Het beroep van octrooigemachtigde werd verder gereglementeerd bij wet van 8 juli 2018. Deze wet vult het eerdere reglementaire kader aan – dat zich vooral toespitst op de toegang tot het beroep – en bevat drie speerpunten:

  • de verfijning van de controle op de toegang tot het beroep van octrooigemachtigde in België voor de octrooigemachtigden die in andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd en zich in België beroepen op de het vrij verkeer van diensten;
  • de oprichting van een Instituut voor Octrooigemachtigden, waar alle octrooigemachtigden actief in België lid van zijn, en dat instaat voor de vertegenwoordiging van de beroepsgroep, de handhaving van de deontologische regels en de organisatie van een permanente vorming;
  • de verzekeringsplicht, de bescherming van de titel van “octrooigemachtigde”, de instelling van een beroepsgeheim, inclusief attorney-client privilege, en de toekenning van een spreekrecht voor octrooigemachtigden in octrooigeschillen.

Het Instituut voor Octrooigemachtigden is de beroepsorganisatie die bij wet voor de octrooigemachtigden in België werd ingesteld. Hiervan zijn alle erkende gemachtigden automatisch lid, net als de vrije dienstverrichters die het beroep van octrooigemachtigde in België tijdelijk of incidenteel uitoefenen.

Het Instituut heeft rechtspersoonlijkheid, heeft zijn zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en beschikt over drie organen:

  • Een algemene vergadering van alle leden, die instaat voor het nemen van de belangrijkste beslissingen. De vrije dienstverrichters hebben in dit orgaan geen stemrecht.
  • Een raad van vier leden die uit de algemene vergadering worden verkozen en die instaat voor het bestuur van het Instituut.
  • Een tuchtcommissie van drie leden en drie plaatsvervangers die uit de algemene vergadering worden verkozen, en die wordt voorgezeten door een magistraat of advocaat of zijn plaatsvervanger. De tuchtcommissie staat in voor de handhaving van de deontologische regels van toepassing op de octrooigemachtigden.

Een regeringscommissaris oefent toezicht uit op de handelingen die worden gesteld door de algemene vergadering en door de raad.

Naast de naleving van deontologische regels en het volgen van permanente vorming, zijn aan het lidmaatschap van het Instituut voor Octrooigemachtigden hoofdzakelijk vier gevolgen verbonden:

  • De leden moeten zich verzekeren voor hun burgerlijke beroepsaansprakelijkheid.
  • De leden voeren binnen het kader van hun beroepsuitoefening de beschermde titel van octrooigemachtigde. De leden van het Instituut die in België tijdelijk of incidenteel diensten verrichten, voeren echter de beroepstitel of opleidingstitel van de lidstaat van vestiging.
  • De leden moeten het beroepsgeheim naleven. In dit kader beschikken zij ook over een attorney-client privilege dat hen beter in staat moet stellen om in buitenlandse octrooigeschillen de vertrouwelijkheid in te roepen van communicatie die met hun mandanten wordt uitgewisseld.
  • De leden beschikken over een spreekrecht in octrooigeschillen voor de Belgische hoven en rechtbanken, zonder hierbij af te doen aan de rol van de advocaat als dominus litis. Dit spreekrecht stelt de leden in staat om onder meer de technische aspecten of bepaalde juridische aspecten van een octrooidossier uiteen te zetten.

De wet van 8 juli 2018, inclusief de oprichting van het Instituut voor Octrooigemachtigden, is gefaseerd in werking getreden. Sinds 1 april 2024 is deze wet volledig uitgevoerd.

U vindt hierover meer informatie in de informatiebrief van 5 maart 2024 (PDF, 777.19 KB)

Laatst bijgewerkt
2 april 2024