Table of Contents
Ondanks een veerkrachtige arbeidsmarkt blijft de werkgelegenheidsgraad van de 55-64-jarigen laag in België
In 2023 lag de werkgelegenheidsgraad van de 20-64-jarigen in België op 72,1 % (streefdoel van 80 % in 2030), dat is een lichte stijging met 0,2 procentpunt op jaarbasis. Daarmee staat België achter Nederland (83,5 %), Duitsland (81,1 %) en Frankrijk (74,4 %). Er wordt ook een positieve evolutie waargenomen in 2023 bij de voornoemde handelspartners van België. Daarnaast blijft de werkgelegenheidsgraad bij de 55-64-jarigen laag in België (57,8 %) en in Frankrijk (58,4 %) vergeleken met Nederland en Duitsland (respectievelijk 75,0 % en 74,6 %).
Lichte daling van de vacaturegraad in 2023
In België toonden de enquêtegegevens een constante stijging van de vacaturegraad in de industrie, de bouw en de dienstensector sinds 2015 (2,4 %), met uitzondering van de stagnatie in 2019 en de daling in 2020 (begin van de coronacrisis) en 2023 (4,6 %of -0,2 procentpunt ten opzichte van 2022). De vacaturegraad bij onze voornaamste handelspartners heeft een vergelijkbaar patroon gevolgd (NL: 4,5 % en DE: 4,0 % in 2023).
Uit de analyse per bedrijfstak komen in 2023 vier sectoren naar voren met een hoge vacaturegraad:
- de administratieve en ondersteunende diensten (9,0 %, het dubbele van de totale economie);
- de technische en wetenschappelijke activiteiten (7,5 %);
- de informatie en communicatie diensten (7,0 %);
- de horeca (6,9 %).
- De verandering op 1 jaar weerspiegelt een daling van het tekort aan arbeidskrachten in de meeste bedrijfssectoren, met uitzondering van elektriciteitsproductie en-distributie (+0,7 procentpunt), kunst, amusement en recreatie (+0,5 procentpunt, waterproductie en-distributie (+,4 procentpunt), vastgoedactiviteiten (+0,4 procentpunt), onderwijs (+0,3 procentpunt) en openbaar bestuur(+0,1 procentpunt).
5,14 miljoen mensen hadden een baan in het vierde kwartaal van 2023
Sinds het tweede kwartaal van 2020 is de binnenlandse werkgelegenheid onafgebroken gegroeid tot het vierde kwartaal van 2023. Volgens voorlopige gegevens van de Nationale Rekeningen is het aantal werkenden over een recentere periode in het laatste kwartaal van 2023 echter met 0,5 % over 1 jaar gestegen, na +1,2 % over 1 jaar in het eerste kwartaal van 2023.
In het vierde kwartaal van 2023 hadden 5,14 miljoen inwoners van België een baan. De binnenlandse werkgelegenheid in de industrie daalde over de kwartalen van 2023, met een krimp van 0,8 % aan het einde van het jaar in vergelijking met het laatste kwartaal van 2022, en van 1 % tussen het eerste en vierde kwartaal van 2023. Daarentegen ondersteunde de werkgelegenheid in de bouw en de dienstensector de totale werkgelegenheid, met een stijging van 0,7 % tussen het vierde kwartaal van 2022 en het vierde kwartaal van 2023.
Wat het arbeidsvolume betreft, is het aantal gewerkte uren door werknemers tussen het eerste en vierde kwartaal van 2023 licht gestegen (+0,1 %), terwijl het aantal gewerkte uren tussen het vierde kwartaal van 2022 en het vierde kwartaal van 2023 stagneerde als gevolg van een daling van 1,1 % in de landbouw, bosbouw en visserij en een daling van 0,8 % in de industrie, waardoor de stijging van het aantal uren in de bouwnijverheid (+0,1 %) en de dienstensector (+0,2 %) werd tenietgedaan. In 2022 bestond de binnenlandse werkgelegenheid uit 83 % werknemers en 17 % zelfstandigen, en groeide ze met gemiddeld 0,7 % per jaar tussen 2018 en 2022 en met 2 % tussen 2021 en 2022. Het waren voornamelijk de sectoren horeca, informatica-en informatiediensten en kunst, amusement en recreatie die voor nieuwe arbeidsplaatsen zorgden tussen 2021 en 2022.
Op het vlak van arbeidsvolume kende ons land voor de totale economie een daling van de gewerkte uren in 2020 (-8,3 % ten opzichte van 2019), om dan een stijging te kennen in 2021 (+7,9 % over 1 jaar) en minder te groeien in 2022 (+4,4 % over 1 jaar). De horeca en administratieve en ondersteunende diensten zijn de sectoren met de meest uitgesproken positieve variatie van de gewerkte uren tussen 2021 en 2022.