Table of Contents
Om voor octrooibescherming in aanmerking te komen, moet een uitvinding
- nieuw zijn,
- inventief zijn (d.i. resultaat van uitvinderswerkzaamheid),
- industrieel toepasbaar zijn en
- geoorloofd zijn.
Het begrip uitvinding
Eerst en vooral moet het om een echte uitvinding gaan. Hoewel er geen wettelijke definitie bestaat, kan men stellen dat een uitvinding een technisch karakter moet hebben in de zin dat ze een technische oplossing geeft aan een technisch probleem, of dat ze een technische bijdrage levert aan de stand van de techniek.
Bijgevolg zijn de volgende zaken als zodanig geen uitvindingen:
- Ontdekkingen, natuurwetenschappelijke theorieën of wiskundige methoden. Die kunnen wel aan de basis liggen van octroieerbare uitvindingen. Zo was de relativiteitstheorie van Einstein op zich niet octrooieerbaar, maar de gps-technieken die deze theorie toepassen zijn dat wel.
- esthetische vormgevingen of informatiepresentaties zijn als zodanig niet octrooieerbaar. Die creaties kunnen wél beschermd worden door het auteursrecht of het tekeningen- en modellenrecht;
- plannen, principes en methoden voor het verrichten van intellectuele arbeid op het vlak van spellen of van economische activiteiten (de zogenaamde "business methods"). Zo zijn boekhoudmethoden of de plannen van een architecten bijvoorbeeld niet octrooieerbaar.
- computerprogramma's zijn als zodanig geen uitvindingen.
Alleen als het computerprogramma een bepaald technisch effect veroorzaakt of, in combinatie met hardware, aan de andere voorwaarden voor octrooieerbaarheid voldoet, kan het in aanmerking komen voor octrooibescherming.
Zo kan software waardoor gegevensopslag minder geheugencapaciteit inneemt, wél als een "uitvinding" beschouwd worden. Computerprogramma's als zodanig kunnen beschermd worden door het auteursrecht.
Ontdekkingen of theorieën, computerprogramma's of esthetische vormgevingen, presentaties of 'business methods'...komen alleen niet in aanmerking voor octrooibescherming als de octrooiaanvraag louter op deze elementen betrekking heeft. Het integreren van deze elementen in een product, werkwijze of resultaat waarmee een technische oplossing aan een technisch probleem wordt geboden, kan daarentegen wel tot octrooiering leiden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij medische scanners die met specifieke software worden bediend.
Planten, dierenrassen, wezenlijk biologische werkwijzen voor de verkrijging van planten of dieren en de planten of dieren die uitsluitend door die werkwijzen zijn verkregen, evenals het menselijk lichaam in de verschillende stadia van zijn vorming en ontwikkeling of de loutere ontdekking van een deel van het menselijk lichaam (bv. een gensequentie), zijn van octrooiering uitgesloten. Octrooiering is wel mogelijk als de toepassing van de uitvinding zich niet beperkt tot een specifiek planten- of dierenras. Ook kan een microbiologische uitvinding geoctrooieerd worden, of een deel van het menselijk lichaam, zoals een gensequentie, als die geïsoleerd is of door een technische werkwijze buiten het menselijk lichaam wordt verkregen. Uiteraard moet dan nog altijd worden voldaan aan de voorwaarden voor octrooieerbaarheid.
Meer over biotechnologische uitvindingen en octrooien.
De methoden voor de chirurgische of therapeutische behandeling van het menselijke of dierlijke lichaam, en de diagnosemethoden zijn ook uitdrukkelijk uitgesloten van octrooiering.
Nieuw
Om door een octrooi beschermd te kunnen worden, moet een uitvinding nieuw zijn. Een uitvinding wordt als nieuw beschouwd wanneer zij nog geen deel uitmaakt van de stand van de techniek. De stand van de techniek omvat alles wat vóór de indieningsdatum openbaar is gemaakt aan het publiek door een schriftelijke of mondelinge beschrijving, een toepassing of op elke andere wijze. Dat kan bijvoorbeeld door het op de markt brengen van de uitvinding of via persconferenties, persartikels, publicaties of openbare tentoonstellingen.
Zelfs de inhoud van octrooiaanvragen die nog niet gepubliceerd zijn, behoort tot de stand van de techniek in het land waarvoor het octrooi wordt aangevraagd. In dat geval kan een uitvinding die nog niet kenbaar werd gemaakt bij het publiek, toch deel uitmaken van de stand van de techniek en een later ingediende octrooiaanvraag ongeldig maken.
