Table of Contents
België, een kleine open economie van bijna 11,8 miljoen inwoners, ligt in het hart van West-Europa. In 2023 bedroeg zijn bbp 584,7 miljard euro. Door zijn openheid is handel essentieel voor België. Daarnaast is 63,8 % van de Belgische uitvoer bestemd voor de intra-Europese markt. De buurlanden van België, met name Duitsland, Frankrijk en Nederland, zijn ook de belangrijkste handelspartners. De buitenlandse handel daalde bijzonder sterk in 2023, zowel voor de uitvoer als voor de invoer van goederen. De handelsbalans verslechterde en het tekort bedroeg in 2023 bijna 20,9 miljard euro.
Groeimarkten
De belangrijkste uitvoerproducten van de Belgische ondernemingen waren in 2023 producten uit de chemische nijverheid, maar ook minerale producten, voertuigen en vervoermaterieel, evenals machines en elektrische apparaten en onedele metalen.
In 2022 was de farmaceutische industrie, binnen de verwerkende nijverheid, de belangrijkste sector in het creëren van toegevoegde waarde, gevolgd door de chemische nijverheid en de voedings- en drankenindustrie.
Groei en bbp
De jaarlijkse groei van het BBP in België vertraagde van 3% in 2022 tot 1,4 % in 2023. In het eerste kwartaal van 2024 steeg het bbp in België met 1,3 % j-o-j, een waarde die gelijk is aan die van het voorgaande kwartaal. Met een bijdrage van respectievelijk 1,2 en 1 procentpunt droegen de netto uitvoer en de binnenlandse vraag exclusief voorraden beide in bijna gelijke mate bij aan de economische groei in het eerste kwartaal van 2024. In het geval van de netto-uitvoer moet echter worden benadrukt dat dit niet is toe te schrijven aan een sterke buitenlandse handel, aangezien zowel de uitvoer als de invoer op jaarbasis nog steeds afnemen, zij het in steeds minder uitgesproken mate. Binnen de binnenlandse vraag wogen alleen de investeringen van huishoudens in woongebouwen en de investeringen van de ondernemingen op de groei van de economische bedrijvigheid, met een negatieve bijdrage van respectievelijk -0,3 en -0,1 procentpunt. De voorraadwijzigingen drukten de bbp-groei in deze periode ook met 0,9 procentpunt.
De diensten vormen traditioneel de belangrijkste motor van de Belgische economische groei. In 2023 ondersteunden ze de groei van de economische activiteit volledig en waren ze de belangrijkste motor in elk kwartaal van 2023, en dat blijft zo in het eerste kwartaal van 2024. De bouwsector ondersteunde de bbp-groei, zij het in bescheiden mate, in het eerste kwartaal van 2024 (0,1 procentpunt, net als in het vorige kwartaal). Dat geldt ook voor de landbouwsector, ondanks zijn lage relatieve gewicht in de nationale economie. Daarentegen bleef de verwerkende industrie exclusief de bouwsector in het eerste kwartaal van 2024 wegen op de economische groei, waardoor deze met 0,4 procentpunt daalde. Dit is de vijfde opeenvolgende negatieve bijdrage van deze sector.
Productie-index
Terwijl de productie in de industrie zonder de bouw (secties B+C+D) in 2022 licht daalde, waarbij ze weliswaar nog steeds op een hoog niveau bleef, daalde ze in 2023 nog verder tot -7,3 %. Op jaarbasis daalde de productie in alle vier kwartalen van 2023, en deze trend zette zich voort in het eerste kwartaal van 2024. In het eerste kwartaal van 2024 daalde de productie van de industrie zonder de bouw met 6 % ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal van het voorgaande jaar. De output van de bouwsector is sinds 2021 aan het stijgen. In het eerste kwartaal van 2024 steeg de productie in de bouwsector met 2,8 % j-o-j.
