Table of Contents
Dankzij het Algemeen Preferentiestelsel (APS) vergemakkelijkt de Europese Unie (EU) de toegang tot haar markt voor ontwikkelingslanden via de toekenning van preferentiële voorwaarden (vrijstelling of verlaging van douanerechten).
Door actief te zijn in de internationale handel, krijgen de ontwikkelingslanden inkomsten en kunnen zij de armoede terugdringen. Tegelijkertijd bevordert het APS duurzame ontwikkeling en goed bestuur.
De verordening die het kader vormt voor het APS tot 31 december 2023, is verordening (EU) nr. 978/2012.
De regelingen van het APS
Het APS telt 3 regelingen:
- De algemene regeling
Die betreft landen met lage en gemiddelde inkomsten die bij invoer op het grondgebied van de EU lagere douanerechten genieten of zelfs vrijgesteld zijn van heffingen. Bij de inwerkingtreding van het systeem (01.01.2014) ging het om 90 landen en iets meer dan 6.000 tarieflijnen. In de praktijk verandert het aantal landen telkens bij het begin van het jaar om de evolutie van de door de Wereldbank bepaalde rangschikking te volgen. - De regeling APS+
Die richt zich op de kwetsbare landen die een aantal essentiële akkoorden op het gebied van arbeids- en mensenrechten, milieu en goed bestuur geratificeerd en daadwerkelijk uitgevoerd hebben. Het aantal landen kan van jaar tot jaar veranderen. - De regeling MOL of de regeling EBA
Die alle minst ontwikkelde landen (lijst vastgelegd door de VN) krijgen voor al hun producten, behalve wapens en munitie, vrijstelling van douanerechten bij invoer in de EU.
Binnen de regelingen verschillen de preferenties naar gelang van de gevoeligheid van de producten, die wordt bepaald door de situatie van de economische sector die hetzelfde product in de EU produceert.
De algemene regeling wordt gekenmerkt door een mechanisme van "graduatie" of schorsing van preferenties voor een groep producten uit een begunstigd land die gedurende drie opeenvolgende jaren een "graduatiedrempel" overschrijdt. Dit mechanisme maakt het mogelijk om bepaalde grote opkomende landen uit te sluiten ten gunste van zwakkere landen.
Dit systeem is dynamisch en kan daarom vrijwel automatisch worden aangepast aan de ontwikkelingen in de economie en de internationale handel. De aanpassingen hebben betrekking op de bijlagen bij de verordening.
Hoe kan een Belgische importeur gebruikmaken van het APS?
De preferentiële oorsprong moet worden aangetoond met een certificaat van oorsprong FORM A afgeleverd door de douaneautoriteit van het begunstigde land van het APS of met een door de exporteur afgegeven verklaring of attest van oorsprong (zelfcertificering).
Meer informatie over REX-zelfcertificering
Meer informatie over de preferentiële oorsprong en de verschillende soorten bewijzen die kunnen worden afgegeven.
Enkele tips voor de gebruiker van het APS
- Stel de combinatie land/product vast en ga na of:
- het exportland onder een van de 3 APS-regelingen valt (bijlage II, III en IV van verordening (EU) nr. 978/2012);
- het product al dan niet onder de APS-regeling valt (bijlage V en IX van verordening (EU) nr. 978/2012);
- het product niet "gegradueerd" is, dat wil zeggen, of het product nog steeds in het systeem opgenomen is (verordening (EU) nr. 2019/249 voor de periode 2020-2022).
- Bepaald op basis van de achtcijferige GN-classificatie het preferentiële douanerecht van uw product en raadpleeg de database TARBEL van de Belgische Douane of TARIC van de EU.
Om in aanmerking te komen voor de preferentiële tarieven, moeten uw producten een preferentiële oorsprong krijgen. Vergeet daarom niet te controleren of aan de oorsprongscriteria/-regels is voldaan.
Meer informatie?
Voor meer informatie verwijzen we u graag naar:
- de Europese Commissie: TRADE-GSP@ec.europa.eu
-
de FOD Economie
Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie
Dienst Internationale Handel en Investeringen
City Atrium
Vooruitgangstraat 50
1210 BrusselGrégory Claude
Tel.: +32 2 277 87 34
E-mail: gregory.claude@economie.fgov.be