Bij de beoordeling van het nieuwheidsvereiste, mag u niet vergeten dat personen die in het buitenland een octrooiaanvraag hebben ingediend, een recht van voorrang van 12 maanden hebben om een octrooiaanvraag voor dezelfde uitvinding in België in te dienen. Dat recht wordt erkend in alle landen (meer dan 175) die deel uitmaken van het Verdrag van Parijs.
Het is dus essentieel dat u uw uitvinding geheimhoudt voor u een octrooiaanvraag indient! U moet daarbij bijzondere aandacht besteden aan de voorwaarden voor toegang tot uw bedrijf en tot de plaatsen waar de uitvinding wordt ontwikkeld. Ook wordt aanbevolen om vertrouwelijkheidsclausules op te nemen in contracten met industriële of commerciële partners. Als een uitvinding in strijd met zulke geheimhoudingsclausules toch openbaar wordt gemaakt, bijvoorbeeld na een inbraak, heeft de houder van het octrooirecht nog altijd zes maanden de tijd om zijn octrooiaanvraag in te dienen.
Opgelet: de uitvinding moet in de octrooiaanvraag voldoende duidelijk en volledig worden uiteengezet om door een vakman te kunnen worden uitgevoerd. Dat de beschrijving van de uitvinding voldoende duidelijk moet zijn, is weliswaar een essentiële voorwaarde voor het verkrijgen van octrooibescherming, maar ze wordt alleen in de octrooiaanvraag zelf weergegeven, zodat de uitvinding pas na het indienen van de octrooiaanvraag openbaar wordt gemaakt.
Inventief
Een uitvinding is inventief wanneer ze voor een vakman op een niet voor de hand liggende wijze voortvloeit uit de stand van de techniek, d.w.z. wanneer ze niet evident is voor een specialist. De beoordeling hiervan moet geval per geval gebeuren, met inachtneming van alle omstandigheden. Genialiteit van de uitvinder of complexiteit van de uitvinding is niet vereist. Een eenvoudige oplossing voor een probleem dat al vele jaren niet is opgelost, kan inventiviteit impliceren.
Industrieel toepasbaar
Een uitvinding moet industrieel toepasbaar zijn, wat inhoudt dat zij kan worden vervaardigd of toegepast in een branche van de nijverheid, handel of landbouw. De term “industrieel” moet in brede zin worden opgevat en omvat ook de uitoefening van om het even welke activiteit van technische aard, d.w.z. een activiteit die valt binnen het gebied van de mechanische kunst in tegenstelling tot de “schone kunsten”.
Als technische oplossing voor een technisch probleem voldoet een uitvinding doorgaans aan de vereiste van industriële toepasbaarheid. Dat geldt echter niet voor wetenschappelijke theorieën of ontdekkingen, die niet als uitvindingen worden beschouwd.
Geoorloofd
Uitvindingen waarvan de commerciële exploitatie in strijd zou zijn met de openbare orde of de goede zeden, zijn niet octrooieerbaar. Doorgaans bedoelt men hiermee het aanzetten tot handelingen die de openbare orde kunnen verstoren of criminele handelingen of propaganda voor discriminatie op grond van ras of godsdienst, evenals duidelijke obsceniteiten. Dat geldt ook voor uitvindingen waarvan de toepassing ernstige schade aan het milieu zou toebrengen of het leven of de gezondheid van mensen, planten of dieren zou aantasten. Het feit dat de toepassing van een uitvinding in strijd is met een wettelijke of reglementaire bepaling, of dat een uitvinding ook op ongeoorloofde wijze kan worden gebruikt, staat octrooiering niet in de weg.
Daarom is een uitvinding die alleen voor chemische oorlogsvoering kan worden toegepast, of een uitvinding met betrekking tot het klonen van mensen niet octrooieerbaar.
Een aantal biotechnologische uitvindingen zijn door de wetgever uitdrukkelijk uitgesloten van octrooiering:
- de werkwijzen voor het klonen van mensen, dat wil zeggen elke werkwijze, met inbegrip van de technieken voor embryosplitsing, die tot doel heeft een mens voort te brengen die in de celkernen dezelfde genetische informatie bezit als een andere levende dan wel overleden mens;
- de werkwijzen tot wijziging van de germinale genetische identiteit van de mens;
- het gebruik van menselijke embryo's voor industriële of commerciële doeleinden;
- de werkwijzen tot wijziging van de genetische identiteit van dieren die van aard zijn dat deze dieren eronder lijden zonder aanzienlijk medisch nut voor mens of dier, evenals de dieren die uit dergelijke werkwijzen worden verkregen.
Dat dergelijke biotechnologische uitvindingen van octrooieerbaarheid zijn uitgesloten, betekent echter niet dat andere biotechnologische uitvindingen niet octrooieerbaar zijn.