Table of Contents
De inflatie is historisch hoog in 2022
De totale inflatie, gemeten op basis van de geharmoniseerde index der consumptieprijzen (GICP), bedroeg 10,3 % in 2022 in België. Dit is historisch hoog. Nog nooit eerder was de inflatie op jaarbasis zo hoog sinds het begin van de GICP-metingen in 1996.
Sinds 2021 is de inflatie kwartaal na kwartaal gestegen. In oktober 2022 bereikte de maandelijkse inflatie een piek met 13,1 % om in november 2022 te dalen tot 10,5 % en in december 10,2 %.
De inflatie volgens productgroep
De inflatie was hoog voor alle productgroepen. De inflatie in 2022 werd het sterkst aangedreven door de prijsstijgingen van energetische producten. De jaar-op-jaar prijsstijging van energetische producten bedroeg 57,9 % in 2022 (ten opzichte van 22,4 % in 2021 en gemiddeld 5,8 % in de periode 1997-2022).
Maar ook de jaar-op-jaar prijsstijgingen van de andere productgroepen was hoog in 2022. De prijzen van levensmiddelen stegen met 8,3 % (ten opzichte van 0,9 % in 2021 en gemiddeld 2,5 % in de periode 1997-2022). Die grote prijsstijgingen waren het gevolg van sterk gestegen grondstoffenprijzen en afzetprijzen van de voedingsindustrie. De prijzen van niet-energetische industriële goederen stegen met 4,2 % (ten opzichte van 0,8 % in 2021 en gemiddeld 1,0 % in de periode 2000-2022) en de prijzen van de diensten stegen met 3,8 % (ten opzichte van 1,6 % in 2021 en gemiddeld 2,1 % in de periode 2000-2022).
De inflatie in België en de buurlanden
De totale inflatie in België was hoger dan de gemiddelde inflatie van de buurlanden. Het inflatieverschil bedroeg 2,4 procentpunt in 2022. Het inflatieverschil was voornamelijk te wijten aan de sterke stijging van de prijzen van energieproducten. In 2022 stegen deze met 57,9 % ten opzichte van gemiddeld 34,0 % in de buurlanden (Nederland had echter een hogere inflatie voor energie, maar Duitsland en Frankrijk hadden een lagere inflatie en wegen zwaarder door).
De forsere prijsstijging voor gas en elektriciteit in België dan in Frankrijk en Duitsland is onder meer te verklaren door een snellere weerslag van de stijging van de groothandelsprijzen op de Belgische verbruikersprijzen door het grotere percentage variabele contracten. Het gewicht van de variabele component (met name de energiecomponent) van de gasfactuur is bovendien groter in België, hetgeen voornamelijk samenhangt met het lagere niveau aan diverse heffingen en aan netwerkkosten in ons land. Daarnaast gelden er in Frankrijk gereguleerde tarieven voor gas en elektriciteit, welke bovendien geplafonneerd werden in 2022. In Nederland was de inflatie voor energetische producten hoger omwille van de grotere volatiliteit van de energieprijzen. In Nederland bestaan er geen gereguleerde tarieven zoals het sociaal tarief in België. Bovendien worden de heffingen op elektriciteit via de belastingen terugbetaald zodat de vaste component op de elektriciteitsfactuur miniem is.
Voor de andere productgroepen was het inflatieverschil met de buurlanden kleiner. Voor levensmiddelen was de inflatie hoger in België: het verschil met de buurlanden bedroeg 0,27 procentpunt. Vooral voor bewerkte levensmiddelen was de inflatie hoger dan het gemiddelde van de buurlanden. Dit kwam door de lagere inflatie voor bewerkte levensmiddelen in Frankrijk, terwijl de inflatie in Duitsland en Nederland wel iets hoger lag. De inflatie voor niet-energetische industriële goederen was lager in België: het verschil bedroeg gemiddeld 0,18 procentpunt (in Duitsland en Nederland was de inflatie hoger en in Frankrijk lager). Tenslotte was de inflatie voor diensten hoger in België: het verschil bedroeg 0,16 procentpunt (in Duitsland en Frankrijk was de inflatie lager en in Nederland gelijk met België).
Het verloop van de gezondheidsindex
De groeivoet van de gezondheidsindex die onder meer gebruikt wordt bij de berekening van de indexering van lonen, sociale uitkeringen en huurprijzen, volgt dezelfde trend als de algemene inflatie en stijgt in 2022 met 9,25 %, tegenover 2,0 % in 2021. In november 2022 werd de spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen een laatste keer bereikt. Dit is de vijfde keer dat de spilindex wordt overschreden in 2022. Als gevolg daarvan zijn de sociale uitkeringen (in december 2022) en de wedden van het overheidspersoneel (in januari 2023) met 2 % aangepast aan de gestegen levensduurte.
In de private sector, hangt de loonindexering af van de bepalingen van de paritaire commissie. Bij sommige paritaire commissies worden de lonen slechts een keer per jaar aangepast, bij andere hangt het af van de overschrijding van de index met een bepaald percentage, en in nog andere sectoren wordt er geopteerd om elke maand een indexaanpassing te doen.