Termijnen en sancties voor verzekeringsprestaties BA Auto

De wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (hierna WAM) regelt de termijnen waarbinnen de verzekeraars BA Auto of het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds (hierna BGWF) een gemotiveerd voorstel tot schadevergoeding aan de benadeelde moeten voorleggen, evenals de termijnen voor de uitkering van de schadevergoedingen. Als die termijnen niet gerespecteerd worden, voorziet de wet in sancties.

Betaling van een verzekeringsprestatie en sancties in het geval van een betwisting

Als een verzekeraar BA Auto betwist of uw schadegeval door de verzekeringsovereenkomst wordt gedekt, dan moet die verzekeraar u binnen de drie maanden na het indienen van een verzoek tot schadevergoeding een gemotiveerd antwoord geven. Dat geldt ook als het BGWF betwist dat de schadevergoeding moet verleend worden. Dan moet het BGWF binnen de drie maanden na het indienen van een verzoek tot schadevergoeding een gemotiveerd antwoord geven.

Als de verzekeraar of het BGWF geen gemotiveerd antwoord geeft binnen de termijn van drie maanden, dan moet hij na afloop van die termijn een forfaitair bedrag van 300 euro betalen.

Bovenstaande bepalingen verwijzen naar art. 14 en art. 19bis-13/3 van de WAM.

Wat moet u doen bij een schadegeval BA Auto?

1. Dien een verzoek of vordering tot schadevergoeding in bij de verzekeraar BA Auto of het BGWF. De verzekeraar/het BGWF heeft daarna drie maanden de tijd om een gemotiveerd antwoord te geven op uw verzoek.
   Gevolg: als de verzekeraar/het BGWF dat niet doet, dan heeft u recht op een forfaitair bedrag van 300 euro.

2. Stuur een herinnering naar uw verzekeraar BA Auto of het BGWF als u binnen de drie maanden geen gemotiveerd antwoord hebt gekregen.
   U moet dus zelf de afloop van de termijn van drie maanden in de gaten te houden, zodat u bij het uitblijven van een gemotiveerd antwoord van de verzekeraar of het BGWF, een herinnering kan sturen. De verzekeraar heeft elf dagen de tijd om te antwoorden op uw herinnering (ingaand vanaf de derde werkdag na de dag waarop de herinnering is verzonden).
   Gevolg: als de verzekeraar of het BGWF niet binnen elf dagen heeft geantwoord op uw herinnering, dan is hij verplicht een forfaitair bedrag te betalen van 300 euro per dag vertraging. U heeft dan recht op een forfaitair bedrag van 300 euro per dag vanaf de dag van de verzending van de herinnering, tot de dag waarop u een antwoord of een voorstel tot betaling ontvangt van uw verzekeraar/het BGWF.

Betaling van een verzekeringsprestatie en sancties als er geen betwisting is

Als er geen enkele betwisting is, moet de verzekeraar die de aansprakelijkheid dekt/het BGWF een gemotiveerd voorstel tot schadevergoeding voorleggen. Dat moet gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop u een verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend.

Wanneer de schade niet volledig bekend is, moet de verzekeraar/het BGWF binnen de termijn van drie maanden een voorstel tot voorschot voorleggen.

U kan ten vroegste zes maanden na het vorige verzoek tot schadevergoeding een nieuw verzoek indienen bij de verzekeraar/ het BGWF, en dat op basis van aanvullende informatie die nadien verkregen werd over de schade en de evolutie ervan.

Als u het voorstel tot schadevergoeding aanvaardt, keert de verzekeraar/het BGWF de schadevergoeding zo snel als mogelijk en in ieder geval binnen de dertig werkdagen uit.

De verzekeraar/het BGWF is verplicht een bijkomend bedrag te betalen, als:

• er binnen de drie maanden geen voorstel tot schadevergoeding wordt gedaan;
• het bedrag van het voorstel tot schadevergoeding kennelijk ontoereikend is;
• het bedrag van het voorstel tot schadevergoeding niet werd uitbetaald binnen de dertig werkdagen nadat u het voorstel hebt aanvaard.

Dat bedrag wordt berekend op basis van de wettelijke interestvoet en toegepast op de vergoeding of op het voorschot dat de verzekeraar/het BGWF voorstelt, of door de rechter aan u is toegewezen.

Bovenstaande bepalingen verwijzen naar art. 13 en art. 19bis-13/2 van de WAM.