Een verzekeringsovereenkomst is een overeenkomst waarbij een partij, de verzekeraar, zich tegen de betaling van een vaste of veranderlijke premie tegenover een andere partij, de verzekeringnemer, er toe verbindt een in de overeenkomst bepaalde prestatie te leveren in het geval zich een onzekere gebeurtenis voordoet waarbij, naargelang het geval, de verzekerde of de begunstigde belang heeft dat die zich niet voordoet.
In deze omschrijving moeten twee elementen benadrukt worden:
Het begrip “verzekeraar”
Een verzekeraar is elke persoon of onderneming die als contractspartij verzekeringsovereenkomsten aanbiedt, ongeacht de beroepshoedanigheid van deze persoon en ongeacht of bij het afsluiten van de overeenkomst gebruik wordt gemaakt van actuariële technieken.
De term “verzekeringsonderneming” is gereserveerd voor de ondernemingen die onderworpen zijn aan een prudentiële controle (financieel toezicht), en de ondernemingen die gezien hun eerder bescheiden omvang van deze controle zijn vrijgesteld. Een Belgische verzekeringsonderneming of een onderneming van de Europees Economische Ruimte (EER) is deze onderneming waarvan het hoofdkantoor respectievelijk in België of in een lidstaat van de EER ligt, en die een vergunning heeft verkregen om verzekeringsactiviteiten te verrichten. Om na te gaan of een onderneming over een vergunning beschikt, kan de website van de Nationale Bank van België geraadpleegd worden.
De verzekeringsovereenkomsten die niet zijn afgesloten door een vergunde verzekeraar zijn nietig. De verzekeraar is gehouden de verplichtingen die hij heeft aangegaan te vervullen wanneer de verzekeringsnemer deze te goeder trouw heeft onderschreven.
Het begrip “onzekere gebeurtenis”
Dit begrip wijst op een onzekere, mogelijke en toekomstige gebeurtenis die zich kan voordoen buiten de wil van de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde. Ook zekere toekomstige gebeurtenissen maar waarvan het tijdstip onzeker is, vallen hieronder (bv. de dood).
Deze omschrijving houdt in dat:
- men geen verzekering kan afsluiten voor een gebeurtenis die al heeft plaatsgevonden;
- er een kans moet zijn dat de gebeurtenis zich kan voordoen;
- de totstandkoming van de gebeurtenis niet uitsluitend afhankelijk mag zijn van de wil van de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde. Er moet met andere woorden sprake zijn van een zekere mate van toeval.
Ontbreekt een van deze elementen, dan is er geen sprake van een verzekering.