Onder “schade” wordt verstaan: een schadelijke gebeurtenis die voorzien en verzekerd is door een contract. Met andere woorden, de schade moet overeenkomen met de risico-omschrijving die door de verzekeraar wordt gedekt: het voertuig beschreven in het contract moet schade hebben geleden en de schade moet ook opgelopen zijn door de omstandigheden voorzien in het contract (dus bijvoorbeeld geen dekking als het voertuig werd gestolen, …).

De schade ligt aan de basis van de verplichting van de verzekeraar ten overstaan van het slachtoffer. De verzekeraar moet bijgevolg zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht.

Er zijn twee mogelijke situaties:

  • Ofwel is de eigenaar /bestuurder van het voertuig aansprakelijk voor het ongeval. Aangezien hij zich niet tot een derde kan wenden, zal enkel een omnium of cascoverzekering, eventueel mits betaling van een franchise, de materiële schade dekken;

  • Ofwel is de bestuurder niet aansprakelijk voor het ongeval of slechts gedeeltelijk aansprakelijk.

Het slachtoffer van een ongeval heeft een eigen recht tegen de verzekeraar van de aansprakelijke partij (directe regeling).

De verzekeraar dient binnen een termijn van 3 maanden na het verzoek tot schadevergoeding, een met redenen omkleed voorstel tot schadevergoeding of een met redenen omkleed antwoord voorleggen, indien de aansprakelijkheid of de toepassing van artikel 29bis WAM (zwakke weggebruiker) betwist wordt, of indien de schade betwist wordt. Wanneer de verzekeraar geen antwoord stuurt, dient hij een bijkomend bedrag als schadevergoeding te betalen. Indien vaststaat welke verzekeraar moet tussenkomen, maar de omvang van de schade nog niet definitief bepaald kan worden, heeft het slachtoffer recht op een voorschot dat wordt vastgesteld volgens de reeds gedragen kosten, en de toekomstige kosten die reeds gekend zijn.

Zelfs indien de verzekeraar strikte termijnen voor het betalen van vergoedingen dient na te leven, kan de termijn waarbinnen de vergoeding wordt uitbetaald, relatief lang zijn door de verschillende gerechtelijke procedures met betrekking tot de aansprakelijkheid. Om het vergoedingsproces aan slachtoffers te versnellen, hebben  de verzekeraars dan ook procedures opgesteld met betrekking tot ofwel de afwikkeling van de materiële schade, ofwel de afwikkeling van de lichamelijke schade, ofwel met betrekking tot beide types schade

   1.   Materiële schade 

  • Het systeem van de Directe Regeling wil snel een minnelijke schikking treffen voor de materiële schade voortkomend uit de aanrijdingen tussen motorvoertuigen. Het slachtoffer wordt vergoed door zijn eigen verzekeraar voor rekening van de vermoedelijk aansprakelijke tegenpartij. Na zijn eigen verzekerde te hebben vergoed, richt de verzekeraar van het slachtoffer zich vervolgens tot de verzekeraar van de verantwoordelijke om de betaalde som terug te krijgen. De Directe Regeling volgt uit een overeenkomst tussen verzekeraars die slechts bindend is voor verzekeraars die zich hiertoe hebben verbonden. Bijgevolg heeft de verzekerde altijd het recht te kiezen voor een schadevergoeding door gebruik te maken van het gemeen recht, dat wil zeggen door de verzekeraar van de verantwoordelijke te dagvaarden.

  • De Overeenkomst “Aanrijding door voertuigen” maakt het mogelijk van zijn eigen brandverzekeraar- in de mate dat de brandverzekeringsovereenkomst hierin voorziet- de schade die door een voertuig aan een gebouw is aangebracht vergoed te krijgen. De betaling gebeurt voor rekening van de verzekeraar BA van het voertuig dat de schade heeft veroorzaakt.

   2.  Lichamelijke schade (lichamelijke letsels)

  • De overeenkomst “Onschuldig Slachtoffer” heeft tot doel de vergoeding voor lichamelijke letsels van het slachtoffer te versnellen.  Deze overeenkomst verlengt dus de overeenkomst van de directe regeling. De overeenkomst doet geen afbreuk aan het recht van het slachtoffer of zijn erfgenamen om de zaak aanhangig te maken voor de rechtbank op voorwaarde natuurlijk dat geen definitief akkoord werd afgesloten.

   3.  Materiële en lichamelijke schade

  • De verbintenisverklaring “kettingbotsing” bestaat uit een verbintenis tot vergoeding door de verzekeraar burgerlijke aansprakelijkheid aan zijn eigen verzekerde in geval van een kettingbotsing. De toepassing van deze verklaring hangt af van de beslissing van een comité van verzekeraars. Een dergelijke verbintenis laat toe dat er niet gewacht moet worden op lange procedures om uit te maken wie aansprakelijk is, hetgeen zelfs kan uitmonden in de conclusie dat het onmogelijk is de verantwoordelijken aan te duiden…

Elke overeenkomst heeft altijd eenzelfde doel namelijk het versnellen van de vergoeding voor het slachtoffer.

Geschillen en klachten

www.ombudsman-insurance.be

Laatst bijgewerkt
9 maart 2023