De duur van de naburige rechten bedraagt 50 jaar, met uitzondering van de prestaties vastgelegd op fonogram (muziek) waarvoor de beschermingsduur 70 jaar bedraagt.
De beschermingsduur wordt berekend vanaf de 1e januari volgend op:
- de uitvoering voor het naburige recht van de uitvoerende kunstenaar;
- in principe de publicatie of de vastlegging van de fonogram of film voor het naburige recht van de producent;
- de eerste uitzending voor het naburige recht van de omroeporganisaties.
De rechten van de uitvoerende kunstenaars komen bij overlijden aan hun erfgenamen toe. Aangezien de producenten en omroeporganisaties over het algemeen rechtspersonen zijn, gaan hun naburige rechten niet over bij overlijden, maar enkel in geval van een overdracht van vermogen.
Een voorbeeld:
De musici van de Muntschouwburg geven in augustus 2008 in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel een opvoering van de opera de “Barbier van Sevilla” van Rossini. Deze uitvoering wordt opgenomen door de VRT en uitgezonden in 2010.
De auteursrechten op deze opera zijn verstreken aangezien Rossini in 1868 is overleden. De musici van de Muntschouwburg blijven als uitvoerende kunstenaars wel nog houder van de naburige rechten. De VRT zal ook een naburig recht op haar uitzending hebben dat begon te lopen vanaf 2010.