Table of Contents
Het auteursrecht omvat twee soorten rechten die aan de houder toekomen:
- vermogensrechten en
- morele rechten.
Vermogensrechten
De vermogensrechten geven de houders van het auteursrecht de mogelijkheid om inkomsten te verwerven uit hun werken van letterkunde of kunst.
De vermogensrechten verlenen daartoe aan de auteur het exclusieve recht om het werk te exploiteren.
De belangrijkste vermogensrechten zijn het recht om reproducties van het werk te maken en het recht om het mee te delen aan het publiek.
Reproductierecht
Om een reproductie te mogen maken, zoals een kopie van een werk, is de toestemming vereist van de houders van het auteursrecht op dat werk.
Dit recht geeft de houders namelijk de mogelijkheid om controle uit te oefenen over de exploitatie van hun werk, via het maken van materiële kopieën.
Alle vormen van kopie vallen onder het reproductierecht: definitieve of tijdelijke kopieën, volledige of gedeeltelijke kopieën (behalve bij toepassing van een uitzondering, zoals de uitzondering voor citaten of voor reprografie), kopieën gemaakt om te verkopen of weg te geven, kopieën gemaakt voor een derde, of voor zichzelf (met uitzondering van de privékopie).
De toestemming van de houders van rechten is noodzakelijk om een identieke reproductie van een werk te maken, wat ook het medium is waarop deze reproductie wordt gemaakt.
Voorbeelden:
- papieren kopie van een artikel, evenals een scan van dit artikel;
- kopie van een dvd naar de harde schijf van een computer;
- het fotograferen van een standbeeld;
- het digitaliseren van die foto vormt een tweede reproductie van dit standbeeld en een reproductie van de foto zelf;
- het neerschrijven van een toespraak.
De toestemming van de houders is eveneens nodig voor het overnemen van originele elementen van een werk, zelfs indien men geen getrouwe kopie maakt. Adaptaties en vertalingen van werken zijn dus reproducties waarvoor men toestemming moet vragen (verfilming van een boek, het ontwikkelen van een game op basis van een film, enz.).
Ook slechts enkele elementen van een werk overnemen kan onder het reproductierecht vallen.
Voorbeelden:
- een opeenvolging van muzikale akkoorden, of een dialoogfragment uit een film overnemen om deze te integreren in een muziekstuk in de vorm van “sampling”;
- een fragment van een liedje gebruiken voor een reclamespot;
- een personage van een videospel op een paar punten wijzigen en daarna gebruiken op een webpagina.
Recht van mededeling aan het publiek
De toestemming van de houders van het auteursrecht is vereist om een werk te mogen meedelen aan het publiek.
Hieronder vallen:
- live-uitvoeringen zoals concerten of theateropvoeringen, shows van om het even welk genre, publieke voordracht van teksten, enz.;
- mededelingen met behulp van technische middelen in een openbare ruimte, zoals radio- en televisie-uitzendingen (satellietuitzendingen inbegrepen), uitzenden van een werk op een voor publiek toegankelijke plaats, kabeltransmissie, video-op-aanvraag, aan het publiek ter beschikking stellen via het internet, enz.
Uitleen- en verhuurrecht
De toestemming van de houders van het auteursrecht is vereist om exemplaren van een beschermd werk te verhuren of uit te lenen.
Distributierecht
De toestemming van de houders van rechten op een werk is noodzakelijk om materiële exemplaren ervan op de markt te brengen, bijvoorbeeld in de vorm van boeken, platen, cd's, dvd's, enz. Ook de invoer valt onder dit distributierecht.
Er is zelfs toestemming vereist voor het gratis uitdelen van exemplaren.
Daarentegen is geen toestemming vereist om exemplaren, die op wettelijke wijze op de markt zijn gebracht, tweedehands te verkopen of weg te geven. Men spreekt in dat geval van uitputting van het distributierecht.
