Waarom een vergoeding voor reprografie?

De wet laat papieren kopieën van boeken (alleen uittreksels mogen worden gekopieerd), artikels, tekeningen of foto's toe, met uitzondering van bladmuziek. Dergelijke kopieën mogen worden gemaakt, zonder dat de toestemming van de auteurs en uitgevers moet worden gevraagd, mits ze worden gemaakt voor privé- of beroepsgebruik, of voor onderwijs en onderzoek. Wanneer men wil kopiëren voor andere doeleinden, of wanneer men een boek in zijn geheel wil kopiëren, moet de toelating van de auteurs en uitgevers wel gevraagd worden.

Als compensatie voor het feit dat hun toestemming niet moet worden gevraagd, hebben auteurs en uitgevers recht op een vergoeding. Voor fotokopieën die voor een louter professioneel doel worden gemaakt, krijgen de auteurs een zogenaamde “reprografievergoeding”, terwijl uitgevers voor fotokopieën van hun uitgaven op papier een aparte vergoeding ontvangen. De kopieën die gemaakt worden voor privégebruik of voor het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek, vallen onder een andere uitzondering dan de uitzondering voor reprografie. Bijgevolg gelden er andere regels met betrekking tot de vergoeding voor deze uitzonderingen. (Zie de vergoeding voor privékopie en de vergoeding ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek). 

De vennootschap Reprobel heeft als taak deze vergoeding te innen en vervolgens te verdelen onder auteurs en uitgevers.

De reprografievergoeding van auteurs is een evenredige vergoeding, die in principe wordt gestort door natuurlijke personen en rechtspersonen die fotokopieën van werken maken. 

De vergoeding van de uitgevers voor fotokopieën van hun uitgaven op papier is eveneens een evenredige vergoeding. Zoals bij de reprografievergoeding van auteurs moet deze in principe betaald worden door natuurlijke personen en rechtspersonen die kopieën van werken maken.

In het kader van deze vergoedingen zendt Reprobel ieder jaar een verzoek tot betaling aan vennootschappen, rechtspersonen en publieke instellingen, ervan uitgaande dat zij fotokopieën maken van auteursrechtelijk beschermde werken. Het aan Reprobel over te maken bedrag wordt berekend op basis van een schatting van het aantal kopieën van beschermde werken. Wanneer de gecontacteerde persoon aantoont dat hij geen enkele kopie van een beschermd werk maakt, is geen vergoeding verschuldigd.

Bij Reprobel kan men kennis nemen van de praktische details van de inning en van de gehanteerde tarieven.

De bedragen worden vastgesteld bij koninklijk besluit. Die besluiten bepalen eveneens dat een onafhankelijk orgaan regelmatig (om de zes jaar) een studie over de reprografie moet verrichten om objectieve gegevens over het kopiëren te verkrijgen. De Adviescommissie inzake de vergoeding voor reprografie werd opgericht om adviezen te verstrekken over de bedragen van de vergoeding, zodat de koning de tarieven kan aanpassen aan de evolutie van de kopieerpraktijken.

Laatst bijgewerkt
14 januari 2021