Wanneer we ademen, spreken, schreeuwen, zingen, hoesten of niezen, komen er via de lucht die we uitademen een aantal kleine waterdruppels vrij. Bij met COVID-19 besmette mensen, zitten die druppels vol met virus.
De grotere druppels vallen zeer snel op oppervlakken en op de grond en kunnen mensen in de onmiddellijke omgeving besmetten; daarom is het belangrijk een zekere fysieke afstand te houden en een mondmasker te dragen, en natuurlijk de gezondheidsmaatregelen te volgen.
Fijnere druppels of microdruppels blijven daarentegen enkele uren in de lucht zweven. Dat zijn de zogenaamde "aerosolen".
In een kamer verspreiden die aerosolen zich door luchtbewegingen geleidelijk door de ruimte. De verspreiding ervan is vergelijkbaar met die van parfum of sigarettenrook, die we zelfs kunnen ruiken als de persoon die ze heeft verspreid zich aan de andere kant van de kamer bevindt.
Hoe hoger de concentratie aerosolen in een ruimte, hoe groter het risico op besmetting wanneer een besmette persoon in die ruimte aanwezig is. Maar de concentratie virale deeltjes in de lucht meten is niet gemakkelijk ...
CO2 en COVID-19
Als we ademen, stoten we CO2 uit. Net als aerosolen verspreidt CO2 zich in de ruimte en wordt het meegevoerd door de luchtbeweging in de kamer. Maar in tegenstelling tot aerosolen is CO2 veel gemakkelijker op te sporen en te meten.
Het meten van de CO2-concentratie in de lucht kan dus een goede indicator zijn van de kwaliteit van de omgevingslucht in een gesloten ruimte: een hoge CO2-concentratie wijst erop dat de ventilatie onvoldoende is voor het gebruik van die ruimte en dat de luchtkwaliteit niet goed is.
Om een goede luchtkwaliteit te garanderen en het risico op verontreiniging door aerosolen te verminderen, moet daarom in alle omstandigheden worden geventileerd om de lucht in afgesloten ruimten te verversen. Dat verwijdert overtollige CO2 uit de kamer, alsook aerosolen in de lucht die mogelijk geladen zijn met virusdeeltjes.
Waarom de CO2-concentratie meten?
Uiteraard staat een hoge CO2-concentratie in een gesloten ruimte niet direct synoniem voor de aanwezigheid van COVID-19. Maar door het CO2-peil te meten, kunnen de referentiedrempels worden opgespoord die aangeven dat de lucht in de ruimte moet worden ververst.
De natuurlijke concentratie CO2 in de buitenlucht bedraagt gemiddeld 0,04 %, of 400 deeltjes CO2 per miljoen deeltjes (ppm). In een gesloten binnenruimte geldt: hoe dichter bij dat percentage, hoe efficiënter de ruimte wordt geventileerd.
Sommige wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat CO2 boven een concentratie van 1.000 ppm effecten heeft op de menselijke prestaties (vooral intellectuele prestaties) en dat het beter is onder die drempel te blijven. Daarom werd al vóór de uitbraak van de COVID-19-pandemie aanbevolen ervoor te zorgen dat het CO2-gehalte in een kamer zoveel mogelijk onder 900 ppm blijft.
Meten, ventileren, elimineren
Voor alle activiteiten binnenshuis is het raadzaam om de ruimten goed te ventileren. Een CO2-meetinstrument is niet in alle gevallen verplicht, maar kan een eerste stap zijn naar een betere luchtkwaliteit in een handelszaak of onderneming.
Het gebruik van een CO2-meetinstrument heeft geen invloed op de kwaliteit van de omgevingslucht in een ruimte. Een menselijke of mechanische ingreep is nodig om verse lucht in de te verluchten ruimte te brengen en de binnenlucht te evacueren, nadat het apparaat het CO2-gehalte heeft gemeten.
Er bestaan mechanische systemen die speciaal voor ventilatie zijn ontworpen. Maar soms ontbreken dergelijke systemen of werken de bestaande systemen ontoereikend of ondoeltreffend. Dan is de eenvoudigste en minst ingrijpende oplossing om de ramen en deuren die de buitenlucht binnenlaten, continu en gedeeltelijk (bv. draai-kiepramen) of volledig te openen.
Een CO2-meter:
- laat toe om erover te waken dat de CO2-concentratie in een gesloten ruimte zo laag mogelijk blijft
- geeft aan wanneer de kamer moet worden geventileerd
- verbetert het comfort van de mensen die in de kamer aanwezig zijn
Als een kamer in de winter voortdurend of te frequent geventileerd wordt, leidt dat immers tot een te lage temperatuur; en het hele jaar door leiden geopende ramen potentieel tot lawaaihinder.
Een goede meting van CO2 maakt het dus mogelijk om de juiste tijd tussen twee raam- of deuropeningen te bepalen, evenals de duur van de opening. Niet te vaak, niet te kort, niet te lang!
Merk ook op dat de meeste CO2-meetapparaten zijn uitgerust met visuele of geluidssystemen die gebruikers waarschuwen wanneer het nodig is om de ruimte te ventileren. De Taskforce “Ventilatie” van het Coronacommissariaat van de overheid heeft het document Keuze en gebruik van CO2-meters in de context van COVID-19 opgesteld om u te helpen bij het kiezen en correct gebruiken van die toestellen. Dat document vormt een bijlage bij het uitvoeringsplan dat gepubliceerd is op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
De richtnorm voor de luchtkwaliteit is 900 ppm CO2 of een debiet van ten minste 40 m3 ventilatie per persoon of ten minste 40 m3 luchtzuivering per uur per persoon.
Wanneer de waarde van 900 ppm overschreden wordt, wordt de uitbater aanbevolen om compenserende maatregelen te nemen voor ventilatie en/of luchtdesinfectie en/of luchtfiltratie om een luchtkwaliteit te verzekeren die evenwaardig is aan de luchtkwaliteitsnorm van 900 ppm.
De lucht in een ruimte verversen helpt niet alleen de CO2-concentratie verminderen, maar ook zwevende virusdeeltjes te verwijderen. Verlies evenwel de andere veiligheidsmaatregelen niet uit het oog. Het meten van de CO2-concentratie in een ruimte met een lage bezettingsgraad levert dan wel een lage CO2-concentratie voor die ruimte op, maar sluit het risico op besmetting nooit helemaal uit.