Op 2 mei 2019 trad België toe tot het Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese Octrooien, doorgaans het “Protocol van Londen” genoemd. Deze toetreding gaat in vanaf 1 september 2019. Daarmee is België de 22e lidstaat van de Europese Octrooiorganisatie die toetreedt tot het Protocol.

Inhoudelijke bepalingen

Om van kracht te worden op het grondgebied van de staten die partij zijn bij het EOV, moet een Europees octrooi in elk van deze staten gevalideerd worden. De meeste lidstaten bij het EOV vereisten een vertaling van het Europees octrooi naar een van hun officiële talen om van kracht te worden op hun grondgebied. Dit bracht aanzienlijke meerkosten met zich mee en verhoogde de drempel voor de aanvraag van Europese octrooien door de Europese bedrijven en kmo’s.

Het Protocol van Londen stelt een vereenvoudiging voorop van de vertalingsvereisten m.b.t. de validatie van Europese octrooien. De lidstaten die het Protocol ratificeren verbinden zich ertoe om in bepaalde gevallen geen gebruik te maken van de mogelijkheid om een vertaling van het Europees octrooi te eisen als voorwaarde voor validatie.

Voor de toepassing van deze vrijstelling, maakt het Protocol een onderscheid naargelang het feit of de lidstaat in kwestie al dan niet een officiële taal gemeenschappelijk heeft met het Europees Octrooibureau (EOB), zijnde het Engels, het Duits of het Frans. In lidstaten die wel minstens één officiële taal gemeenschappelijk hebben met het EOB, zoals voor België het geval is (namelijk het Frans en het Duits), moeten octrooihouders geen vertaling meer indienen voor validatie. Concreet moeten Europese octrooien verleend in het Engels voor validatie in België dan ook niet meer naar een van de officiële talen van België vertaald worden (voor Europese octrooien verleend in het Duits of het Frans was dit reeds het geval).

Lidstaten die geen officiële taal gemeenschappelijk hebben met een officiële taal van het Europees Octrooibureau, moeten een werktaal bij het EOB opgeven. Wanneer een octrooischrift wordt verleend in deze “aangewezen werktaal”, kan de lidstaat in kwestie slechts een vertaling van de octrooiconclusies eisen naar een van hun officiële talen.

In geval van een geschil over een Europees octrooi, wordt er in de mogelijkheid voorzien dat de lidstaten een volledige vertaling van het octrooi kunnen eisen naar de officiële taal van de lidstaat waar de vermoede inbreuk plaatsvond (wanneer de vraag voor een vertaling uitgaat van de vermeende inbreukmaker), of naar een officiële taal van de betrokken lidstaat (wanneer de vraag voor een vertaling uitgaat van een bevoegde rechterlijke instantie of semirechterlijke instantie in de loop van een rechtsgeding).

Implementatie in België

België had zijn wetgeving over uitvindingsoctrooien reeds gewijzigd om in overeenstemming te zijn met het Protocol van Londen en had dan ook de vertalingsvereiste voor de validatie van een Europees octrooi verleend in het Engels afgeschaft met ingang op 1 januari 2017 (zoals reeds vermeld, konden Europese octrooien opgesteld in het Duits of het Frans reeds gevalideerd worden in België zonder bijkomende vertalingsvereisten).

De wet van 29 juni 2016 houdende diverse bepalingen inzake Economie wijzigde daartoe de relevante bepalingen van respectievelijk het Wetboek van economisch recht, de wet van 8 juli 1977 houdende goedkeuring van diverse internationale akten en de wet van 21 april 2007 houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België.

Laatst bijgewerkt
23 juli 2019