Table of Contents

    In 2022 dienden Belgische burgers het grootste aantal Europese octrooiaanvragen in sinds tien jaar

    Het Europees Octrooibureau (“EPO”) stelt jaarlijks een rangschikking op van het aantal octrooiaanvragen dat per land wordt ingediend (land van vestiging van de indienende kandidaat). In 2022 nam België met 2.604 octrooiaanvragen (+5 % vergeleken met het jaar ervoor) de 13e plaats in op 50 landen. Het situeert zich achter:

    • de Verenigde Staten (1e ),
    • Japan (3e),
    • China (4e)

    en onze drie voornaamste handelspartners, met name:

    • Duitsland (2e),
    • Frankrijk (5e)
    • Nederland (8e).

    In verhouding tot de bevolking loopt Zwitserland voorop met het grootste aantal octrooiaanvragen (1031,1 per miljoen inwoners), gevolgd door Zweden (481,8) en Denemarken (453,2). Nederland komt op de 4e plaats, Duitsland neemt de 6e plaats in, België de 9e en Frankrijk de 13e.

    Uit die cijfers blijkt niet alleen dat de koplopers van de ranglijst innovatief werk verrichten in hun thuisgebieden, maar ook dat ze bereid zijn om te investeren. Uit de resultaten blijkt immers dat Amerikaanse, Chinese en Japanse bedrijven van plan zijn om zich op de Europese markt te ontwikkelen (EPO, Patent Index 2022).

    Octrooiaanvragen tijdens de coronacrisis?

    Tijdens de coronacrisis fluctueerde het aantal ingediende octrooiaanvragen door België en de buurlanden op de volgende wijze:

    • België verminderde in eerste instantie (-1 % op jaarbasis in 2020) om vervolgens terug in stijgende lijn te gaan en in 2022 het hoogste cijfer in tien jaar te halen;
    • Frankrijk oversteeg in 2022 eveneens de eerdere resultaten (2019-2021);
    • Nederland zakte in 2019 (-2,8 %) en in 2020 (-8,0 %) en kwam niet meer terug op het peil van voor de crisis, in weerwil van een toename in 2021 (+3 %) en in 2022 (+3,5 %);
    • Duitsland zakte in 2020 (-3,3 %) en in 2022 (-4,7 %).

    De hierboven genoemde evolutie geeft aan dat de coronacrisis een negatieve impact had op innovatie, maar in 2022 vertoonden enkel Duitsland en Japan een negatief groeicijfer vergeleken met het jaar ervoor (respectievelijk -4,7 % et -0,4 %).

    De door Duitsland ingediende octrooiaanvragen daalden voornamelijk door

    • de terugval in de transportsector (met name de automobielsector);
    • de basischemie;
    • de afhandeling;
    • de organische fijnchemie.

    Aan de oorsprong van de Japanse afname van het aantal octrooiaanvragen liggen sectoren als

    • de computertechnologie,
    • de medische technologie,
    • de digitale communicatie
    • de macromoleculaire chemie

    Bron: (EPO, Patent Index 2022).

    De domein van gespecialiseerde machines op kop onder de Belgische octrooiaanvragen bij het EPO in 2022

    Op basis van de octrooiaanvragen die door de landen worden ingediend, stelt het EPO tevens een rangschikking op volgens technologiedomein. In 2021 stond de farmaceutica op kop in België, gevolgd door de biotechnologie en de overige gespecialiseerde machines. In 2022 dreven die laatste hun octrooiaanvragen met 52,4 % op, waardoor deze domein op kop kwam te liggen in de rangschikking. Ook de biotechnologie diende meer aanvragen in (+12,6 %), in tegenstelling tot de farmaceutische domein (-1,7 %). Daarnaast wordt op het technologisch gebied van de oppervlaktebehandeling bijna een verdubbeling (+49,0 %) vastgesteld van het aantal octrooiaanvragen tussen 2021 en 2022.

    De aanvragers die actief zijn in de hierboven genoemde technologiedomeinen zijn voornamelijk multinationals, universiteiten, en een inter-universitaire onderzoeksinstelling. Anderzijds is Europaeen nieuw tijdperk in de bevordering van innovatie betreden dankzij de lang verwachte hervorming van het Europees octrooi met eenheidswerking, op 1 juni 2023.

    Het Europees octrooi met eenheidswerking is bijzonder nuttig voor jonge ondernemingen, kleine of middelgrote ondernemingen (kmo’s), maar ook voor universiteiten en diensten voor technologieoverdracht. Het draagt ertoe bij dat hun innoverende investeringen op de Europese markt beter benut worden.

    Waarom Belgische kmo’s aanmoedigen om te innoveren?

    De theorieën van de economen Schumpeter (1912/1934), Solow (1957), Aghion (2011), erkennen innovatie als een sleutelfactor in het proces van economische groei. De kmo’s zijn enorm belangrijk voor onze productie, met een aandeel van 99,8 % in het aantal actieve bedrijven in de sector van niet-financiële ondernemingen en goed voor 66 % (2020) van de totale tewerkstelling. In termen van toegevoegde waarde is het gewicht van de Belgische kmo’s (57,5 % in 2020) groter dan op Europees niveau (52,5 % in 2020). Het is dan ook uitermate belangrijk dat er maatregelen zijn om hen te sensibiliseren voor het gebruik van de verschillende vormen van intellectuele eigendomsrechten (IER), waaronder octrooien.

    Bovendien blijkt uit de gegevens van de studie van de FOD Economie en het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (januari 2022) dat slechts 3 % van de Belgische bedrijven een IER verkregen hebben tussen 2010 en 2019. Nochtans blijkt uit een gezamenlijke studie van het Europees Octrooibureau (EPO) en het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO) over het verband tussen de groei van een kmo en het gebruik van IER dat:

    • kmo's die minstens één IER hebben ingediend, 21 % meer kans hebben om te groeien en 10 % meer kans hebben om een snelgroeiend bedrijf te worden,
    • een kmo tot 33 % meer kans heeft om een snelgroeiend bedrijf te worden als het een “boeket” van handelsmerken, octrooien en modellen gebruikt in plaats van een enkele categorie IE-rechten.

    Er zijn meerdere redenen voor het zwakke resultaat van het aantal Belgische bedrijven dat een IER verkregen heeft, meer bepaald:

    • de registratie van een IER is een procedure die als duur ervaren kan worden, vooral wanneer de toepassing van het recht in kwestie ook gehanteerd wordt bij een geschil (op het gebied van namaak of met betrekking tot de geldigheid van het recht). Kmo’s genereren minder cash flow en kampen met grotere hindernissen voor externe financiering, hetgeen hen financieel kwetsbaarder maakt ten opzichte van de grote ondernemingen,
    • de afwezigheid van juridische en administratieve expertise en van interne specialisten in intellectuele eigendom (IE) om de beschikbare opties op het vlak van de registratie van de IE goed te kunnen beoordelen.

    Daardoor zijn kmo’s meer geneigd om te kiezen voor alternatieve vormen van toe-eigening, zoals open innovatie (die uitwisseling van kennis tussen partners biedt), het bedrijfsgeheim of de lead time (Christian Le Bas, Bérangère L. Szostak, 2016).

    Om het innoverende potentieel van kmo’s duurzaam te ondersteunen, werden recent verschillende initiatieven gelanceerd op Europees niveau, meer bepaald het Strategic Plan 2025 EUIPO en de  Europe 2020 Strategy.

    Laatst bijgewerkt
    16 november 2023