Table of Contents

    Er bestaan twee bijzondere vormen van merken die niet als individuele merken dienen: collectieve merken en certificeringsmerken. Dat zijn tekens die niet dienen ter onderscheiding van de producten of diensten van één bepaald bedrijf, maar die verschillende bedrijven kunnen gebruiken voor hun producten of diensten.

    Zoals het geval is voor individuele merken, bestaat er geen Belgisch systeem van collectieve merken of certificeringsmerken, maar gaat het om een Beneluxregeling. Een aanvraag moet dus worden ingediend bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP) in Den Haag en zal resulteren in het toekennen van een collectief merk of certificeringsmerk voor de Benelux. De aanvraagprocedure gelijkt zeer sterk op die voor een individueel Benelux merk.

    Naast het Benelux-merkenrecht, bestaat ook binnen het systeem van het Uniemerk  de mogelijkheid om een collectief merk of certificeringsmerk voor de Europese Unie te registreren.

    Let op: verwar een collectief merk of certificeringsmerk niet met geografische aanduidingen, gegarandeerde traditionele specialiteiten of andere kwaliteitslabels.

    Collectieve merken

    Onder het nieuwe stelsel dat sinds 1 maart 2019 van kracht is, is een collectief merk een merk dat wordt gevoerd door de leden van een vereniging. De houder van het collectieve merk moet dus een vereniging of een publiekrechtelijke rechtspersoon zijn. Een collectief merk geeft de commerciële herkomst van bepaalde producten en diensten aan, omdat het dient om aan te tonen dat de betrokken producten of diensten afkomstig zijn van een lid van die vereniging. Collectieve merken kunnen worden gebruikt ter bevordering van het vertrouwen van de consument in de producten of diensten die onder het collectieve merk aangeboden worden. Ze worden vaak gebruikt om producten of diensten van producenten met gelijkaardige belangen te identificeren. Het is typisch een merk voor verenigingen van fabrikanten, producenten, dienstverleners of handelaars, bijvoorbeeld een groep landbouwers die actief zijn in een bepaalde regio.

    Met betrekking tot de beschermingsvoorwaarden, de inhoud van het recht, de bescherming van het recht tegen inbreuk en het uitdoven van het recht, gelden voor collectieve merken dezelfde regels als voor individuele merken, met uitzondering van de volgende regels:

    • De houder moet een vereniging of een publiekrechtelijke rechtspersoon zijn. Deze houder verleent licenties voor het gebruik van het merk aan de leden van deze vereniging.
    • Een collectief merk mag een geografische herkomst aangeven. Een dergelijk collectief merk geeft de houder evenwel niet het recht om een derde te verbieden deze tekens of aanduidingen in het economisch verkeer te gebruiken, mits deze derde ze gebruikt overeenkomstig de eerlijke gebruiken in industriële of commerciële aangelegenheden. Een dergelijk merk is met name niet tegenstelbaar aan derden die het recht hebben om een geografische benaming te gebruiken.
    • Het deponeren van collectieve merken moet gepaard gaan met een "gebruiksreglement". Dit reglement moet aangeven welke personen gemachtigd zijn om het merk te gebruiken, alsook de voorwaarden voor aansluiting bij de vereniging en de voorwaarden voor het gebruik van het merk, met inbegrip van de sancties. In het geval van een collectief merk dat een geografische herkomst aanduidt, moet het reglement uitdrukkelijk eenieder wiens producten en diensten afkomstig zijn uit het betrokken geografische gebied, toelaten om lid te worden van de vereniging die eigenaar is van het merk (uiteraard op voorwaarde dat de betrokkene aan alle andere gestelde voorwaarden voldoet).
    • Het doel van collectieve merken en het bestaan van een gebruiksreglement vormen de verklaring voor drie bijzondere gronden voor het vervallen van een collectief merk. Zo kan een collectief merk vervallen worden verklaard indien:
      • de merkhouder geen redelijke maatregelen neemt om te voorkomen dat het merk wordt gebruikt op een wijze die niet verenigbaar is met de in het gebruiksreglement vastgelegde gebruiksvoorwaarden;
      • de wijze waarop de daartoe gerechtigde personen het merk gebruiken tot gevolg heeft gehad dat het publiek erdoor misleid kon worden wat de aard of de betekenis van het merk betreft; en
      • in het register een niet-reglementaire wijziging van het gebruiksreglement is vermeld.

