Aerosols nemen in de winkelrekken een belangrijke plaats in. Het gaat daarbij om spuitbussen van voedingsproducten (bv. slagroom), cosmeticaproducten (bv. deodorants), technische producten (bv. verf, smeermiddelen), enz.

Het gebruik van aerosols brengt gevaren mee: het zijn houders onder druk en ze kunnen bij verhitting openbarsten. Sinds 12 februari 2018 is 15 bar de maximaal toelaatbare druk voor aerosols die niet-ontvlambare drijfgassen bevatten.

Heel wat houders bevatten ontvlambare stoffen. Een verkeerd gebruik van die aerosols (bv. een gebruik waarvoor het product niet werd ontworpen) houdt een ernstig risico in en kan brand, verwondingen of zelfs de dood veroorzaken.

Reglementering over de veiligheid van aerosols

Een aerosol bestaat uit een eenmaal te gebruiken houder van metaal, glas of kunststof en een uitlaatinrichting. De houder bevat een samengeperst, vloeibaar gemaakt of onder druk opgelost gas, al dan niet samen met een vloeistof, een pasta of een poeder. Door de uitlaatinrichting kan de inhoud naar buiten komen als vaste of vloeibare in een gas zwevende deeltjes, of als schuim, pasta of poeder, of in vloeistoffase.

De aerosols moeten aan veiligheidsvoorschriften beantwoorden om op de markt te worden gebracht. Die vereisten worden in de volgende reglementeringen beschreven:

  • algemene veiligheidsvoorschriften: in het Wetboek van economisch recht, boek IX betreffende de veiligheid van producten en diensten;
  • specifieke technische voorschriften: in het koninklijk besluit van 31 juli 2009 betreffende aerosols. Dat besluit (gewijzigd op 26 november 2013 en op 6 september 2017) is de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 75/324/EEG gewijzigd door de richtlijnen 2008/47/EG, 2013/10/EG en (EU)2016/2037 om zich aan de technische vooruitgang en het indelingssysteem van de chemische stoffen aan te passen.

Verplichtingen voor de fabrikant

De specifieke reglementeringsbepalingen gelden voor aerosols waarvan de houders een capaciteit hebben hoger dan 50 ml en lager dan of gelijk aan:

  • 1.000 ml in het geval van een metalen houder;
  • 220 ml in het geval van een geplastificeerde of blijvend beschermde glazen houder, of een kunststof houder die bij barsten geen splinters kan veroorzaken;
  • 150 ml in het geval van een onbeschermde glazen houder of een kunststof houder die bij barsten splinters kan veroorzaken.

Om een aerosol op de markt te brengen, moet de fabrikant:

  • een risicoanalyse uitvoeren om de risico’s van zijn product te bepalen (met inbegrip van het ontvlammings- en drukrisico, en de risico’s bij inademing van het product onder normale of redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden);
  • de aerosol ontwerpen, vervaardigen en testen, rekening houdend met de resultaten van die analyse;
  • de nodige specifieke verklaringen over het gebruik ervan opstellen;
  • zijn product op goed zichtbare, leesbare en onuitwisbare wijze etiketteren.

Etikettering van de aerosols en gevaarsymbolen

De fabrikant moet ten minste de volgende aanduidingen op de aerosols aanbrengen:

  • naam en adres of het gedeponeerde merk van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen;
  • het symbool van overeenstemming, het teken “З” (omgekeerde epsilon);
  • de identificatie van het productielot;
  • het nominale volume van de inhoud in de vloeibare fase en de aanduiding van de nominale totale capaciteit van de houder;
  • de vermelding "Bevat x massaprocent ontvlambare bestanddelen" wanneer een aerosol ontvlambare bestanddelen bevat, maar zelf niet als "ontvlambaar" of "zeer licht ontvlambaar" wordt beschouwd;
  • de gebruikswaarschuwingen voor de gebruiker met aanduiding van de specifieke gevaren van het product, zoals weergegeven in bijgaande tabel.

Types aerosols

Aanduidingen

Alle aerosols

"Houder onder druk: kan openbarsten bij verhitting."
"Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen - niet roken."
"Ook na gebruik niet doorboren of verbranden.”
"Tegen zonlicht beschermen."
"Niet blootstellen aan temperaturen boven 50°C."
De aerosols als consumentenproduct "Buiten bereik van kinderen houden."
Volgens de ontvlambaarheid van de aerosol(*)
Niet-ontvlambaar "Waarschuwing"
Ontvlambaar

"Waarschuwing"
"Ontvlambare aerosol"
"Niet in een open vuur of op andere ontstekingsbronnen spuiten."

inflammable

Zeer licht ontvlambaar

"Gevaar"
"Zeer licht ontvlambare aerosol"
"Niet in een open vuur of op andere ontstekingsbronnen spuiten."

inflammable

(*) De aerosols worden in functie van hun ontvlambaarheid ingedeeld volgens de criteria van de verordening (EG) 1272/2008, CLP genoemd (Classification, Labelling and Packaging of substances and mixtures) en met de relevante vermeldingen en waarschuwingen geëtiketteerd.

Sinds 1 juni 2017 moeten alle op de markt gebrachte aerosols (die unieke substanties of mengsels bevatten) volgens de CLP worden geëtiketteerd. Alleen de pictogrammen in een witte ruit met een rode rand mogen op de houders worden aangebracht. De producten gemarkeerd met de voormalige symbolen in het oranje en zwart mogen dus niet meer worden verkocht!

Voor alle informatie over de CLP-verordening kunt u de bevoegde Belgische overheid contacteren, met name de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid.

De nuttige terminologie van de CLP voor het op de markt brengen in België vindt u in een drietalige tabel (PDF, 23.29 KB).

Laatst bijgewerkt
13 juni 2019