Ondernemersvertrouwen
In 2023 is het ondernemersvertrouwen in België opnieuw verslechterd, met een daling van 7,7 punten ten opzichte van 2022. Die neerwaartse trend is waarneembaar in alle sectoren, zij het in verschillende mate. Het is echter de verwerkende industrie die het vertrouwen het sterkst ziet dalen in 2023, door de verslechtering van de werkgelegenheidsvooruitzichten en de daling van de verwachte vraag. Na de lichte opleving van het vertrouwen in het eerste kwartaal van 2024 zette de trend zich voort in het tweede kwartaal, maar het vertrouwen blijft op een bijzonder laag niveau.
Ondernemingsdemografie
In 2023 was de ondernemingsdemografie zwakker dan in 2022. Het aantal oprichtingen daalde met 9,5 %, terwijl het aantal stopzettingen met 12,5 % toenam. De bedrijfsdynamiek verbeterde licht in het eerste kwartaal van 2024 vergeleken met het eerste kwartaal van 2023, met 1.417 meer opgerichte bedrijven en 451 minder stopzettingen. Het netto saldo is positief, met 6.280 bedrijven meer dan in het eerste kwartaal van 2023.
Faillissementen
In 2023 werden er in België in totaal 10.243 faillissementen geregistreerd, 10,6 % meer dan in 2022. De bouwsector (F) noteerde het hoogste aantal faillissementen in 2023. De dienstensector, de grootste sector van de economie, is ook de sector waar het aantal faillissementen in absolute cijfers het sterkst steeg in 2023 (+654 faillissementen; +9,6 %).
In het eerste kwartaal van 2024 bleef het totale aantal faillissementen stijgen met 16,4 % op jaarbasis. Alle sectoren volgden deze opwaartse trend. In het eerste kwartaal van 2024 steeg het aantal faillissementen in absolute cijfers het sterkst in de dienstensector (G-T), met 291 faillissementen meer dan in het eerste kwartaal van 2023, gevolgd door de bouwsector (F), met 111 faillissementen meer in dezelfde periode.
Arbeidsmarkt
Over het geheel genomen liet 2023 een gunstige trend op de arbeidsmarkt zien: de arbeidsparticipatie steeg en zowel de totale werkloosheid als de werkloosheid onder jongeren tot 25 jaar daalde.
In de laatste drie kwartalen van 2023 verbeterde de totale werkloosheid, maar die verbetering stopte in het eerste kwartaal van 2024. In het eerste kwartaal van 2024 was de werkloosheid 5,8%, vergeleken met 5,7% in het eerste kwartaal van 2023.
Het werkloosheidscijfer voor jongeren onder de 25 jaar zette de verslechtering (op jaarbasis) voort die in het vierde kwartaal van 2023 begon, en steeg van 15,2 % in het eerste kwartaal van 2023 tot 16,9 % in het eerste kwartaal van 2024.
De verbetering (op jaarbasis) van de arbeidsparticipatie die in het vierde kwartaal van 2023 werd waargenomen, kwam tot stilstand in het eerste kwartaal van 2024, met een arbeidsparticipatie van 66,2 % vergeleken met 66,6 % in dezelfde periode van 2023.
Inflatie
Na 4 kwartalen van opeenvolgende dalingen begon de inflatie, zoals gemeten door de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP), in het eerste kwartaal van 2024 weer te stijgen en in het tweede kwartaal van 2024 zelfs te versnellen tot 5,1 %.
Terwijl de inflatie van energieproducten in het eerste kwartaal van 2024 nog negatief was, trok deze in het tweede kwartaal weer aan tot 20,9 %. De inflatie van de energieproducten leverde dus opnieuw een positieve bijdrage aan de totale inflatie in het tweede kwartaal van 2024 (+2 procentpunten), waardoor de inflatoire druk van de andere 4 productgroepen, die 3,1 procentpunten bijdroegen, nog werd versterkt.
Groeivooruitzichten
In zijn publicatie van juni 2024 stelt het Federaal Planbureau dat de Belgische economische groei zich zou stabiliseren op hetzelfde cijfer als in 2023, namelijk 1,4 % voor 2024 en 2025.
Na een groei van 3,3 % in 2023 voorspelt het IMF in zijn groeiprognoses van juli dat de wereldeconomie in 2024met 3,2 % groeit en in 2025 met 3,3 % .