    Certificeringsmerken

    Een certificeringsmerk dient om een of meer gemeenschappelijke kenmerken (bijvoorbeeld de kwaliteit) van bepaalde producten of diensten van verschillende bedrijven te onderscheiden en te certificeren. De gemeenschappelijke kenmerken waarop de certificeringsmerken slaan, kunnen onder meer betrekking hebben op de kwaliteitscriteria, productiemethoden, het materiaal, enz. In principe is het mogelijk om alle mogelijke en denkbare kenmerken op deze manier te certificeren, met uitzondering van de geografische herkomst van de producten of diensten. Iedereen kan houder zijn van een certificeringsmerk (een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een instelling, een overheid of een publiekrechtelijk orgaan), maar deze houder mag de gecertificeerde producten of diensten niet zelf leveren.

    WoolmarkEen voorbeeld van een certificeringsmerk is de benaming "Woolmark", die een producent op basis van een licentie mag gebruiken als teken op zijn wol en gerelateerde producten wanneer ze aan bepaalde voorwaarden voldoen.

    Met betrekking tot de beschermingsvoorwaarden, de inhoud van het recht, de bescherming van het recht tegen inbreuk en het uitdoven van het recht, gelden voor certificeringsmerken dezelfde regels als voor individuele merken, met uitzondering van de volgende regels:

    • De houder van een certificeringsmerk moet onafhankelijk zijn en mag het merk niet zelf gebruiken (d.w.z. voor producten of diensten die afkomstig zijn van zijn bedrijf of van een onderneming waarin hij rechtstreeks of onrechtstreeks deelneemt aan het beheer of het toezicht). Het is inderdaad de houder van het certificeringsmerk die verantwoordelijk zal zijn voor de toepassing en controle van het gebruiksreglement. Om een onafhankelijke controle van de kwaliteits- en productiecriteria te waarborgen kan een certificeringsmerk dus niet worden aangevraagd door of in het bezit zijn van een bedrijf dat het merk zelf wil gebruiken om zijn producten of diensten te exploiteren. De houder van het certificeringsmerk is bijvoorbeeld een standaardisatie-organisatie of een organisatie die kwaliteitscontroles uitvoert. Deze houder verleent licenties voor het gebruik van het merk aan producenten die aan de gestelde voorwaarden voldoen.
    • Een certificeringsmerk mag geen geografische herkomst aangeven.
    • Het deponeren van certificeringsmerken moet gepaard gaan met een "gebruiksreglement". Dit reglement moet bepalen welke personen het merk mogen gebruiken, welke eigenschappen het merk certificeert en de wijze waarop het certificatie-orgaan deze eigenschappen verifieert en toeziet op het gebruik van het merk. Dit gebruiksreglement geeft ook de voorwaarden voor het gebruik van het merk aan, met inbegrip van de sancties.
    • Het doel van certificeringsmerken en het bestaan van een gebruiksreglement vormen de verklaring voor vier bijzondere gronden voor het vervallen van een certificeringsmerk. Zo kan een certificeringsmerk vervallen worden verklaard indien:
      1. de merkhouder een activiteit beoefent die betrekking heeft op het leveren van producten of diensten van het gecertificeerde type;
      2. de merkhouder geen redelijke maatregelen neemt om te voorkomen dat het merk wordt gebruikt op een wijze die niet verenigbaar is met de in het gebruiksreglement vastgelegde gebruiksvoorwaarden;
      3. de wijze waarop de daartoe gerechtigde personen het merk gebruikt hebben tot gevolg heeft gehad dat het publiek erdoor misleid kon worden wat de aard of de betekenis van het merk betreft; en
      4. in het register een niet-reglementaire wijziging van het gebruiksreglement is vermeld.
    Laatst bijgewerkt
    8 januari 2021