Table of Contents

    Economische vooruitzichten op mondiaal niveau

    Na een voorspelde groei van 3,3 % in 2023 verwacht het IMF dat de wereldeconomie in 2024 met 3,2 % en in 2025 met 3,3 % zal groeien.

    Na een groei van 2,5 % in 2023 zouden de Verenigde Staten in 2024 opnieuw een groei van meer dan 2 % kennen (2,6 %), dat is 0,1 procentpunt minder dan in de vorige groeiprognoses. Voor 2025 verwacht het IMF voor de Verenigde Staten een groei van 1,9 % (ongewijzigd ten opzichte van de prognoses van april).

    Na een zeer sterke vertraging in 2023 (0,5 %) zou de groei in de eurozone in 2024 naar verwachting onder de 1 % blijven (0,9%), door de neerwaartse druk van Duitsland. Duisland is de motor van Europa en zijn economie zou blijven vertragen (0,2 % verwacht voor 2024, na een recessie van -0,2 % in 2023). Frankrijk, Italië en Nederland zouden het in 2024 naar verwachting nauwelijks beter doen dan Duitsland, met een groei van respectievelijk 0,9 %, 0,7 % en 0,7 %. Voor 2025 zouden de groeivooruitzichten voor de eurozone verbeteren, en dat zou voor alle bovengenoemde landen gelden Spanje doet het goed, met een dynamische groei van meer dan 2 % over de drie jaar (2023-2024 en 2025).

    Het Verenigd Koninkrijk kende eveneens een economische vertraging in 2023 (+0,1 %), gevolgd door een eerste versnelling van de economische groei in 2024 (+0,7 %) en een tweede versnelling in 2025 (+1,5 %).

    De groei van het Chinese bbp versnelde in 2023 (+5,2 %), maar zou een vertraging kennen (+5 %) in 2024. Deze groeiprognose is met 0,4 procentpunt naar boven bijgesteld ten opzichte van de prognose van april 2024, na een opleving van de particuliere consumptie en een bloei van de uitvoer in het eerste kwartaal. Vervolgens voorziet het IMF voor 2025 een vertraging van de economische groei in China (+4,5 %), als gevolg van een vergrijzende bevolking en een tragere productiviteitsgroei.

    Risico's voor groeivooruitzichten

    Het IMF geeft in zijn publicatie van juli aan dat de risico’s die op de groeivooruitzichten wegen in evenwicht blijven en dezelfde zijn als de risico’s die in zijn publicatie van april werden genoemd:

    • De negatieve risico’s bestaan uit de volatiliteit van de grondstofprijzen, de aanhoudende inflatie, de toenemende problemen van de vastgoedsector in China, en het te bruusk terug in evenwicht brengen van de begroting.
    • De mogelijk positieve punten bestaan uit de snellere desinflatie, het soepelere begrotingsbeleid, de versnelling van het economisch herstel in China, en de impact van artificiële intelligentie en een aangepast aanbod op de productiviteit.

    Het IMF benadrukt echter dat sommige kortermijnrisico’s groter zijn geworden. Deze risico’s omvatten meer bepaald een versnelde inflatie ten gevolge van onvoldoende desinflatie in de dienstensector, en een prijzendruk door terug oplopende handelsgeschillen en geopolitieke spanningen.

    Het risico van een sterke inflatie is niet zonder gevolgen voor de rentevoeten, die langere tijd hoog zouden kunnen blijven, waardoor de externe, budgettaire en financiële risico’s groter worden. 

    Daarnaast zouden de resultaten van de komende verkiezingen kunnen leiden tot veranderingen in het economisch beleid, met schadelijke gevolgen als deze resulteren in begrotingsexcessen en meer protectionisme. Omgekeerd zouden maatregelen ten gunste van een sterker multilateralisme en de invoering van structurele hervormingen een positief effect hebben op mondiaal niveau.

    Economische groeivooruitzichten voor België

    Volgens de economische vooruitzichten van juni van het Federaal Planbureau wordt er voor België een economische groei verwacht van 1,4 % voor 2023, en hetzelfde cijfer geldt ook voor 2024 en 2025. Dat betekent dat de Belgische economische groei de komende jaren stabiel zou blijven.

    In 2024 zijn de consumptiebestedingen van huishoudens en de bruto vaste kapitaalvorming de twee belangrijkste groeimotoren. De particuliere consumptie doet het goed dankzij de loonindexering en de toegenomen tewerkstellingsgraad. De bruto vaste kapitaalvorming profiteert zowel van het herstel- en veerkrachtplan van de Europese Unie als van de hoge winstmarges die de bedrijven de voorbije jaren hebben behaald.

    Op gedetailleerder niveau doen de bedrijfs- en overheidsinvesteringen het weliswaar goed in 2023 en in 2024, maar dat geldt niet voor de woninginvesteringen, die in dalende lijn gaan. De dynamiek van de overheidsinvesteringen is overigens voornamelijk toe te schrijven aan de verkiezingscyclus van de lokale overheden.

    Bovendien vertraagde de inflatie volgens de laatste voorspellingen van het Federaal Planbureau tot 4,1 % in 2023. Ze zou vervolgens naar 3,2 % zakken in 2024, na een piek van 9,6 % in 2022. Terwijl de inflatie in België nog steeds boven het gestelde plafond van de ECB (2 %) ligt, meent het Federaal Planbureau dat dit streefdoel in 2025 gehaald zal worden.

    Laatst bijgewerkt
    13 september 2024