Technisch gezien beschikt elke computer die aangesloten is op het internet over een IP-adres (Internet Protocol) waarmee hij geïdentificeerd kan worden. Dit IP-adres bestaat uit een reeks cijfers als het een IPv4-adres betreft (bijvoorbeeld 193.191.210.100), ofwel uit een reeks cijfers en letters als het een IPv6-adres betreft (bijvoorbeeld 2001:odb8::53). Omdat deze cijfers moeilijk te onthouden zijn, is het ook mogelijk om deze cijfers door woorden (de domeinnaam) te vervangen. Een domeinnaam is dus een unieke naam die een particulier, een onderneming of een organisatie identificeert op het internet. Het maakt het mogelijk een website op te zoeken of elektronische berichten te versturen zonder een lang IP-adres te moeten kopiëren.

Als u de website van de FOD economie wilt raadplegen, is het gemakkelijker om de domeinnaam “http://www.economie.fgov.be” in te tikken in plaats van het IPv4-adres 193.191.210.100. “www” geeft aan dat de domeinnaam terug te vinden is op het World Wide Web. 

Op technisch vlak ziet de URL (uniform resource locator of internetadres) er als volgt uit:

www.mijndomein.be/index.html = prefix.stam.extensie/geraadpleegde pagina

De domeinnaam bestaat uit twee delen:

  1. het secondleveldomein (second-level domain of SLD), subdomein of stam
  2. het topleveldomein (top-level domain of TLD) of extensie. De topleveldomeinen kunnen worden onderverdeeld in twee algemene categorieën:
    • generische extensies (generic top-level domain of gTLD), zoals “.org” of “.net”. Deze extensies kunnen ook merken of geografische namen zijn (bv. “.vlaanderen”, “.berlin”, “.brussels”, “.gent”, enz.);
    • extensies die overeenkomen met landcodes (country code top-level domain of ccTLD), zoals “.be” of “.nl”. 

Voor de oprichting in 1998 van het Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN), de wereldautoriteit die internetgerelateerde taken uitvoert zoals het beheren en regelen van het domeinnaamsysteem, bestonden er slechts acht gTLDs (“.com”, “.edu”, “.gov”, “.int”, “.mil”, “.net”, “.org” en “.arpa”) en ccTLDs. Na toevoeging van een aantal nieuwe extensies in 2000 en 2004 besliste ICANN in juni 2011 om de extensiemogelijkheden uit te breiden door de lancering van het “New gTLD Program” (raadpleeg in dat verband de site van ICANN).

Nu bestaan er een honderdtal extensies die overeenstemmen met merken, steden, soortnamen, enz. Enkele voorbeelden zijn: “.college”, “.amsterdam”, “.brussels”, “.army”, “.bank”, “.pink”, “.sncf”, “.bible”, enz. (u  kunt in dat verband de website van het Internet Assigned Numbers Authority, IANA  raadplegen). In de toekomst kunnen nog meer uitbreidingsrondes worden georganiseerd.  

Een domeinnaam kan ook meerdere subdomeinen omvatten. Dat is het geval voor “economie.fgov.be”, waar “economie” een subdomein is van “.fgov.be” en “.fgov” een subdomein van “.be”.

Het prefix of “World Wide Web” maakt geen deel uit van de domeinnaam.

Wat is het nut van een domeinnaam?

Een domeinnaam is de sleutel van alle handelingen op het internet: een website of een onlineshop ontwerpen, e-mails ontvangen en versturen.

Voor een onderneming is de domeinnaam onontbeerlijk om op het internet aanwezig te zijn:

  • hij verbetert de zichtbaarheid van de website, dus het aantal bezoekers en potentiële handelsbetrekkingen;
  • hij geeft e-mailadressen een persoonlijke noot en promoot de website;
  • hij is een reëel activa dat de onderneming toelaat om toegevoegde waarde te creëren.
Laatst bijgewerkt
8 december 2020