Volgrecht van beeldende kunstenaars
Het volgrecht komt slechts toe aan de auteurs van werken van beeldend of grafisch werk, met name schilderijen, beeldhouwwerken, collages, tekeningen, gravures, lithografieën, enz. Dit specifiek recht is bedoeld om de auteur te laten delen in de opbrengsten van de opeenvolgende verkopen van het beeldend werk, aangezien verkoop de voornaamste exploitatiewijze van dergelijke werken uitmaakt. Een kunstenaar die nog geen grote bekendheid geniet, verkoopt zijn werk over het algemeen tegen een relatief lage prijs. Zodra zijn bekendheid toeneemt, kan de waarde van het werk bij elke doorverkoop sterk stijgen, maar de kunstenaar heeft daar niets aan, omdat hij niet over een recht beschikt op die verkoop. Het volgrecht verhelpt die situatie.
Op elke verkoop van het origineel van een grafisch of beeldend werk wordt een degressief percentage (4 tot 0,25 % op de opeenvolgende schijven) van de prijs geïnd, ten gunste van de kunstenaar of de maker, mits de verkoopprijs boven 2.000 euro ligt en het om een verkoop gaat waarbij iemand uit de professionele kunsthandel betrokken is.
Uitzonderingen op de vermogensrechten
Er zijn gevallen waarin de wet heeft bepaald dat toch geen voorafgaande toestemming moet worden gevraagd aan de houders van auteursrecht: de uitzonderingen op het auteursrecht.
Morele rechten
Het moreel recht heeft als doel de persoonlijkheid van de auteur, zoals die in het werk tot uiting komt, te beschermen. Het is de uiting van de band die bestaat tussen de persoon van de auteur en zijn creatie.
Omdat het moreel recht intrinsiek gekoppeld is aan de persoon van de auteur, kan het door de auteur niet worden afgestaan, in tegenstelling tot de vermogensrechten.
De morele rechten omvatten
- het divulgatierecht,
- het vaderschapsrecht en
- het recht op eerbied.
Divulgatierecht
Het divulgatierecht is het recht van de auteur om het werk bekend te maken aan het publiek. Alleen de auteur heeft het recht om te beslissen wanneer hij zijn werk af vindt en wanneer het publiek er kennis van mag nemen.
Bijvoorbeeld: als een auteur zijn manuscript voor een boek aan zijn uitgever bezorgt om diens advies te vragen, mag de uitgever het boek niet publiceren omdat dit een inbreuk op het divulgatierecht vormt.
Vaderschapsrecht
Auteurs bezitten een vaderschapsrecht op hun werken. Het gaat om het recht dat de maker van een werk als zodanig wordt erkend en dat derden bijgevolg verplicht zijn om het werk onder diens naam bekend te maken. De naam van de auteur moet in dat geval op het werk staan. Dit vaderschapsrecht kan ook in negatieve zin worden uitgeoefend: de auteur kan krachtens zijn vaderschapsrecht beslissen om een pseudoniem te gebruiken of zijn werk anoniem verspreiden.
Recht op eerbied voor het werk (integriteitsrecht)
Het recht op de integriteit, of het recht op eerbied voor het werk, laat de auteur toe om zich te verzetten tegen elke wijziging of vervorming van zijn werk.
De auteur kan zich verzetten tegen een wijziging die de fysieke integriteit van een werk aantast, alsook tegen elke materiële wijziging aan het werk. De auteur kan dit morele recht ook inroepen wanneer het gebruik van een werk een inbreuk vormt op de geest ervan, omdat het bijvoorbeeld de context of betekenis ervan wijzigt.
Recht op vergoeding van de auteur
Naast het recht om bepaalde handelingen met betrekking tot het werk te verbieden, omvat het auteursrecht ook rechten op een vergoeding voor de houders ervan. In die gevallen mogen de houders van het auteursrecht een bepaald gebruik van een werk niet verbieden, maar hebben ze, bij wijze van tegenprestatie, recht op een vergoeding. De vergoeding voor privékopie is een voorbeeld van dat recht. Krachtens de uitzondering voor privékopie is het niet nodig om de toestemming van de auteur van een werk te vragen om het te mogen kopiëren voor privégebruik. Als compensatie ontvangen auteurs een vergoeding die betaald wordt via een heffing op de invoer en de verkoop van materiaal waarmee kopieën kunnen worden gemaakt.