Table of Contents

    Sociale ondernemingen zijn de laatste jaren in aantal toegenomen en zijn te vinden in alle sectoren van de economie: gezondheid, maatschappelijke integratie, opleiding, toerisme, horeca, financiën, industrie, ... Maar wat wordt er bedoeld met een sociale onderneming? Wat onderscheidt haar van een klassieke onderneming?

    Kenmerken van de sociale onderneming

    Op Europees niveau komen de belangrijkste inspanningen om de begrippen rond sociale ondernemingen te omschrijven van een netwerk van onafhankelijke onderzoekscentra en onderzoekers, "EMES" genaamd. Daartoe behoren o.m. het Centre d'économie sociale de l'Université de Liège en het Centre Interdisciplinaire de Recherche Travail, Etat et Société (CIRTES) van de UCLouvain.

    Uit het observeren van verschillende initiatieven op het gebied van sociaal ondernemerschap in de Europese Unie en de rest van de wereld heeft EMES negen hoofdkenmerken gedistilleerd die geheel of gedeeltelijk in elke sociale onderneming te vinden zijn. Ze zijn onderverdeeld in drie subcategorieën:

    • de economische dimensie,
    • de maatschappelijke dimensie,
    • de bestuursstructuur.

    Economische dimensie

    1. De continue productie van goederen en/of de continue prestatie van diensten is de hoofdactiviteit van een sociale onderneming.
    2. De sociale ondernemer neemt een significant economisch risico. De financiële levensvatbaarheid van de onderneming hangt af van de inspanningen van haar werknemers.
    3. Hoewel ze ook kan rekenen op niet-monetaire middelen en op vrijwilligers, berust de activiteit van een sociale onderneming op een minimaal niveau van bezoldigde arbeid.

    Door de eerste drie kenmerken staat de sociale onderneming dicht bij het traditionele ondernemingsmodel.

    Maatschappelijke dimensie

    1. Een van de belangrijkste doelstellingen van een sociale onderneming is dienstverlening aan het publiek of een specifieke groep van mensen.
    2. De sociale onderneming is het resultaat van een collectieve dynamiek, op gang gebracht door de leden van een groep of een gemeenschap die een bepaalde nood of doelstelling gemeen hebben.
    3. De winsten van de sociale onderneming worden niet (verenigingsmodel) of slechts in beperkte mate (coöperatief model) verdeeld onder de leden maar opnieuw geïnvesteerd in de ontwikkeling van de economische activiteit en het maatschappelijk doel dat eraan ten grondslag ligt.

    Bestuursstructuur

    1. Een sociale onderneming is eigendom van haar oprichter(s) en geniet een hoge mate van autonomie. Ze wordt rechtstreeks noch onrechtstreeks geleid door overheden of door een derde privé-organisatie.
    2. De beslissingsbevoegdheid binnen een sociale onderneming is niet gebaseerd op het bezit van kapitaal, maar wordt billijk onder de leden gespreid volgens het principe "één lid, één stem".
    3. Een sociale onderneming bevordert vertegenwoordiging en democratische participatie van haar gebruikers of klanten in het besluitvormingsproces.

    Soorten sociale ondernemingen

    Volgens het EMES-netwerk kan men aan de hand van de min of meer uitgesproken aanwezigheid van die kenmerken verschillende modellen van sociale ondernemingen onderscheiden.

    Het verenigingsmodel

    Ondernemen volgens het verenigingsmodel gebeurt hoofdzakelijk door verenigingen die het algemeen belang nastreven en een commerciële activiteit ontwikkelen om die maatschappelijke opdracht te ondersteunen. De economische productie of de gepresteerde dienst kan ofwel rechtstreeks verband houden met de vastgelegde maatschappelijke taak, ofwel daarvan volledig losgekoppeld zijn en uitsluitend gericht zijn op het genereren van opbrengst die opnieuw in de doelstelling kan worden geïnvesteerd.

    In de praktijk kan dat model bijvoorbeeld worden toegepast in vrijetijdsclubs die zich inzetten voor de verbetering van de maatschappelijke samenhang in sociaal achtergestelde wijken.

    Het "sociaal-coöperatieve" model

    Sociale ondernemingen die in de vorm van een traditionele coöperatieve vennootschap werken, ondernemen activiteiten die verder gaan dan het wederzijdse belang van hun leden. Zij combineren dat belang met het behartigen van de belangen van de hele bevolking of van een of meer specifieke doelgroepen.

    Dergelijke sociale ondernemingen kunnen bijvoorbeeld de vorm aannemen van landbouwcoöperaties die gezamenlijk door producenten en consumenten worden beheerd om de ontwikkeling van korte ketens te bevorderen.

    Het "social business"-model

    Het “social-business”-model integreert een geheel van commerciële ondernemingen die een maatschappelijke missie als leidraad hebben. Het concept "maatschappelijk verantwoord ondernemen" (MVO) is er nauw mee verbonden. Om echter effectief als sociale onderneming te worden beschouwd, moet de maatschappelijke missie in de praktijk altijd voorrang hebben op het nastreven van winst en de herverdeling ervan om een vorm van "social washing" te vermijden.

    Dat gemengde karakter, waarbij zowel economische als maatschappelijke waarde wordt gecreëerd, gebeurt veelal door kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), die minder dan grote multinationals vatbaar zijn voor het afwijken van de vastgelegde maatschappelijke missie.

    De "parapublieke sociale onderneming"

    Door budgettaire beperkingen, toenemende maatschappelijke noden en het ontwikkelen van een manier van leiden zoals in de privésector, nemen overheden steeds vaker hun toevlucht tot outsourcing om hun taken van algemeen nut uit te voeren.

    Die sociale ondernemingen, een soort spin-off van de publieke sector, behouden dus een sterke band met de publieke sector en genieten tegelijkertijd een grote autonomie om te innoveren bij het leveren van diensten. Ze kunnen bijvoorbeeld de vorm aannemen van een sociale huisvestingsmaatschappij of een autonoom overheidsbedrijf.

    Meerdere rechtsvormen mogelijk

    De verscheidenheid aan sociale ondernemingsmodellen heeft een belangrijk gevolg: juridisch gesproken kunnen sociale ondernemingen niet tot één rechtsvorm beperkt worden. Hoewel de Belgische wetgever de draagwijdte van de erkenning "sociale onderneming" wil beperken tot alleen maar coöperatieve vennootschappen, kan zo'n onderneming immers net zo goed de rechtsvorm van een vennootschap (naamloos of met beperkte aansprakelijkheid) of een vereniging blijven aannemen, afhankelijk van het nagestreefde doel en de keuze van haar leden, en toch voldoen aan de informele kenmerken van een sociale onderneming.

    Laatst bijgewerkt
    14 december 2023