Tijdens zijn vergadering van 30 september 2020 heeft de Raad voor de Intellectuele Eigendom beslist om met toepassing van artikel 6, §1, van het koninklijk besluit van 5 juli 2004 verschillende vragen in het kader van de evaluatie van het geschillenbeslechtingssysteem op vlak van de intellectuele eigendom toe te vertrouwen aan een ad hoc-werkgroep. Gelet op het feit dat de evaluatie betrekking heeft op het geschillenbeslechtingssysteem in zijn geheel, konden zowel leden van de sectie “Industriële Eigendom”, als leden van de sectie “Auteursrecht en naburige rechten” deelnemen aan de ad hoc werkgroep. De werkgroep heeft een ontwerp van advies uitgewerkt dat werd aangenomen door de Raad voor de Intellectuele Eigendom op 12 oktober 2023.

Uit de raadpleging bleek dat de Raad voor de Intellectuele Eigendom het huidige geschillenbeslechtingssysteem op vlak van de intellectuele eigendom, en in het bijzonder de hervorming hiervan die in 2006-2007 plaatsvond, globaal genomen positief evalueert. De Raad voor de Intellectuele Eigendom acht een verder doorgedreven centralisatie op vlak van de intellectuele eigendom niet noodzakelijk of nuttig, behalve op vlak van het auteursrecht, waar een centralisatie van de bevoegdheid voor alle geschillen in eerste aanleg bij de ondernemingsrechtbank wordt voorgesteld. Daarnaast worden in het advies zowel een aantal kwesties die eigen zijn aan de intellectuele eigendom, als een aantal transversale kwesties behandeld.

Advies van 12 oktober 2023 (PDF, 1.12 MB)

Bijlage 1 bij het advies van 12 oktober 2023 (PDF, 482.22 KB)

Bijlage 2 bij het advies van 12 oktober 2023 (PDF, 432.15 KB)

Laatst bijgewerkt
17 november 2023