Table of Contents

    Begrotingssaldo: de ratio blijft ongunstig

    In 2021 nam het Belgische begrotingstekort af, maar het blijft hoog.

    Na gezakt te zijn naar -9,0 % van het bbp in 2020 bedroeg het Belgische financieringssaldo -5,6 % van het bbp in 2021, waarmee het nog steeds de drempel van 3 % van het bbp overschrijdt die als buitensporig tekort geldt. Het begrotingsbeleid bleef daarmee bijzonder accomoderend in 2021 tegenover de aanhoudende gevolgen van de covid-19-pandemie. Het minder uitgesproken tekort ten opzichte van 2020, namelijk 3,4 procentpunten minder op jaarbasis, is toe te schrijven aan het krachtige economische herstel en aan de geleidelijke stopzetting van de steunmaatregelen die getroffen werden in de strijd tegen het coronavirus. Die twee zaken leidden tot een beduidende inkrimping van de primaire uitgaven – met uitzondering van de rentelasten – ten opzichte van het bbp, en wel met ongeveer 3,1 procentpunten. Daarnaast droegen ook de rentelasten bij tot een afname van het tekort, met ongeveer 0,2 procentpunt. De ontvangsten bleven liggen bij 49,9 % ten opzichte van het bbp.

    Welke uitgavencategorieën zijn in België het belangrijkst?

    Volgens de classificatie van de overheidsuitgaven naar doel wordt de COFOG (Classification of the functions of government) ingedeeld in tien groepen, zoals geïllustreerd in het volgend infogram (Verdeling Belgische overheidsgaven in 2021).

    Net zoals in 2020, viel voor België 90 % van de overheidsuitgaven onder vijf en dezelfde categorieën zoals in het jaar 2021. Zo zijn de helft van de overheidsuitgaven in feite uitgaven voor sociale bescherming (37,9 %) en voor gezondheid (15,5 %). De overige drie categorieën - algemeen bestuur, economische zaken en onderwijs - vertegenwoordigen elk een vergelijkbaar aandeel in de totale uitgaven, namelijk gemiddeld 12 % voor 2021.

    Evolutie van de overheidsuitgaven

    Tussen 2012 en 2019 kende België een daling van de overheidsuitgaven, uitgedrukt als een percentage van het bbp, net zoals onze buurlanden met uitzondering van Duitsland. In 2020 waren de overheidsuitgaven omwille van de coronacrisis gestegen met 6,5 procentpunt in de Eurozone, daarbij tekende België (+7 procentpunt) het grootste procentpunt verschil op in vergelijking met Frankrijk (+6,1 procentpunt), Nederland (+5,7 procentpunt) en Duitsland (+5,4 procentpunt). In 2021 bedroeg de overheidsuitgave voor België 55,5 % van het bbp. Over het algemeen zien we een daling van de overheidsuitgaven in de Eurozone (-1,1 procentpunt) in 2021. Hierbij geniet België wederom het grootste verschil (-3,4 procentpunt) ten opzichte van de buurlanden, Frankrijk (-2,5 procentpunt) en Nederland (-1,2 procentpunt). Enige uitzondering is Duitsland, die een stijging optekent van 0,9 procentpunt ten opzichte van 2020.

    Uit de meest recente gegevens blijkt dat de grootste toename voor België, in vergelijking met 2020, als een percentage van het totaal, de uitgaveposten “defensie” (+7,6 %), “gezondheid” (+6,8 %) en “openbare orde en veiligheid” (+6,2 %) zijn. Dit terwijl “economische zaken” een lichte daling kende (-0,9 %). Uitgaven met betrekking tot diensten in de openbare gezondheidszorg, als onderdeel van “gezondheid”, werden in het tweede coronajaar, 2021, zelfs verdubbeld.

    Overheidsuitgaven van België tegenover de Eurozone

    Wanneer men kijkt naar de overheidsuitgaven in vergelijking met de landen die tot de Eurozone behoren dan staat België op de vijfde plaats in de Eurozone en gaf het 3,2 procentpunt bbp meer uit dan het Eurozone gemiddelde (52,3 %). Frankrijk geeft het meeste uit als percentage van zijn bbp, zo’n 59 %, gevolgd door Griekenland (57,4 %), Oostenrijk (56,0 %) en Finland (55,6 %). Ierland (24,8 %) is het enige land in de eurozone dat onder de 30 % van het eigen bbp zit en geeft zo het minst uit tegenover andere landen. Dit betrekkelijk hoge niveau in ons land doet zich echter al decennia voor. In vergelijking met onze buurlanden blijken vooral twee uitgavecategorieën zich te onderscheiden, meer bepaald:  

    • algemeen bestuur (+ 1,7 procentpunt bbp),
    • onderwijs (+1,4 procentpunt bbp). 

    Het verschil van de uitgavepost “economische zaken” is gedaald van 1,9 procentpunt bbp in 2020 naar slechts 0,8 procentpunt bbp in 2021. De algemene daling van de overheidsuitgaven in de eurozone zorgt ervoor dat de onderlinge verschillen in uitgaven van de lidstaten eveneens zijn afgenomen.

    Stijging van de schuldgraad

    De Belgische schuldgraad, die 112,0 % van het bbp bedroeg in 2020, zakte met 2,8 procentpunten naar 109,2 % van het bbp in 2021. Onder onze drie belangrijkste handelspartners vertonen Duitsland en Nederland een cijfer van minder dan 100 % van het bbp, terwijl de Franse schuldgraad stijgt naar 115,0 % in 2020, om dan af te nemen naar 112,8 % in 2021, waarmee het sinds 2020 boven het Belgische percentage blijft.

    Prognoses van het Belgische begrotingstekort

    De prognose van de Europese Commissie in de lente (15 mei 2023) raamt het Belgische begrotingstekort voor 2022 op 3,9 % van het bbp, wat lager is dan de vorige raming in november 2022. Voor 2023 en 2024 voorspelt de Europese Commissie een begrotingstekort van respectievelijk 5,0 % en 4,9 %. Ter herinnering: afgelopen herfst (22 november 2022) voorspelde de OESO een groter begrotingstekort voor België in 2022 (5,2 % van het bbp) en 2023 (5,8 % van het bbp).

    De Europese Commissie raamt de schuldratio nu op 105,1 % van het bbp voor 2022 en voorspelt een stijging tot 106,0 % voor 2023 en 107,3 % voor 2024. In november 2022 was de OESO optimistischer en raamde de Belgische overheidsschuld op 102,6 % van het bbp voor 2022 en 107,0 % voor 2023.

    Laatst bijgewerkt
    23 augustus 2023