Table of Contents
Wat is het beginsel wederzijdse erkenning?
Het vrij verkeer van goederen op de Europese interne markt is een grondbeginsel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het vrij verkeer van goederen of van aspecten van goederen die niet volledig onder de harmonisatieregels vallen, wordt gewaarborgd door de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning. Dat laatste vormt derhalve een essentiële aanvulling op de harmonisatie van de regels op EU-niveau om bij te dragen tot dat vrij verkeer van goederen.
Wederzijdse erkenning van goederen heeft betrekking op goederen die niet onder de harmonisatiewetgeving van de Unie vallen, of die daar voor wat betreft bepaalde aspecten niet onder vallen. Die goederen kunnen dan onderworpen worden aan nationale technische voorschriften van de lidstaten. Wanneer die goederen in een lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, worden zij geacht verenigbaar te zijn met de nationale technische voorschriften van de andere lidstaten. Zij kunnen dus ook daar op de markt worden aangeboden.
Om in een lidstaat van oorsprong als “rechtmatig in de handel gebracht” te worden beschouwd, moeten de goederen aan de in die lidstaat geldende technische voorschriften voldoen en ter beschikking worden gesteld van de eindgebruikers.
Het beginsel van wederzijdse erkenning van goederen is echter niet absoluut. Lidstaten kunnen het op de markt aanbieden van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, tijdelijk opschorten, beperken of zelfs verbieden. Dergelijke beperkingen moeten evenwel gerechtvaardigd zijn en in verhouding staan tot het nagestreefde legitieme doel van algemeen belang, zoals bijvoorbeeld de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van personen.
Die administratieve besluiten moeten door de lidstaat ter kennis worden gebracht van de marktdeelnemer, alsook van de Europese Commissie en de andere lidstaten via het Europees informatie- en communicatiesysteem voor markttoezicht (ICSMS) platform.
Wat is het doel en het toepassingsgebied van de verordening (EU) 2019/515?
Het beginsel van wederzijdse erkenning vloeit voort uit het Cassis de Dijon-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie en vindt de basis voor haar werkingssfeer en betekenis in de artikelen 34 tot en met 36 VWEU. Verordening (EU) 2019/515 betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht heeft tot doel de werking van de Europese interne markt te versterken door de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning te verbeteren en aldus ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen weg te nemen. Het is op 19 april 2020 in werking getreden en heeft verordening 764/2008/EG vervangen.
Verordening (EU) 2019/515 beoogt de rechtszekerheid voor bedrijven en nationale autoriteiten te verbeteren door te verduidelijken wanneer het principe van wederzijdse erkenning precies gebruikt kan worden. Het maakt ook het gebruik van een vrijwillige verklaring van wederzijdse erkenning mogelijk, zodat gemakkelijker kan worden aangetoond dat een goed rechtmatig in de handel is gebracht. Daarnaast wordt SOLVIT opgericht, een gratis buitengerechtelijk mechanisme voor probleemoplossing dat door de nationale autoriteiten van elke lidstaat wordt aangeboden om oplossingen te vinden voor personen en bedrijven wier rechten door de overheid van een andere lidstaat zijn geschonden.
Verordening (EU) 2019/515 voorziet ook in een nauwere administratieve samenwerking tussen de lidstaten en een gemeenschappelijk IT-instrument dat de communicatie, samenwerking en het vertrouwen tussen de nationale autoriteiten versterkt met het oog op de uiteindelijke vergemakkelijking van de werking van het beginsel van wederzijdse erkenning van goederen.
Het toepassingsgebied van de verordening omvat twee verschillende aspecten:
- enerzijds goederen die rechtmatig in de handel zijn gebracht in een andere lidstaat. Dat zijn goederen van elke soort, inclusief landbouwproducten;
- anderzijds administratieve besluiten die genomen zijn of zullen genomen worden door een bevoegde autoriteit van een lidstaat van bestemming betreffende zulke goederen.
Wat is de rol van het productcontactpunt (PCP)?
Het productcontactpunt verstrekt, gratis, op verzoek van de marktdeelnemer of de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat alle nuttige informatie,
- zoals een elektronisch exemplaar van of onlinetoegang tot nationale technische voorschriften en nationale administratieve procedures die gelden voor specifieke goederen of voor een specifieke soort goederen op het grondgebied waar de productcontactpunten gevestigd zijn;
- informatie over de vraag of volgens de nationale wetgeving een voorafgaande machtiging vereist is voor die goederen of goederen van dat soort.
Het productcontactpunt verstrekt ook contactgegevens voor rechtstreeks contact met de bevoegde instanties in zijn lidstaat, waaronder de instanties die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de uitvoering van de nationale technische voorschriften die op het betrokken grondgebied van toepassing zijn.
Lijst met contactgegevens van bevoegde autoriteiten. (PDF, 131.06 KB)
Krachtens verordening (EU) 2019/1020 is het productcontactpunt sinds 16 juli 2021 ook verantwoordelijk voor het verstrekken van gratis informatie aan marktdeelnemers over de nationale omzetting en uitvoering van de EU-harmonisatiewetgeving die op producten van toepassing is.
