaar de onderneming of de belanghebbende derde schriftelijk over de belangrijkste elementen waarop die weigering gebaseerd is of die de risico-inschatting beïnvloed hebben, en dat op transparante wijze en in voor de onderneming verstaanbare bewoordingen.

    Volgende informatie kan (geen exhaustieve lijst) gegeven worden: 

    • Er zijn nog openstaande engagementen die door de zekerheid/waarborg worden gedekt.
    • Er zijn tegenaanwijzingen in de financiële cijfers (zwakke solvabiliteit, onvoldoende terugbetalingscapaciteit, liquiditeitsrisico, ... ).
    • Er is negatieve informatie in het Register van kredieten aan ondernemingen (RKO) of bij een andere leverancier van handelsinformatie.
    • De kredietgever heeft weet van betalingsachterstand (bij de overheid, de kredietgever of derden).
    • Er hebben ingebrekestellingen plaats gevonden in het kader van andere kredietovereenkomsten bij de kredietgever of bij andere bestaande kredietgevers.
    • Er is sprake van een verslechtering van de economische omgeving of marktomstandigheden.
    • Er is een lopende procedure van gerechtelijke reorganisatie.
    • De waarborg moet behouden worden omwille van verlies van andere waarborgen, bv. overheidswaarborgen.
    • Omwille van afwezigheid van een alternatieve evenwaardige waarborg of zekerheid ter indekking van het krediet.

    Indien de onderneming hierom verzoekt, geeft de kredietgever, of de kredietbemiddelaar, mondeling of schriftelijk nog bijkomende uitleg waarom één of meerdere van bovenstaande redenen specifiek worden ingeroepen.

    Kredietweigering

    • Schriftelijke weigering: Als hij het krediet weigert, moet de kredietgever die hierom wordt gevraagd de redenen voor die weigering schriftelijk of mondeling meedelen. De onderneming kan de mondelinge kennisgeving schriftelijk laten verduidelijken.
    Om meer te weten: schriftelijke formulering van de motieven van kredietweigering

    De gedragscode bepaalt dat de kredietgever of kredietbemiddelaar de onderneming mondeling toelicht waarom de kredietaanvraag geweigerd werd. Enkel indien de onderneming dit uitdrukkelijk vraagt en dit binnen maximum zes maanden na de kredietaanvraag, zal hij gehouden zijn een schriftelijke verklaring van kredietweigering af te leveren. De bewijslast van de aanvraag van een schriftelijke verklaring van kredietweigering, bevindt zich bij de onderneming.

    Volgende informatie kan (geen exhaustieve lijst) gegeven worden:

    • onvoldoende informatie en documentatie met betrekking tot de financiële toestand van de onderneming, het project en in het bijzonder de slaagkansen, de terugbetalingscapaciteit;
    • negatieve informatie in het Register van Kredieten aan Ondernemingen of bij een leverancier van handelsinformatie;
    • gebrek aan beschikbare (persoonlijke of zakelijke) zekerheden, eigen inbreng in het project en/of onvoldoende eigen vermogen in algemene zin;
    • weet van betalingsachterstand (overheid/kredietgever/derden);
    • ingebrekestellingen in andere kredietovereenkomsten bij de kredietgever of bij andere bestaande kredietgevers;
    • onvoldoend overtuigende financiële positie of een onvoldoende overtuigend business of financieel plan van de onderneming om het gevraagde krediet te rechtvaardigen;
    • past niet binnen het beleid van de kredietgever;
    • historiek van de onderneming of haar vertegenwoordigers;
    • het beleid en het bestuur van de onderneming;
    • het gebrek aan gepaste opleiding, ervaring of bekwaamheid binnen de onderneming.

    Het verstrekken van dergelijke motivatie zal evenwel geenszins een verplichting inhouden van de kredietgever, of de kredietbemiddelaar, om bijkomend een weigering te rechtvaardigen, dan wel om een nieuwe aanvraag ingediend door dezelfde onderneming te willen onderzoeken.

    De motivering van de weigering is enkel bedoeld om de onderneming bij te staan in een juist begrip van de redenen van weigering.

    Bovendien doet die verplichting geen enkele afbreuk aan de contractvrijheid en heeft de kredietgever ten allen tijde het recht om te beslissen niet tot contracteren over te gaan.

    Tot wie zich richten in geval van klacht?

    Als u vaststelt dat een bank- of kredietinstelling wettelijke verplichtingen niet nakomt, moet u een klacht indienen bij de bevoegde dienst van de financiële instelling.

    Als er geen oplossing wordt gevonden, kan een klacht worden ingediend bij Ombudsfin, de ombudsdienst voor financiële diensten.

    Ombudsfin helpt bij het zoeken van een oplossing voor een geschil met betrekking tot kredieten, basisbankdienst voor ondernemingen, grensoverschrijdende betalingen (binnen de Europese Unie) en MIFS (afwikkelingsvergoedingen aangerekend aan de handelaar bij betalingstransacties). Een beroep op Ombudsfin is kosteloos voor ondernemingen.

    Ready4Credit

    Een ijzersterk dossier hebben is noodzakelijk voordat u een aanvraag indient bij een financiële instelling. Om de ondernemingen bij dit proces te ondersteunen heeft de FOD Economie een online applicatie ontwikkeld: Ready4Credit. Die toepassing helpt u om de sterke en zwakke punten van uw kredietaanvraagdossier te bepalen, op basis van de belangrijkste criteria die de banken hanteren.

    Steun aan ondernemingen

    Op gewestelijk niveau 

    De steun aan ondernemingen, met inbegrip van financieringsoplossingen die hen worden aangeboden, is een regionale bevoegdheid. Hieronder vindt u de aanspreekpunten naargelang uw geografische locatie. 

    Op nationaal niveau

    Sommige actoren behoren tot het nationale niveau.

     Op Europees niveau

    De Europese Unie biedt ook een reeks initiatieven en programma's om de kmo’s en ondernemers te ondersteunen en hun toegang tot financiering te vergemakkelijken.

    Laatst bijgewerkt
    27 april 2023

    Laatste nieuws voor dit thema