Op 1 juli 2015 is het nieuwe stelsel van bescherming van kweekproducten in België in werking getreden. Het oude stelsel berustte op de wet van 20 mei 1975 tot bescherming van kweekproducten, maar werd opgeheven en vervangen door de bepalingen in titel 3 van boek XI van het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluit.
omzendbrief ter attentie van de gebruikers (PDF, 1.63 MB)
- U kunt bescherming via kwekersrecht aanvragen voor elk ras van alle botanische geslachten en soorten, zonder beperking.
- U krijgt geen bericht meer per post van de vervaldag, met het verzoek om de jaarlijkse rechten te betalen, noch een betaalherinnering. Betaal de jaartaks dus uit eigen beweging en binnen de vereiste termijn, zo niet vervalt uw kwekersrecht van rechtswege!
- Als uw beschermingstitel vervalt wegens niet-betaling van uw jaartaks, kunt u onder bepaalde voorwaarden een procedure instellen om het kwekersrecht te herstellen.
- De beschermingsduur van kweekproducten bedraagt
- 30 jaar voor bomen, wijnstokken en aardappelen, en
- 25 jaar voor de andere plantensoorten.
In de praktijk is deze nieuwe wetgeving van toepassing op alle titels die voor (met behoud van de verworven rechten) en na 1 juli 2015 werden afgeleverd. De aanvragen voor kwekersrecht die voor die datum werden ingediend, worden behandeld volgens de bepalingen van de wet van 20 mei 1975. De aanvragen die daarna werden ingediend, worden behandeld volgens de nieuwe wetgeving.
De andere wijzigingen die door de nieuwe wet werden ingevoerd hebben vooral betrekking op:
- aanpassing van het begrip « nieuw »;
- uitbreiding van het kwekersrecht wat betreft de handelingen, meer bepaald tot de gewone productie, zonder verhandeling op de markt;
- uitbreiding van het kwekersrecht tot
- rassen die in wezen afgeleid zijn van het beschermde ras,
- rassen die niet duidelijk te onderscheiden zijn van het beschermde ras en
- rassen waarvan het kweken het herhaalde gebruik van het beschermde ras vereist;
- invoering van de afwijking van het kwekersrecht, in het kader van het gebruik van hoevezaden (« farmer's privilege ») en van de « uitzondering van de kweker »;
- verduidelijking van de uitputting van het kwekersrecht;
- verduidelijking van de bepalingen over de verzaking aan het kwekersrecht, de nietigheid van het recht en de vervallenverklaring;
- verduidelijking van de bepalingen over de overdracht van het kwekersrecht;
- bepalingen over de verduidelijkte contractuele licenties;
- bepalingen over de dwanglicenties;
- invoering van de bepalingen over het herstel in de rechten.
België heeft eveneens zijn internationale verbintenissen op het vlak van het kwekersrecht vernieuwd. Ons land is lid van de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV). De UPOV stelt zich tot doel om, in ieders belang, een systeem van bescherming van plantenrassen op te zetten en te bevorderen om de kweek van rassen te stimuleren. Via de wet van 23 maart 2019, heeft België ingestemd met de laatste versie (akte van 19 maart 1991) van het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (UPOV 91-Verdrag) en is België sinds 2 juni 2019 gebonden aan het UPOV 91-Verdrag.
De Verdragsluitende staten van het UPOV 91-Verdrag verbinden zich ertoe kweekproducten op hun grondgebied te beschermen door middel van de invoering van een sui generis intellectueel eigendomsrecht (wat in België reeds het geval is). Het verdrag strekt ertoe bepaalde domeinen van de bescherming van kweekproducten zoals de minimale beschermingsvoorwaarden, het gamma van beschermbare rassen en de omvang van de kwekersrechten uit te breiden of te verduidelijken.
De ratificatie van het UPOV 91-Verdrag houdt geen wijziging in van de Belgische wetgeving met betrekking tot het kwekersrecht. De bepalingen van dit verdrag werden reeds in de Belgische wetgeving geïmplementeerd bij het Wetboek van economisch recht, Boek XI, titel 3, en traden in werking op 1 juli 2015.