Het productcontactpunt beantwoordt de verzoeken binnen de 15 werkdagen. Indien hieraan niet voldaan kan worden, wordt de vraagsteller hierover geïnformeerd.
U kunt het productcontactpunt bereiken via het online formulier:
aanvraagformulier
Kies ‘Product specifications’ in de lijst van het veld "domein"
Hoe verloopt de beoordeling van goederen (artikel 5)?
Indien een bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming van plan is een beoordeling uit te voeren van goederen die onder verordening (EU) 2019/515 vallen, om na te gaan of de goederen of goederen van dat soort in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, neemt zij onverwijld contact op met de betrokken marktdeelnemer.
De autoriteit stelt dan de marktdeelnemer in kennis van de beoordeling voorzien in artikel 5 van de verordening en deelt mee welke goederen aan de beoordeling zijn onderworpen en welke nationale technische regel of procedure voor voorafgaande machtiging van toepassing is. De bevoegde autoriteit informeert de marktdeelnemer ook over de mogelijkheid om een verklaring van wederzijdse erkenning te verstrekken. Dat laatste vergemakkelijkt de evaluatieprocedure, aangezien de marktdeelnemer aldus de informatie verstrekt die de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat van bestemming nodig heeft om haar evaluatie uit te voeren.
De marktdeelnemer mag zijn goederen op de markt van de lidstaat van bestemming blijven aanbieden gedurende de beoordeling door de autoriteit tenzij de marktdeelnemer een administratief besluit heeft ontvangen waarbij de toegang tot de markt van de goederen wordt beperkt of ontzegd. Dat geldt niet indien de beoordeling wordt uitgevoerd in het kader van een procedure voor voorafgaande machtiging, of indien de bevoegde autoriteit tijdelijk het aanbieden op de markt van de te beoordelen goederen opschort volgens artikel 6.
Indien de marktdeelnemer een verklaring van wederzijdse erkenning verstrekt aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming wordt
- de verklaring van wederzijdse erkenning samen met het ondersteunend bewijsmateriaal door de bevoegde autoriteit in aanmerking genomen en
- door de bevoegde autoriteit geen andere informatie of documentatie van de marktdeelnemer verlangd om aan te tonen dat de goederen in de lidstaat van oorsprong rechtmatig in de handel zijn gebracht.
Indien aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming die de beoordeling uitvoert geen verklaring van wederzijdse erkenning wordt verstrekt, kan de bevoegde autoriteit de betrokken marktdeelnemers verzoeken documentatie en informatie te verstrekken die nodig is voor die beoordeling,
De marktdeelnemer beschikt over ten minste 15 werkdagen na het verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming om de bedoelde documenten en informatie te verstrekken, dan wel om zijn eventuele argumenten of opmerkingen voor te leggen.
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming kan, indien nodig, zelf of via zijn productcontactpunt contact opnemen met de bevoegde autoriteiten of de productcontactpunten van de lidstaat van oorsprong waar volgens de marktdeelnemer zijn goederen rechtmatig in de handel zijn gebracht, indien de bevoegde autoriteit de door de marktdeelnemer verstrekte informatie moet verifiëren.
Zodra de bevoegde autoriteit van een lidstaat van bestemming na voltooiing van een beoordeling een administratief besluit neemt over de goederen die zij heeft beoordeeld, stelt zij de marktdeelnemer onverwijld in kennis van dat administratief besluit. De bevoegde autoriteit deelt dat administratief besluit uiterlijk twintig werkdagen nadat zij het besluit heeft genomen ook mee aan de Commissie en aan de andere lidstaten via het ‘Information and Communication System on Market Surveillance’ (ICSMS).
Wat gebeurt er als er een geschil ontstaat?
Indien er een geschil ontstaat tussen de bevoegde autoriteit en een marktdeelnemer, kan beroep gedaan worden op volgende rechtsmiddelen en procedures:
- SOLVIT, een gratis buitengerechtelijk mechanisme voor probleemoplossing, dat tot doel heeft oplossingen te vinden voor personen en bedrijven wier rechten door de overheid in een andere lidstaat zijn geschonden
- Jurisdictioneel beroep bij de rechtscolleges van de rechterlijke orde (hoven en rechtbanken), bij een administratief rechtscollege, bij een buitengerechtelijk rechtscollege of zelfs bij een orgaan van het actief bestuur dat rechtsprekende bevoegdheid uitoefent en waarvan de beslissing met gezag van gewijsde is bekleed.
- Administratief beroep bij de bevoegde overheid of de toezichthoudende overheid indien voorzien in de betrokken regelgeving
- De federale Ombudsman
Nuttige documenten
Toepassing van de verordening betreffende wederzijdse erkenning van voedingssupplementen
Toepassing van de verordening betreffende wederzijdse erkenning - opleidingsmateriaal
Samenvatting voor bedrijven van de verordening betreffende wederzijdse erkenning