Table of Contents
De werkgelegenheidsgraad van de 55-64-jarigen blijft laag in België
In 2021 lag de werkgelegenheidsgraad van de 20-64-jarigen in België bij 70,6 % (streefdoel van 80 % in 2030), dat is een stijging met 0,9 procentpunt op jaarbasis. Dat cijfer blijft echter lager dan dat van Duitsland, Frankrijk en Nederland. Tijdens dezelfde periode werd ook een positieve evolutie vastgesteld bij onze voornaamste handelspartners. Daarnaast blijft de werkgelegenheidsgraad bij de 55-64-jarigen laag in België (54,5 %) en in Frankrijk (55,9 %) vergeleken met Duitsland en Nederland (respectievelijk 71,8 % en 71,4 %).
Stijging van de vacaturegraad in 2021
In België toonden de enquêtegegevens een constante stijging van de vacaturegraad sinds 2015 (2,4 %), met uitzondering van de stagnatie in 2019 en de daling in 2020 (begin van de coronacrisis), om dan bij 4,3 % te liggen in 2021. De vacaturegraad bij onze voornaamste handelspartners vertraagde eveneens in 2020, om dan terug een stijging te kennen in 2021 (NL: 3,8 % en DE: 3,2 %).
Uit de analyse per bedrijfstak komen in 2021 vier sectoren naar voren met een hoge vacaturegraad:
- de administratieve en ondersteunende diensten (8,6 %, het dubbele van de totale economie),
- de informatie en communicatie (8,0 %),
- de horeca (7,6 %),
- de technische en wetenschappelijke activiteiten (7,4 %).
Die sectoren bestaan daarnaast uit beroepen in een:
- kritieke situatie zonder schaarste aan arbeidskrachten sinds meerdere jaren (structureel), zoals de huishoudhulpen,
- kritieke situatie, zonder schaarste aan arbeidskrachten sinds het economisch herstel volgend op de coronacrisis, zoals de reisagenten,
- situatie van structurele schaarste aan arbeidskrachten, zoals IT-analisten en IT-analist-ontwikkelaars, boekhouders,
- situatie van schaarste aan arbeidskrachten sinds het herstel na corona, zoals keukenpersoneel.
Er zouden meer dan zeshonderdduizend arbeidsplaatsen gecreëerd moeten worden om 80 % werkgelegenheidsgraad te halen in 2030
In 2021 hadden volgens de Nationale Rekeningen 4,9 miljoen in België wonende mensen werk, waarvan 83 % loontrekkenden en 17 % zelfstandigen. Tussen 2015 en 2021 groeide de totale binnenlandse werkgelegenheid jaarlijks gemiddeld met 0,9 %, tegenover 1,5 % tussen 2015 en 2019, met een arbeidsmarkt die getuigde van een grote veerkracht tijdens de coronacrisis.
Het waren voornamelijk de sectoren wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling, informatica- en informatiediensten en administratieve en ondersteunende dienstverlening die voor nieuwe arbeidsplaatsen zorgden tussen 2020 en 2021. Echter zouden op basis van de populatie van de 15-64-jarigen van 2021 meer dan zeshonderdduizend nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd moeten worden om het streefdoel van de federale regering van 80 % werkgelegenheid in 2030 te halen.
De analyse per bedrijfstak wees op een jaarlijkse negatieve evolutie van de werknemers in 2020 en 2021 in de volgende sectoren:
- Vervaardiging van textiel (-1,5 % in 2020 en -0,5 % in 2021),
- houtbewerking (-2,9 % en -1,0 %),
- vervaardiging van transportmaterieel (-2,7 % en -2,8 %),
- horeca (-6,9 % en -2,2 %) – daarnaast kampt deze sector ook met een schaarste aan arbeidskrachten,
- telecommunicatie (-8,7 % en -1,0 %) – deze sector vertoonde een hoge vacaturegraad in 2021,
- financiële activiteiten en verzekeringen (-1,8 % en -1,3 %).
Op het vlak van arbeidsvolume kende ons land voor de totale economie een daling van de gewerkte uren in 2020 (-8,3 % ten opzichte van 2019), om dan een stijging te kennen in 2021 (+7,5 % ten opzichte van 2020) zonder evenwel terug het peil van voor corona te kunnen halen. De landbouw, bosbouw en visvangst en de sector cokes en raffinage zijn de sectoren met de meest uitgesproken negatieve variatie van de gewerkte uren tussen 2019 en 2021.